Een wekelijks portie burgerschap 52 – Terreurarrestaties

Posted on December 31st, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Te vaak worden politieagenten, ambulancepersoneelen andere “werknemers met een publieke taak” lastiggevallen, geïntimideerd en bedreigd. Dat kan niet. Weg met de korte lontjes. Of zoals iemand in Leeuwarden zei: “Misschien zijn natte lontjes nog wel beter.” Gelukkig 2011!
31 december oudejaarsdag
www.veiligepublieketaak.nl

Zoals hier al eerder gesteld is, de nadruk van de staat op actief burgerschap is niet zozeer om de burger te activeren, als wel deze in toom te houden. En dat is ook niet helemaal onbegrijpelijk gezien de bedreigingen en intimidaties waarmee overheidsbeambten te maken krijgen. We lijken ook wel wat doorgeschoten te zijn in enerzijds het wantrouwen en gebrek aan respect voor gezag en anderzijds de eis dat de staat alle problemen in ons leven oplost, of liever nog alle risico’s uitsluit en wanneer dat niet lukt dan stijgt ons wantrouwen en daalt ons gebrek aan respect nog meer. Dat neemt niet weg dat we ons ook wel kunnen afvragen of de overheid niet doorschiet in de poging de burger koest te houden.

Afgelopen week hebben we kunnen hoe groot de macht is die de overheid heeft toen 12 Somaliërs werden gearresteerd op verdenking van terrorisme. Al eerder werden in Amsterdam ook twee Marokkaans-Nederlandse jongerenwerkers gearresteerd, eveneens op verdenking van iets met terrorisme. Ik denk dat weinig mensen de AIVD ongelijk zullen geven dat ze ingrijpt wanneer men serieuze aanwijzingen heeft dat er een aanslag gepleegd gaat worden. En de meeste mensen zullen ook wel snappen dat daar soms fouten bijgemaakt worden en dat soms onschuldigen ge-arresteerd worden of dat er misschien wel mensen worden opgepakt die wat serieus van plan zijn en waarbij het oppakken in zo’n vroeg stadium gebeurt dat er juridisch nog nauwelijks iets hard te maken valt. Ook dat snappen mensen wel. Denk ik zo. En even terzijde, behalve de media dan (ja, daar ik ga, alweer de media). Toen de 12 Somaliërs werden opgepakt was nauwelijks duidelijk hoe de vork in de steel zat. Gelukkig wisten de media dat wel; radicalisering onder Somaliërs was een heus probleem. Ze hadden het immers zelf gezegd. Dat is zo, en net als bij andere moslimorganisaties jaren terug, luistert er niemand naar dat soort geluiden. Toen pakten de media het niet op, nu wel en dat in de context van terreur-arrestaties. En die radicalisering kwam dan door, zo konden we horen in het NOS journaal: ‘chaos in het land, chaos in het hoofd van Somaliërs in Nederland’. Drugs, criminaliteit, werkeloosheid en radicalisering liggen dan op de loer. Alsof we de hele discussie en al het onderzoek naar radicalisering in Nederland na 2004 voor niets gedaan hebben. Sociale deprivatie, waar die factoren naar verwijzen, spelen wel een rol bij brede radicalisering, maar uiteindelijk omvat radicalisering activisme en activisten dat zijn bijna nooit slachtoffers van slechte sociaal-economische omstandigheden, psychologisch dysfunctioneren of drugsgebruikers. Radicalisering omvat mobilisering van mensen en om mensen te mobiliseren heb je geld, intelligentie en tijd nodig en dat in de juiste politieke omstandigheden.

Nu de arrestaties van de 12 met een sisser af lijken te lopen weten de media natuurlijk ook hoe de vork in de steel zit: AIVD en justitie hebben weer lopen te prutsen. Dat is dus nog maar de vraag. Enkele jaren geleden was er nogal wat heibel toen bleek dat de AIVD en justitie niet de juiste middelen en bevoegdheden hadden om mensen van wie iedereen toch zeker wist dat het gevaarlijke terroristen waren, aan te pakken. De mogelijkheden zijn nu verruimd en dus is ook de mogelijkheid groter dat er onschuldigen opgepakt worden. Wellicht hebben de AIVD en justitie fouten gemaakt, maar zoals het er nu op lijkt doen ze wat we van hen verwachten: ingrijpen voordat het te laat is.

Wat wel weer duidelijk is geworden is hoe groot de macht van de staat is om in te grijpen in het leven van de burgers. De staat kan op voor het publiek onduidelijke gronden mensen oppakken; een verwijzing naar mogelijke terreur is voldoende als legitimatie. Natuurlijk zijn er de afgelopen tijd ook wel degelijk signalen geweest van mogelijke terreuraanslagen en daadwerkelijke pogingen daartoe, maar Nederland kent ook een hele rits aan incidenten waarbij dat achteraf helemaal niet zo bleek te zijn. Denk aan het IKEA-incident van vorig jaar. De vraag die sommige moslims toen stelden en nu ook weer valt te beluisteren: zouden die mensen destijds (vorig jaar dus) opgepakt zijn als het geen Marokkaanse Nederlanders / moslims waren? Dat is niet zo’n onbegrijpelijke vraag. Allereerst zijn we immers vooral bang voor terrorisme vanuit moslimhoek; dat de meeste aanslagen in Europa van de laatste jaren door anderen zijn gepleegd doet er in de beeldvorming niet echt toe. Ten tweede zijn er in inlichtingenkringen en anti-radicaliseringskringen de nodige discussies over ethnic profiling waar ook de AIVD in mee heeft gedaan. Ethnic profiling heeft geen enkel nut, maar ook tegenwoordig wordt nog steeds geprobeerd profielen te maken van terroristen. Ten derde zijn er ook in radicaal-rechtse hoek arrestaties geweest met (wel) wapenvondsten en dergelijke, maar die zijn nooit gelabeld als arrestaties in verband met terrorisme. Ten vierde doordat niet duidelijk is op basis van wat voor informatie precies de AIVD heeft besloten dat dit gevaarlijk was en op basis van welke criteria justitie vervolgens besluit tot arrestatie, blijft het gissen. Wanneer we dan bij de IKEA arrestaties horen dat dit gebeurd is op basis van heel specifieke kennis die echter gewoon publiekelijk voorhanden is en waarvoor je echt niet in radicale kringen hoeft te vertoeven, wordt het spel nog schimmiger. En lijkt het vooral gebaseerd op willekeur en inderdaad via een primaire focus op etniciteit en religie. Ook hiervoor geldt echter dat dit maar slechts ten dele de AIVD en justitie aan te rekenen is; het is ook het politieke klimaat waarin we al zo’n 10 jaar zitten. In plaats van kritisch naar de AIVD en justitie te kijken, hadden de media dus ook wel eens kritisch naar zichzelf mogen kijken.

Dat de arrestaties daarom terecht zijn zoals de NCTb en AIVD betogen, dat kan dus best. Maar daarbij kunnen we het natuurlijk niet laten. De schimmigheid van dit hele spel wordt natuurlijk nog eens vergroot doordat de opsporingsinstanties werken met ‘middelen en methoden … die niet altijd binnen het kader van het Wetboek van Strafvordering vallen.‘ Daarmee kan het nog wel wettig bewijs zijn. Daarnaast kan men zelfs zonder aanklacht en proces vermeende terroristen op een financiële zwarte lijst zetten en uitzetten (weliswaar omdat de personen illegaal zijn, maar de enige reden is een niet gesubstantieerde verdenking van betrokkenheid bij terrorisme). De zaak van Mohammed Chentouf is ook zo’n vreemd voorbeeld waarbij het onduidelijk is welke rol Nederlandse autoriteiten hebben gespeeld. In het geval van de IKEA hoax beloofde Cohen destijds geen excuus maar wel nazorg. Dat zou wel op zijn plek zijn, maar of het ervan gekomen is betwijfel ik. Zeker als we de lijst bekijken die Krapuul heeft gemaakt over de terreurarrestaties van het verleden dan is het niet zo verwonderlijk dat er moslims zijn die niks met terrorisme te maken hebben, maar zich wel bedreigd voelen door deze praktijken. Dat is deels onvermijdelijk, maar zou misschien verminderd kunnen worden als de overheid nu wel eens excuses aanbiedt als ze er naast zit en aan eerherstel doet. Dat de staat de burgers in toom wil houden snappen we, maar wie houdt de staat in toom?

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 51 – Een prettig gesprek…met Nazima en Izz ad-Din

Posted on December 22nd, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Tiny en Lau zijn er een YouTube-hit mee geworden, met het opzetten van de kerstboom en het ontwarren van de lampjes. “Altijd dat gezeik met jou. Ken je alles #@%&!% na gaan lopen. ’t Zit helemaal door mekaar gefrommeld. Sjongejongejonge.” Kerst hoort een feest van de vrede te zijn. Misschien moeten we eens een boom opzetten over de manier waarop we met elkaar omgaan.

De vaste lezers hier kennen zeker Izz ad Din Ruhulessin wil aangezien hij regelmatig van zich heeft laten horen bijvoorbeeld in zijn stukken over integratie waarin hij andere moslims uitmaakt voor ‘huurlingen van de anti-islambrigade’. Een van zijn vaste criticasters op het web (met name twitter) is Nazima Shaikh die destijds scherp reageerde op het net genoemde stuk van Izz ad Din: Wolven in schaapskleren, een koekje van eigen deeg!.

Beiden zijn ook actief op twitter (IzzadinR en Nazimashaikh) en dat leidt ook daar nogal eens tot de nodige discussies. Onderstaande discussie is er zo één. Het een aardig voorbeeld aangezien beiden diametraal tegenover elkaar staan waardoor beide perspectieven goed duidelijk worden, maar zonder dat ze vervallen in een ordinaire scheldpartij die we ook allemaal wel kennen van twitter.

Tekst achter @IzzadinR is van Nazima, de tekst achter IzzadinR @Nazimasaikh is van Izz ad-Din. De discussie begint wanneer Izz ad-Din Henk en Ingrid (als symbool voor de PVV kiezer) op de hak neemt, mede naar aanleiding van de discussies over Shariah4Holland:

Ik denk dat Henk en Ingrid hun plek moeten kennen. Allochtonen domineren de grote steden. Dus beter zingen ze een toontje lager.
(vervolgens begint Nazima het gesprek:)

@IzzaddinR Asalaam Izzy, waar ben jij mee bezig? Denk aan je toekomst jongen!

IzzaddinR @Nazimashaikh Maar Henk en Ingrid dienen nou eenmaal hun plek te kennen.

@IzzaddinR Mijn Surinaamse ome Henk en mijn moeder Ingrid doen gewoon mee in de samenleving. Wie ben jij om hun op hun plek te wijzen?

IzzaddinR @Nazimashaikh Doe niet alsof je niet begrijpt wat ik bedoel. Walaykum Assalaam btw 😉

IzzaddinR @Nazimashaikh Dat snap ik ook wel. Maar als media-metafoor zijn Henk en Ingrid natuurlijk het archetype van het type autochtoon 1/2

IzzaddinR @Nazimashaikh met een grote anti-islam en racistisch smoel. Zo ongeveer 50% van de autochtone bevolking (zie ond. Motivaction) 2/2

@IzzaddinR Ik wil graag weten wat je ermee hoopt te bereiken! Henk & Ingrid staan niet symbool voor al die mensen die zo heten Izzy!

@IzzaddinR Ik ken genoeg Henks&Ingrids die deze metafoor vreselijk vinden! Maar vind je t gek dat mensen angst/zorg hebben? Brr #sharia4HD

IzzaddinR @Nazimashaikh Vrijheid van meningsuiting geldt voor iedereen. Wie daar niet mee kan omgaan heeft niets te zoeken in dit land. 1/2

IzzaddinR @Nazimashaikh En als diezelfde groep moslims en allochtonen gewoon normaal behandelde, hoefden ze ook niet bang te zijn voor S4H 2/2

@IzzaddinR Klopt vrijheid van meningsuiting mag,kan in ons land.Ik word normaal bhndld. Juist ik als moslima heb zorg bij #S4H.Wat doe jij

@IzzaddinR Bij deze organisatie? Waarom al je FB-friends hiervoor uitgenodigd? Ik wil er niks mee te maken, heb dus geweigerd.

IzzaddinR @Nazimashaikh Ik ben niet bij S4H, ik heb hen slechts een ‘startkapitaal’ aangereikt.

@IzzaddinR En wat bedoel je daarmee? ‘Startkapitaal’ geef je aan een orga waar je achter staat. Je kunt vinden in hun ideeen.

IzzaddinR @Nazimashaikh Ik zou eerder stellen dat S4H een coalitiepartner zou kunnen zijn in de verbetering van de positie van moslims en allochtonen

@IzzaddinR Zij claimen de Islam en de moslims te representeren via de filmpjes. Nou niet namens mij en vele anderen! Werkt lomp en averechts.

IzzaddinR @Nazimashaikh Maar ik weet niet wat voor concrete ideeën ze hebben, en dat weet jij ook niet.

@IzzaddinR Dat spreken ze uit in de filmpjes. Het is niet een hartelijke uitnodiging. Toon, sfeer, houding, beeldvorming, woorden.

IzzaddinR @Nazimashaikh Dat is een kritiek op hun presentatie en niet hun inhoudelijke standpunt

@IzzaddinR Als je n boodschap wil brengen,breng je dat met liefde, inspiratie en overtuiging. Dan vertaal je de standpunten naar presentatie en.

IzzaddinR @Nazimashaikh Wellicht ligt er dus een opdracht voor je bedrijf die wacht om binnengehaald te worden 😉

@IzzaddinR Nee dank je Izzy! Ik ben zeer selectief en sta niet achter de orga, maar wel lief dat je op deze manier aan mij denkt 😉

En met alle hysterische onzin die verspreid wordt over Shariah4Holland is dit twistgesprek tussen twee moslims toch wel een verademing.
Met toestemming van beiden geplaatst. Met dank aan Nazima voor het ordenen van de tweets.

1 comment.

Een wekelijks portie burgerschap 50 – Naturalisatieceremonies, ambtenaren en inburgeraars

Posted on December 14th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Op naturalisatiedag overhandigen gemeenten tijdens een feestelijke ceremonie het Nederlandse paspoort aan nieuwe burgers die hun inburgeringsexamen met succes hebben afgelegd. Als afsluiting van het integratieproces wordt er stilgestaan bij de rechten en plichten die bij het Nederlanderschap horen. Zo’n oranje tompouce die de kersverse Nederlanders na de ceremonie krijgen, zou dat nou een recht of een plicht zijn?
15 december naturalisatiedag

Sinds 2006 kennen we in Nederland naturalisatieceremonies. Het moest een ceremonie worden, want naturalisatie moest volgens minister Verdonk extra ‘cachet’ krijgen. Antropoloog Oskar Verkaaik heeft dit mooi beschreven in zijn artikel The Cachet Dilemma – Ritual and agency in new Dutch nationalism in het gezaghebbende tijdschrift American Ethnologist (vol. 37, pp. 69-82). In dit artikel beschrijft hij hoe de praktijk rondom deze ceremonies gegroeid is door de lokale ambtenaren die de inhoud van dit ‘feestje’ bepalen. Waar ambtenaren soms aanvankelijk nogal wat moeite hadden met deze wel heel nationalistische ceremonie (juist vanwege de term ‘cachet’) is men zich gaandeweg hier minder druk over gaan maken. De standaardisering van de ceremonie maakt dat het onderdeel wordt van de bureaucratische routine; het nationalistische aspect verdwijnt daarmee niet, maar wordt bijna onzichtbaar. Het noemen van oranje tompouce hierboven is zo’n voorbeeld. Het mag wat banaal aan doen, maar in Nederland schuilt het nationalisme juist in dit soort alledaagse, ogenschijnlijk niet noemenswaardige uitingen van nationalisme. Nationalisme krijgt daarmee een vriendelijk gezicht en in zo’n ceremoniële toespraak wordt het gereduceerd tot een kwestie van interculturele communicatie en het overbruggen cultureel verschil. Cultuur en identiteit worden ogenschijnlijk neutraal technische aangelegenheden om interactie tussen bevolkingsgroepen mogelijk te maken. De ceremonie werd gaandeweg een moment waarop ambtenaren een boodschap kwijt konden die ze normaal gesproken nergens kwijt konden gezien de bureaucratische procedures en protocollen van naturalisatie. Soms bekritiseerde men daarbij het bestaande beleid, maar men werd ook gegrepen door de wijze waarop rituelen cq. ceremonies werken; het maakt iets plechtigs van iets dat toch vrij plat is (het verwerven van het juiste papiertje). De toespraken die gehouden worden gaan over Nederlandse identiteit waarbij niet alleen gewezen wordt op de tulpen en molens, maar waar ook andere zaken aan de orde komen zoals burgerschap, civil society enzovoorts.

De plechtigheid van de ceremonie en ook het aspect van ‘cachet’ dat daarmee samenhangt, maakt duidelijk dat er een bepaalde notie van burgerschap aan de basis ligt. Of eigenlijk een dubbele notie. Allereerst is er het formele burgerschap (het papiertje), maar ten tweede is er ook een burgerschap dat betrekking heeft op het deel uit maken en zich verbonden voelen met de morele gemeenschap; een notie van Nederland als gemeenschap gebaseerd op bepaalde voorstellingen van wat goed is en wat deugdzaam burgerschap is (gelijk man en vrouw, seksuele vrijheden, vrijheid van meningsuiting enzovoorts). Het verkrijgen van het formele burgerschap is voltooid met deze ceremonie, maar het tweede die van de morele gemeenschap niet zo blijkt uit het stuk van Verkaaik. Migranten krijgen voor en tijdens die ceremonie een bepaald ideaalplaatje van de Nederlandse samenleving over gedragen. Ambtenaren weten dat heel goed en na de ceremonie zijn er dan ook de nodige grapjes die enige schaamte blootleggen over datgene wat zojuist is gebracht; een ideaalplaatje klopt immers per definitie niet. Dat gedeelte is onderdeel van het hele ritueel, maar migranten maken dat natuurlijk niet mee, het is alleen voor de ambtenaren. Migranten worden daarmee dus uitgesloten van wat wel genoemd wordt ‘cultural intimacy’; het besef dat een gedeelde identiteit (de Nederlander) in realiteit vaak zeer ambigue en ambivalent is. Vergelijk het met expats die hier komen en leren dat Nederland ook op de werkvloer zeer egalitair is, dat je niet teveel openlijk respect en bewondering voor je baas moet tonen want dat is slijmen. Tegelijkertijd kent de werkvloer vaak wel degelijk een hiërarchie, maar dan één die zeer subtiel en niet zo goed zichtbaar is, pas als je er tegenaan botst wordt het duidelijker. In de naturalisatieceremonie en in het inburgeringstraject komen dat soort zaken nauwelijks aan bod; er wordt gestolde idealistische versie van Nederlandse identiteit en cultuur doorgegeven. Dat gebeurt altijd, alleen nu er sinds enkele jaren zoiets bestaat als een inburgeringstraject en naturalisatieceremonie krijgt deze versie extra gewicht doordat hij dwingend wordt opgelegd aan de inburgeraars.

De vraag is natuurlijk nu hoe de deelnemers dit allemaal opvatten en beleven. Verkaaik gaat daar niet heel diep op in jammer genoeg, maar hij onderscheidt toch wel drie groepen. Allereerst is er de groep (ongeveer 20%) die de ceremonie waardeert en voor wie naturalisatie een emotioneel moment is na vaak jarenlange procedures en onzekerheid. Voor hen betekent een Nederlands paspoort dat zij eindelijk hun land van herkomst weer kunnen bezoeken (dat is inderdaad paradoxaal zoals Verkaaik stelt). Zij waarderen de ceremonie en ook het ideaalplaatje dat geschetst wordt; daar doet men het immers voor. Relativerende opmerkingen over de Nederlandse cultuur door de ambtenaren brengen hen dan ook in de war. De meerderheid echter beschouwt het Nederlandse paspoort gewoon als een simpel papiertje dat hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot en hun beslommeringen met de Nederlandse overheid vergemakkelijkt. De ceremonie is voor hen in de eerste plaats een teken van de Nederlandse obsessie met de eigen cultuur; niet vervelend maar ook niet erg verleidelijk. Deze groep heeft een sterk seculiere inslag waarbij cultuur en religie gezien worden als privé-zaken. Zij tolereren het ideaalbeeld dat wordt overgedragen zonder zich hieraan over te geven. De derde groep bestaat uit de optanten: volwassenen die in Nederland geboren zijn en er altijd geleefd hebben; veelal kinderen van de gastarbeiders. Ze zijn hier opgegroeid, hebben Nederlands onderwijs gevolgd en spreken de Nederlandse taal, maar worden ook gezien en behandeld als buitenstaanders (allochtonen). Zij hebben een reputatie opgebouwd door het verstoren van de mooie, blije ceremonie (die het moet zijn volgens de ambtenaren) met opstandig gedrag. Voor de groep optanten is de ceremonie echter niet zozeer een ritueel dat hen betrekt bij Nederland, maar één dat hen er (opnieuw) van apart zet. Zij zien de ceremonie als beledigend en in tegenstelling tot de eerste twee groepen zijn zij net als de ambtenaren zeer goed op de hoogte van de ambiguïteit en ambivalentie van de Nederlandse cultuur en identiteit. Hun verzet betwist dat ideaalbeeld en de clichés die ermee gepaard gaan en tegelijkertijd ontwikkelen zij zo ook een een zekere ‘cultural intimacy’ onder elkaar omdat ze op de hoogte zijn van een publiek geheim. De ambtenaren (die in het algemeen helemaal niet onwelgevallig staan tegenover de optanten) ergeren zich hier aan en ontwikkelen dan ook negatieve ideeën over deze groep bij wie zij er niet in slagen om een idee van gemeenschappelijkheid te ontwikkelen (wat bij de andere groepen dus wel lijkt te lukken, hoe oppervlakkig ook).

Het zou interessant zijn om een vervolgonderzoek te doen naar de drie genoemde groepen. De eerste twee groepen zullen er waarschijnlijk vroeg of laat achter komen dat de transformatie die plaats vindt in het ritueel van naturalisatie (van migrant naar burger) niet volledig is. Immers, men is wel formeel burger maar nog geen onderdeel van de morele gemeenschap; men wordt aangemerkt als allochtoon en dient daarom nog steeds te integreren. Maar ook hoe ontwikkelt de derde groep zich verder; hun transformatie is evenmin volledig en dat weten ze al op het moment dat ze meedoen aan de ceremonie. Onderzoek onder de ambtenaren blijft ook nodig. Immers, burgerschap, identiteit en secularisme zijn niet alleen vage noties in het debat over migranten, integratie en islam, maar (en dat laat Verkaaik prachtig zien) krijgen een bepaalde kracht doordat ze (dwingend) worden overgedragen door instituties in de samenleving die de beschermers zijn van de bestaande arrangementen, waarden en normen. En ook dat zijn geen abstracties, het zijn mensen die het overdragen en vormgeven: ambtenaren.

1 comment.

Een wekelijks portie burgerschap 49 – Vrijwilligers gezocht

Posted on December 10th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Theo, jeugdleider van voetbalteam F6. Maria, luizenmoeder. Mohammed, speeltuinmedewerker. Nico, geeft computerles aan senioren. Amina, bloeddonor. Gerrit, wijkpraatpaal. Mieke, geeft Nederlandse les aan vluchtelingen. Peter, penningmeester zangvereniging. Dineke, wandelt met gehandicapten. Shivano, redacteur wijkkrant. Carla, EHBO’ster. Mavis, collectant.
7 december Nationale Vrijwilligersdag

Dit topic is in hoge mate onderhevig aan zelfcensuur!
Suggesties voor subversief vrijwilligerswerk in het kader van actief burgerschap:

  1. Wikileaks zoekt vrijwilligers die geen geheimen kunnen bewaren
  2. Sea Shepherd zoekt vrijwilligers die verstand hebben van een ramkoers
  3. IND is ook dol op vrijwilligers
  4. De Dutch Defence League zoekt vrijwilligers die hun handen uit de mouwen willen steken
  5. De ‘jihad’ in Somalië heeft een tekort aan vrijwilligers
  6. Mantelzorg is ook lekker belangrijk
  7. Sommige feestjes hebben wat kleur nodig
  8. Vrijwilligers voor een tochtje met de Zonnebloem
  9. Samenleving zoekt lokmoslims om lokjoden en lokhomos uit te schelden
  10. Homobeweging zoekt vrijwilligers

4 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 48 – Vriendschap en geloof

Posted on December 2nd, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010, Notes from the Field.

Uit de burgerschapskalender:

“Echt aandacht hebben voor een ander is de basis van verantwoordelijk burgerschap”, zegt een deelnemer aan de discussie in Groningen. Een goed voorbeeld zijn de “buddy’s”, maatjes die volwassenen of kinderen met problemen ondersteunen. Mooie gedachte die is voortgekomen uit de buddyprojecten voor aidspatiënten.
1 december Wereld Aids Dag

Onder sommige moslimgroepen zou men het eerder over ‘broederschap’ en ‘zusterschap’ hebben dan over buddy’s. Het is ook niet helemaal hetzelfde, maar de invulling van de begrippen vertoont wel overeenkomsten. Broeders en zusters in het geloof, is een veel voorkomende term waarmee jonge ‘salafisten’ naar elkaar verwijzen op internetfora, chatrooms, tijdens bijeenkomsten in buurthuizen her en der in het land en in moskeeën. Het is ook de term waarmee predikers hen aanspreken tijdens hun lezingen en lessen. Ik zal me hier vooral richten op het eerste. De term broeders en zusters is op diverse manieren te interpreteren, maar ik beperk me hier tot het idee van vriendschap en verwantschap in relatie tot sociale bewegingen. In literatuur over sociale bewegingen of over religieuze bewegingen is het thema vriendschap en verwantschap zeer belangrijk. Er wordt voortdurend verwezen naar vriendschappen die men opdoet in bepaalde bewegingen, dat men naar bepaalde bijeenkomsten gaat samen met vrienden, dat mensen schijnbaar veel sneller geneigd zijn om toe te treden tot bepaalde religieuze bewegingen wanneer zij daarvoor door vrienden benaderd worden. Studies naar de vredesbewegingen laten zien hoe nieuwe leden vooral worden gerekruteerd in kringen waar veel vrienden en verwanten al lid waren. Dergelijke netwerken spelen ook een belangrijke rol in het mobiliseren van de participanten in bewegingen. Onderzoek onder radicaal-rechtse bewegingen in België laat zien dat het lidmaatschap van sociale bewegingen gevoelens van verbondenheid kan oproepen en een basis vormt voor zekerheid, broederschap (of zusterschap), vertrouwen en solidariteit. Daarnaast biedt een netwerk van vrienden en verwanten die al lid zijn van zo’n beweging ook een potentiële bevestiging van de eigen ideeën, waardoor deze plausibeler worden. De netwerken geven eveneens een beloning (in de zin van steun, positieve bevestiging) voor conformisme en bekering.

Ondanks het overduidelijke belang van vriendschappen en verwantschap bij het toetreden tot en actief zijn in een sociale beweging, is er toch relatief weinig onderzoek gedaan naar de ontwikkeling en aard van deze vriendschappen. Mijn uitgangspunt daarbij is vriendschap en het idee dat vriendschappelijke relaties anders van aard zijn dan bijvoorbeeld relaties tussen collega’s, familieleden, met leerkrachten, enzovoorts, zoals antropologisch onderzoek laat zien (anthropology of friendship). Vriendschap bestaat uit informele, niet geïnstitutionaliseerde, persoonlijke banden die ingebed zijn in een breder repertoire aan sociale en culturele praktijken.

Het belang en de invulling van vriendschap kan variëren binnen samenlevingen en groepen en de uitingen van vriendschap zijn dan ook verbonden met lokale en mondiale praktijken en voorstellingen over menselijke relaties. Op basis van recent onderzoek kunnen we zien hoe de Marokkaans-Nederlandse moslimjongeren in de puberteit steeds nadrukkelijker culturele en religieuze verschillen ervaren in vergelijking met autochtone jongeren. Ze proberen daarbij op verschillende manieren hun religieuze identiteit vorm te geven in relatie tot de buitenstaanders. Trees Pels laat zien dat de socialisatie van Marokkaans-Nederlandse jongeren in de peergroup van relatief groot belang is, doordat ze beïnvloedbaarder zijn en sterker gehecht zijn aan vrienden dan autochtone jongeren. De peergroup geeft jongeren de mogelijkheid om te experimenteren en kan een zeer belangrijke steun zijn voor jongeren. Tijdens de puberteit kan men culturele en religieuze verschillen met niet-moslims ‘ontdekken’, bijvoorbeeld het wel of niet drinken van alcohol, uitgaan en relaties tussen jongens en meisjes. Het gaat daarbij niet zozeer om gedrag (er zijn genoeg moslimjongens en -meisjes die uitgaan, alcohol drinken en relaties hebben), maar vooral om de normatieve aspecten van dat gedrag. Zeker voor meisjes geldt dan ten opzichte van niet-moslims dat, zoals ze zelf zeggen, ‘de interesses uit elkaar gaan lopen’. Dit betekent dat door de verschillende verwachtingen die de omgeving heeft van moslimjongeren en niet-moslims en door hun eigen perspectief, jongeren van verschillende etnische en religieuze groepen ook verschillende keuzes maken.

Dit maakt vriendschappen niet onmogelijk, maar schept wel een afstand tussen de verschillende jongerengroepen. Meningsverschillen tussen moslimjongeren en andere jongeren over bijvoorbeeld ‘11 september’ en ‘Geert Wilders’ scherpen de verschillen nog eens aan. Jongeren trekken dan naar elkaar toe en voelen zich gaandeweg meer verbonden met elkaar en soms ook met ‘moslimbroeders’ en ‘moslimzusters’ elders. Wat daarbij ook een rol speelt is dat veel Marokkaans-Nederlandse moslimjongeren gebruik maken van andere informatiebronnen dan veel autochtone niet-moslimjongeren. De Marokkaans-Nederlandse jongeren in mijn onderzoek kijken naast Nederlandse televisie ook naar bijvoorbeeld Al Jazeera en de Marokkaanse televisie. Dirk Oegema heeft enige tijd geleden ook laten zien dat hier sprake is van en/en (zowel Nederlandse als buitenlandse kanalen kijken) in plaats van of/of (het kijken van buitenlandse kanalen ten koste van de Nederlandse). Vooral wanneer op die zenders aandacht besteed wordt aan de kwestie van Israël en de Palestijnen, zijn jongeren geïnteresseerd. De etnische identiteit verdwijnt dan naar de achtergrond doordat moslims met een andere etniciteit (‘Turks’, ‘Somalisch’ of ‘Nederlands’) gezien worden als deel van dezelfde groep. De identificatie met de ummah heeft echter ook etnische kenmerken zoals ik in mijn proefschrift heb laten zien. De ummah is weliswaar niet gebaseerd op een vermeende bloedverwantschap, maar dit wordt gecompenseerd door verwijzingen naar medemoslims als ‘broeders’ en ‘zusters’. De identificatie met de ummah creëert een spirituele, historische en politieke band tussen individuen. De verwijzing naar de ummah wordt gebruikt om een onderscheid te maken met niet-moslims, en tegelijkertijd een gevoel van verbondenheid te creëren. Hiermee vindt ook een vermenging plaats tussen vriendschap en ‘spirituele’ verwantschap. Vriendschap en verbondenheid worden hiermee religieus ingekaderd en hebben niet alleen betrekking op affectieve relaties, maar hebben ook een disciplinerend aspect. We zien dat ook bij het proces waarbij jongeren, tieners, niet voor elkaar onder willen doen in hun religiositeit; een soort van ‘vroomheidcompetitie’ zeg maar. Het disciplinerende aspect van vriendschap zien we ook wanneer men anderen vermanend toespreekt (bijvoorbeeld omdat gesprekken over te gevoelige onderwerpen gaan of te agressief worden). Ook wanneer men anderen wil mobiliseren, worden de termen ‘broeders’ en ‘zusters’ gebruikt. Daarmee wordt als het ware een ‘islamitisch’ repertoire aangeroepen om het gedrag van mensen te veranderen.

Vriendschap speelt dus een belangrijke rol in de toetreding tot, participatie in en mobilisatie van sociale bewegingen. Mensen gaan zelf vriendschappelijke relaties aan en geven die ook zelf inhoud. Zij zoeken daarbij naar een omgeving waarin ze zich welkom voelen. De warme en opgewekte sfeer die op veel islamitische bijeenkomsten heerst (naast de zeer serieuze en ernstige lezingen) draagt daar ook aan bij (wordt door sommigen overigens ook wel als benauwend ervaren). Een individu zal niet snel uit een vriendennetwerk stappen. Deels vanwege de druk zoals in een vroomheidcompetitie of het risico alle vrienden te verliezen, maar juist ook omdat vrienden bij uitstek diegenen zijn van wie men zich iets aan trekt als het gaat om adviezen en commentaren over het eigen gedrag, houding en opvattingen.

En dan tot slot een open deur (maar wat heb je aan open deuren als je ze niet intrapt?), vriendschap hoeft natuurlijk geenszins beperkt te blijven tot relaties binnen etnische of religieuze groepen. Een mooi voorbeeld zien we in de film Arranged waarin een Joodse vrouw en een moslim vrouw, beiden lerares op dezelfde school, ontdekken dat ze vooral veel zaken gemeen hebben; niet in het minst de druk van hun familie om een (ge-arrangeerd) huwelijk aan te gaan.

You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video

1 comment.

Een wekelijks portie burgerschap 47 – alledaags multiculturalisme en racisme

Posted on November 26th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

“Geen enkele democratie kan lang bestaan als zij niet als fundament voor haar bestaan de erkenning van de rechten van minderheden accepteert.”
Franklin D. Roosevelt, president van de Verenigde Staten van Amerika van 1932 tot 1946.

De secretaris-generaal van de Arabische Liga, Amr Moussa, riep afgelopen woensdag op tot een onmiddellijke beeindiging van zowel discriminatie van christenen in Arabische landen als van moslims in Europa. In een bijeenkomst van de Arab-European Young Leaders Forum in Wenen stelde hij dat alle religieuze discriminatie veroordeeld moet worden. Dat is geen overbodige luxe. Een recent thema-nummer van het tijdschrift ZemZem (koopt dat blad!) over christenen laat dat ook zien. Heleen Murre-Van den Berg laat zien dat christenen aldaar in een ingewikkelde positie zitten, waarbij angst voor islam, verschillende (soms conflicterende) interpretaties van de geschiedenis, overheden en kerkleiders de positie van christenen aldaar bepalen waarbij er perioden zijn van relatieve harmonie en menging met andere groepen (zie bijvoorbeeld ook de bedevaartplaatsen waar zowel christenen als moslims komen), maar ook perioden van extreem geweld en vervolging. Een land dat als geen ander het voorbeeld vormt van deze ingewikkelde toestand is Iraq waarbij ook internationale invloeden nog eens een grote factor van belang zijn voor de status van christenen. Nella van den Brandt heeft haar scriptie geschreven over het onderwerp van geweld tegen christenen en daarbij besteed ze in het bijzonder aandacht aan de positie van vrouwen wier lichaam de grens symboliseren tussen verschillende groepen. Daarmee staan vrouwen (zoals zo vaak) midden in de strijd en vormt hun lichaam ook het strijdtoneel voor verschillende etnische en religieuze groepen. In het geval van de Palestijnen wordt juist geprobeerd invloed uit te oefenen op het internationale publiek, in het bijzonder op de kerken en christelijke organisaties. Palestijnse christenen hebben vorig jaar kerken en andere organisaties opgeroepen niet langer Israël op Bijbelse gronden automatisch te steunen, maar zich het lot van de Palestijnen onder Israëlische bezetting aan te trekken. De reacties op dit document waren in Nederland zeer gemengd en af ten toe zeer fel zo laten Sylva van Rosse en Rena Netjes zien. Andere artikelen in dit themanummer gaan over Oosterse christenen als wegbereiders voor de islam, de christelijke wortels van de Arabische journalistiek, christelijke heiligdommen in Libanon, missie in Egypte onder het Britse protectoraat, de Kopten in Egypte, muziek, het klooster van Saydnaya en vrouwen in de Libanese protestantse kerk.

De situatie van moslims en andere minderheden in Europa is natuurlijk niet zomaar vergelijkbaar met die van christenen in het Midden-Oosten en  we moeten die ook niet zomaar op elkaar betrekken. Wel kent ook Europa een ingewikkelde geschiedenis met betrekking tot haar religieuze minderheden en zijn er ook nu gewelddadige en andere racistische of islamofobische incidenten. De cijfers erover zijn niet altijd even betrouwbaar en er is ook discussie over de termen racisme en islamofobie. Niettemin lijken we in Nederland toch te kunnen spreken van een dalende tendens met betrekking tot anti-semitisch geweld en discriminatie, maar ook een stijging van geweld tegen moslims om hun geloof. Een tendens die nauwelijks opgepikt lijkt te worden ondanks enkele recente kamervragen. Het is opmerkelijk ook dat deze tendens niet eens (kritisch) besproken wordt in het recente jaarrapport integratie 2010. Nogal speculatief durf ik dat te wijten aan de normalisering van anti-moslimracisme. Het lijkt erop dat anti-moslimracisme (tegenwoordig) niet zozeer, of niet alleen, uit extreem-rechtse, nazistische verbanden komt en als het daar wel uit komt dat de goegemeente er toch min of meer de schouders over ophaalt. Dat is in ieder geval de indruk onder veel moslims die ik spreek en niet alleen uit ‘salafistische’ hoek. Een recent onderzoek van Kees van den Bos van de Universiteit Utrecht laat ook zien dat sommige moslims de indruk hebben dat de Nederlandse regering (die olv Balkenende) er niet voor hen is bijvoorbeeld in de reactie op Fitna waarbij Balkenende waarschuwde voor mogelijke economische gevolgen voor Nederland. Er zijn overigens wel degelijk verklaringen uit gegaan waarin wel rekening wordt gehouden met moslims, maar de indruk is duidelijk een heel andere. Dat wordt toch nog interessant met een anti-islam partij bijna in het centrum van de macht.

Omgekeerd zien we natuurlijk ook dat er onder moslims in Europa tendensen zijn tot anti-westerse, xenofobe uitspraken en dehumanisering van andersgelovigen. Afgelopen week konden we op BBC1 een uitzending zien van Panorama over ‘extremisme’ op islamitische privé-scholen. De zaak die dit programma maakt van extremisme is niet overal even sterk. Men richtte zich op fatwa-sites die losjes gelinked zouden zijn aan die scholen en uitspraken van islamgeleerden tijdens ‘fundraising dinners’ voor de scholen. De teksten van die sites laten opvattingen zien over bijvoorbeeld muziek en het weigeren van hulp door advocaten aan moslims die shari’a straffen zijn ontvlucht. Op één school lijkt de niqab de verplichte sluier te zijn voor vrouwen. Dat lijkt allemaal op ‘guilt by association’ en ook al zijn de teksten opmerkelijk, is het ook extremistisch? Discriminerend is het in ieder wel op sommige plekken. Een sterkere case heeft betrekking op de door Saoedi Arabië geleidde scholen waarin boeken met details over amputaties stonden en waarin in neerbuigende en discriminerende termen over andere religies gesproken worden. De reactie is deels voorspelbaar en deels terecht: ze zijn in de docu uit de context gehaald. De boeken behandelen deels inderdaad de islamitische geschiedenis en dat wordt nauwelijks aan de orde gesteld. Dat het daarbij nodig is om die termen te gebruiken en dergelijke afbeeldingen lijkt mij nogal onzin. De vraag is ook of de kinderen op die school die context kennen, meenemen en begrijpen en of zij die niet door een gebrek aan professioneel onderwijs klakkeloos en zonder gevoel voor verhoudingen, situaties en geschiedenis toepassen op het hedendaagse leven. Er is dan ook niet voor niets onder moslims in Engeland flinke kritiek op deze privé-scholen die onprofessioneel zouden zijn en een compleet ongeschikt curriculum zouden hebben (als ze die al hebben).

In zijn pleidooi in Wenen stelt Amr Moussa dat extremisten aan beide zijden gebruik maken van misverstanden. Dat doet er eigenlijk niet toe of het misverstanden of zijn niet want wie weet nu eigenlijk precies wat islam is of wat de Nederlandse cultuur is? Beiden zijn te veelomvattend, te complex, te intern tegenstrijdig om in eenvoudige slogans te vangen, maar dat is wel wat er gebeurt. Niet door te zeggen hoe de toekomst van echte islamitische staat er nu precies uit ziet of hoe de toekomst van een islamvrij Nederland er nu precies uit ziet, maar door de etnische of religieuze Ander negatief in te kleuren, te demoniseren en te dehumaniseren. Tegelijkertijd lijkt dit zowel in het Midden-Oosten als in Europa deel uit te maken van het gewone dagelijkse leven van mensen en wordt er nauwelijks stil gestaan bij de mogelijk negatieve effecten van demonisering en dehumanisering juist omdat ze voor betrokkenen zo alledaags zijn.

0 comments.

Closing the week 45 – Featuring Performing Islam

Posted on November 14th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Most popular on Closer this week:

  1. Cartoonesque 17: That is (not) funny!
  2. Nu Online: Zoeken naar een ‘zuivere’ Islam
  3. Handboek en symposium over jongeren en religie

Notes:

  • I’m honored that my blog Closer is nominated for the Annual Brass Crescent Awards. You can see the full list of nominees and vote at Brasscrescent.org
  • If you want to stay updated and did not subscribe yet, you can do so HERE
  • If you want to stay updated about the ISIM Review pages I suggest you do subscribe

Featuring Performing Islam

tabsir.net » Performing Islam

Performing Islam is the first peer-reviewed interdisciplinary journal about Islam and performance and their related aesthetics. It focuses on socio-cultural as well as historical and political contexts of artistic practices in the Muslim world. The journal covers dance, ritual, theatre, performing arts, visual arts and cultures, and popular entertainment in Islam influenced societies and their diasporas. It promotes insightful research of performative expressions of Islam by performers and publics, and encompasses theoretical debates, empirical studies, postgraduate research, interviews with performers, research notes and queries, and reviews of books, events and performances.

China’s Muslims join the Haj, at a high cost

BEIJING // When dozens of flights recently took off from China carrying Muslims on the Haj pilgrimage, Zhang Kebao remained at home in Ningxia province, reflecting on the financial impossibility of travelling himself.

Mecca heaving with Muslim pilgrims ahead of hajj | Radio Netherlands Worldwide

Muslim pilgrims dressed in white robes descended in their hundreds of thousands on Mecca for weekly prayers on Friday, two days ahead of the start of the annual hajj pilgrimage.

All streets leading to the grand mosque were crammed with praying pilgrims, with lines stretching back about a kilometre (0.6 mile).

Plazas and corridors of surrounding malls were also crowded with devotees spreading their prayer mats, as were grocery stores which stopped selling for the prayers.

Princeton University – Pilgrimage takes anthropologist on journey of self-discovery

As the departure date neared, Abdellah Hammoudi became increasingly aware that his study of the hajj — the pilgrimage of Muslims to Mecca — was also going to confront him with many questions about himself.

A professor of anthropology, Hammoudi was preparing to study the rituals of the hajj from the closest possible viewpoint — as one of the approximately 2 million Muslims who annually travel to Mecca during a set time period in the Islamic calendar.

But he could not visit the spiritual home of Islam without also taking into account his own responses as someone who was raised in Islamic culture in Morocco, but who was not a practicing Muslim.

At least 2.5 million Muslim pilgrims begin haj | Analysis & Opinion |

At least 2.5 million Muslims began the annual haj pilgrimage on Sunday, heading to an encampment near the holy city of Mecca to retrace the route taken by the Prophet Mohammad 14 centuries ago.

Traveling on foot, by public transport and in private cars, the pilgrims will stream through a mountain pass to a valley at Mina, some three km (two miles) outside Mecca. The path is the same as the Prophet himself took on his last pilgrimage.

Sabina England: Deaf, Muslim, feminist punk playwright – The Scavenger

Writer and performer Sabina England doesn’t let adversity stand in her way. The fiercely feminist creative spoke with Katrina Fox.

14 November 2010

Sabina England is a Deaf, Muslim, feminist playwright who grew up in England and the US.

When she was 21, she landed her first playwrighting opportunity with Kali Theatre, which read her one-act play Chess for Asian Punks, Greek Losers and Dorks at the Theatre Royal Stratford East in London.

Her first professional theatrical production was How the Rapist was Born which was produced by Theatre Waah! and Talawa Theatre Company, in association with the Arts Council of England.

In addition to her stage plays, Sabina also writes short stories and screenplays. Her first film Wedding Night will be released in 2011. Sabina has a Youtube channel, on which she performs as VelmaSabina in short videos, such as the controversial Allah Save the Punk, and also makes short experimental feminist videos.

Cornered – Princess Hijab, Paris’s elusive graffiti artist | Art and design | The Guardian

Princess Hijab daubs Muslim veils on half-naked fashion ads on the metro. Why does she do it? Is she a religious fundamentalist? And is she really a woman? Angelique Chrisafis meets the elusive street artist

Interview with Naqa’a: Saudi Women Fighting For The Environment | Green Prophet

For over five years, a small group of young Muslim women have been hard at work in Saudi Arabia helping to fight climate change. Naqa’a, the environmental enterprise, was setup with the aim of introducing environmental practices to organizations and spreading Islam’s green message to the masses. The founders of the group were even selected by the White House to participate in the Presidential Summit on Entrepreneurship. Arwa caught up with Norah Magraby, a full-time nurse who manages the organisation in her spare time, to find out more about their work, the biggest issues facing Saudi Arabia and the role that all Muslims must play in protecting the environment.

Hijabi Monologues Give Voice to Muslim American Women – Palo Alto, CA Patch

In an effort to inform the Stanford community about the hijab, the headscarf Muslim women use to cover their hair, students will perform a rendition of “Hijabi Monologues” tonight at 7 in Cubberley Auditorium on campus.

Kim Joseph: Unveiling My Surrender

“I’ll be right down,” I yelled into the door buzzer. Racing to the closet and rummaging through my colorful collection of hijabs, I impulsively selected a pink one. “Pink it is!” I said to myself, waving the scarf around in the air as I ran over to the mirror and wrapped it around my hair and tied it up in the back. I slid my feet into my flip flops, grabbed my purse and keys and turned out the light. “IKEA here we come,” I said to Emily as I bounced down the stairs outside my apartment building. “Can we grab some coffee for the bus ride?” I asked her. “Yea, sure. Espresso 77?” she asked. “Is there any other place?”

The next place I found myself was in aisle 20 searching for chairs to match Emily’s kitchen table. Throughout the day I was feeling a growing need to reach up and rip off my hijab. Just like that. Take it off and continue with my day.

The Multiculti Debate
Respecting Muslim Patients’ Needs – NYTimes.com

A woman in her mid-30s wearing a hijab, the traditional Muslim head covering, comes to an urgent care center complaining of leg pain. The first thing she asks: “Are there any woman doctors around?”

SPIEGEL Interview with Geert Wilders: ‘Merkel Is Afraid’ – SPIEGEL ONLINE – News – International

In a SPIEGEL interview, Dutch Islam-opponent Geert Wilders discusses his fight for a Koran ban, why German Chancellor Angela Merkel is running scared on the immigration issue and his belief that the Netherlands’ debate over Muslims has now crossed the border into Germany.

Islam in Conflict with Democracy? A Response to Stanley Fish | Politics | Religion Dispatches

The State of Oklahoma overwhelmingly supported Measure 755 in last week’s elections, forbidding the use of international and shari’ah law in state courts. A week earlier, literary theorist Stanley Fish penned a piece for the New York Times exploring the conflicts that emerge when Muslim immigrants to Western nations “evidence a desire to order their affairs, especially domestic affairs, by Shari’ah law rather than by the supposedly neutral law of a godless liberalism.”

Differing visions of multiculturalism at odds in Europe | Northeastern University News

Associate Professor of International Affairs Berna Turam, the author of “Between Islam and the State: the Politics of Engagement,” offers insight into the tensions that exist between secular states like Germany and their Muslim populations. Turam teaches in the College of Social Sciences and Humanities at Northeastern University.

What are the political implications of these negative viewpoints toward immigrants, especially Muslims, proliferating throughout Germany?

Comments on Immigration in Germany: Multikulturell? Wir? | The Economist

Multikulturell? Wir?
How a fresh debate on multiculturalism in Germany clashes with the country’s need for more immigrants

Social Media, connections and activism
Anthropology in Practice: Follow Friday and The No Free Lunch Theory

So my former colleague wasn’t too far off in her assessment. According to Mauss’ cycle of reciprocation, gifts come riddled with obligations. Think this is a bit far fetched? We really only need to turn to Twitter on any given Friday to see this played out.

Facebook does not Promote Activism….so What? » ThickCulture

Maclom Gladwell searches for an activist Facebook in his recent New Yorker piece. Guess what? He doesn’t find it. Gladwell isnot the first person to make the observation that Facebook and other social networking platforms are of limited effectiveness in promoting activism. Evegny Morozov makes the important observation that the ease with which Facebook users can express support for a cause and feel they have taken action on that cause inhibits, rather than promotes, social activism.

Books
Talking to the Enemy by Scott Atran – review | Books | The Observer

Talking to the Enemy by Scott Atran – review

Rather than being brainwashed by militant recruiters, terrorists tend to be ordinary people driven by their peer group, argues anthropologist Scott Atran

Book Review – Facts Are Subversive – By Timothy Garton Ash – NYTimes.com

The essays in “Facts Are Subversive” cover roughly the short first decade of the new century, between the attacks of 9/11 and the election of Barack Obama. The volume begins with what appears to be a new wave of velvet revolutions, in Belgrade and Kiev. Garton Ash was there for each of them, taking in the brief euphoria alongside Serbs and Ukrainians, but these latter-day cases of regime change from within achieved less conclusive and happy outcomes than the earlier ones did. Garton Ash also traveled beyond Europe, to Myanmar, formerly Burma, and Iran, drawn by their impressive opposition movements. In each case, within a few years, non-Western versions of velvet revolution were put down with considerable bloodshed.

The discouraging facts of the past decade don’t lead him to abandon the idea, but they complicate it.

Making Sense of Sudan » Blog Archive » On the Frontiers of Islam?

The Tenth Parallel does not consist of dispatches, or of edited versions of already published pieces, but is a collection of anecdotal encounters loosely organized around the idea that the “fault line” between two culture zones is at or near the tenth parallel of latitude. This is really a travel book, rich in local color and authorial presence, poor in its command of sources and as a guide to the history and cultures of the countries it surveys.

Landmarks in the critical study of secularism « The Immanent Frame

Formations and Not a Secularist both approach secularism indirectly by sounding out the oblique tendencies, layered sensibilities, and obscured histories that together incline discourses, communities, and individuals toward or away from certain forms of secularism, which in turn appears as an unstable and mutable formation. To draw questions from this: To what extent is secularism itself an essentially contested concept that is constantly open to reconfiguration? In what ways has the operative significance of secularism shifted in the last ten years? To what extent has it become important to contest or defend new aspects of the secular and new turns of secularism in line with these changes?

Misc.
Our Brother | Umar Lee

The arrest of Mohamud Abdi Yusuf for alleged financing of a grassroots Somali organization is another trumped up case against an immigrant Muslim for sending money to relatives. Immigrants sending money to less fortunate relatives in their home countries is a long tradition in this country and has not become an issue in our nation’s history until recent times. It should be noted that this comes at a time of heightened Islamophobia in America from opposition to a Muslim community center in Lower Manhattan, to the building of a mosque in Tennessee, to the rise of the bigoted Tea Party Movement. Just a short time ago a Muslim cab driver was stabbed in New York City for simply being a Muslim and today a Muslim cab driver in St. Louis is being stabbed by state-sanctioned judicial violence for the alleged crime of being a patriotic Somali.

Anwar al-Awlaki 2001 vs Anwar al-Awlaki 2010 – What Changed? (Video) | MuslimMatters.org

Video by Fadel Soliman. Read the comments!

Mona Eltahawy Blog » Archives » Taboo and Rape in Egypt

A WOMAN, COVERED head-to-toe in a black veil, appeared on Egyptian television this summer to drop a bombshell: two policemen, she said, had raped her.

It’s unclear if she normally wears the niqab, the face veil, or if it served to protect her anonymity. But there was no doubt that her allegation served as a sledgehammer to strike two of Egypt’s sorest spots of late: sexual assault and police brutality.

UnderstandingSociety: Three years of UnderstandingSociety

Today marks the end of the third year of publication of UnderstandingSociety. This is the 481st posting, with prior posts covering a range of themes from “social ontology” to “foundations of the social sciences” to “globalization and economic development.” In beginning this effort in 2007 I had envisioned something different from the kinds of blogs that were in circulation at the time — something more like a dynamic, open-ended book manuscript than a topical series of observations. And now, approaching 500,000 words, I feel that this is exactly what the blog has become — a dynamic web-based monograph on the philosophy of society. It is possible to navigate the document in a variety of ways — following key words, choosing themes and “chapters”, or reading chronologically. And it is also possible to download a full PDF copy of the document up through July, 2010; this will be updated in January 2011.

Pickled Politics » We need the right response to terrorism from Yemen

David Randall and Andrew Johnson in the Independent open their feature article “the axis of terror got bigger yesterday.” Well, not quite. Yemen has been a potential source of terrorist attacks on the West for a large portion of the last decade. The rest of the article is quite good in explaining the dire conditions within Yemen fuelling conflict, but there’s a problem with this:

Language Log » How to explain your research at a party

From the AAAS (the American Association for the Advancement of Science), a holiday t-shirt:

Dutch
‘Politiek kan moslims niet goed beschermen’ – Trouw

Het politiek debat biedt moslims onvoldoende bescherming tegen discriminerende uitlatingen van Geert Wilders. Wie minderheden wil beschermen, moet naar alle democratische middelen kunnen grijpen, waaronder een gang naar de rechter.

Homo’s, de Melkweg en moslims | DeJaap

Het COC pleit voor een verbod op het optreden van de Jedi Mind Tricks omdat dat beledigend voor homo’s zou zijn. Ditmaal schaart de stad Amsterdam, in de persoon van de burgemeester, zich achter dit pleidooi voor waarschijnlijk onwettige en zeer zeker onwenselijke censuur.

Ordinaire exploitatie van angst bij de NTR | DeJaap

Wanneer je goed naar Rauw & Puur kijkt, zie je ook dat de meisjes best weten wat er mis is. Dit zijn de interessante momenten voor mensen die werken met deze meiden (leraren, ouders, jeugdzorg): waarom toch dit gedrag vertonen als je weet dat het niet goed is?

Bruggenbouwers » “Betrek moslims bij islamnota PKN”

De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) moet de zogenoemde islamnota nog niet aanvaarden. Eerst moeten kerkelijke partners en moslimsorganisaties worden gevraagd op de nota te reageren.

Orthodoxe moslims zijn geen extremisten | Bedreigde Democratie? | Politicologie | Universiteit van Amsterdam (UvA)

Vanuit een veiligheidsperspectief is de conclusie dat de streng orthodoxe islam in Nederland geen betrouwbare voorspeller is van extremistische opvattingen: orthodoxie leidt niet automatisch tot extremisme. Het overgrote deel van de Nederlandse moslims past uitstekend in onze democratische samenleving. De streng orthodoxen hebben weliswaar opvattingen die vanuit vele perspectieven onwenselijk zijn en de sociale integratie belemmeren (mannen schudden vrouwen niet de hand, een theocratie is beter dan een democratie en men betreedt geen ruimten waar mannen en vrouwen samen zijn). Deze opvattingen vormen echter op zichzelf geen bedreiging voor de democratische rechtstaat en zijn te vergelijken met de staatsopvatting van de SGP. Wie de streng orthodoxe moslim wil tekenen komt al snel terecht bij een oudere Marokkaanse man die vasthoudt aan zijn streng religieuze denkbeelden, geweld begrijpt, maar het nooit zelf zal toepassen. Een man die door zijn opleiding en inkomenspositie een marginale positie in de Nederlandse samenleving inneemt. Iets geheel anders dan de vaak beschreven jongeren die klaar zouden staan om de Nederlandse democratie en rechtsstaat te ondermijnen.

Kabinet-Rutte en jonge moslims, LUX, 18 nov | Nijmegen nieuws

Stel je bent jong en moslim. Wat betekent het aantreden van het kabinet-Rutte dan voor
jou? Is het een opluchting dat er nadrukkelijk aandacht komt voor thema’s als werk en
veiligheid en dat jongeren die het verpesten voor de rest eindelijk worden aangepakt?

hoeiboei: Moslims moeten vrije burgers worden

Het klopt – de islam hoort bij Duitsland, maar op een andere manier dan menigeen denkt. Zolang de islam de traditie van de Verlichting ontkent, is er moeilijk onderscheid te maken tussen hem en het islamisme. De dankrede van de sociologe en strijdster voor vrouwenrechten Necla Kelek bij het in ontvangst nemen van de Vrijheidsprijs van de Friedrich-Naumann-Stiftung.

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 45 – Wanneer het echt niet meer gaat

Posted on November 10th, 2010 by martijn.
Categories: anthropology, Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Als mantelzorger zorg je langdurig en onbetaald voor een familielid, vriend of kennis die chronisch ziek, gehandicapt of hulpbehoevend is. Heel vanzelfsprekend, vinden de 3,7 miljoen mantelzorgers in Nederland. “Maar dan wil je wel dat je goede ondersteuning krijgt, als het even niet meer gaat”, aldus een deelnemer aan de discussie in Bergen op Zoom.

10 november Dag van de Mantelzorg

Het zorgen voor kinderen (vaak overigens niet onder mantelzorg gerekend), voor ouderen, gehandicapten en mensen die getroffen zijn door calamiteiten zijn allemaal te zien als wederkerige, sociale activiteiten die zowel voor de verzorger als de verzorgde van cruciaal belang zijn. Deze zorg valt onder de populaire gezondheidszorg: niet onder de reguliere medische zorg en evenmin onder alternatieve geneeswijzen. Het lijkt wel alsof deze vorm van zorg steeds verder af komt te staan van reguliere zorg; de zorg die mantelzorgers bieden wordt immers steeds minder gedaan in ziekenhuizen en verpleegtehuizen. Praktische hulp voor alledaagse beslommeringen, emotionele steun, het uiten van morele solidariteit en verantwoordelijkheid voor de ander en een erkenning en bevestiging van die ander; het zijn zaken waar u nauwelijks nog op hoeft te rekenen in de reguliere zorg. Wanneer iemand op zijn/haar sterfbed ligt komt er nog een taak bij; één die heel simpel lijkt maar mensen heel moeilijk en zwaar vinden: het simpelweg er zijn voor en met de stervende zonder enige verwachting op herstel. Zo opgevat is mantelzorg een fundamentele en existentiële activiteit die iets zegt over de relatie met andere mensen en over andere activiteiten; het is een activiteit die er écht toe doet. Juist in een materiële samenleving als de onze is het misschien nog wel de enige activiteit die daaronder geschaard kan worden. Toch heeft het volgens mij niet zoveel status en mijn indruk is dat het toenemende belang van mantelzorg vooral een bezuinigingsoperatie is die volledig voorbij gaat aan de fundamentele en existentiële kenmerken ervan. Waarschijnlijk is één van de redenen dat het weinig status heeft het gegeven dat mantelzorg ‘nu eenmaal’ vooral door vrouwen gedaan werd en wordt wat vrijwel altijd betekent dat de status ‘nu eenmaal’ lager is.

Dit is eigenlijk het verhaal van Arthur Kleinman, één van de meest vooraanstaande medisch antropologen. Hij is psychiater en antropoloog en heeft onderzoek verricht in China en Taiwan naar depressie, epilepsie, schizofrenie en zelfmoord. Zijn belangrijkste publicaties zijn Patients and Healers in the Context of Culture; Social Origins of Distress and Disease: Neurasthenia, Depression and Pain in Modern China; The Illness Narratives; Rethinking Psychiatry; Culture and Depression (co-editor); Social Suffering (co-editor). Zijn recente boek What Really Matters gaat precies over mantelzorg. Nu doen antropologen dat over het algemeen op basis van participerende observatie, maar dit geval is iets bijzonders. In 2003 kregen hij en zijn vrouw te horen dat zijn vrouw de ziekte van Alzheimer had. What really matters is gebaseerd op zijn ervaringen, analyse en zelf-reflectie met betrekking tot de zorg voor zijn vrouw. In een artikel voor het Harvard Magazine maakt Kleinman zijn punt nog eens duidelijk:
Arthur Kleinman on the societal and medical ramifications of caregiving | Harvard Magazine Jul-Aug 2010

My own experience of being the primary caregiver for my wife, on account of her neurodegenerative disorder, convinces me yet further that caregiving has much less to do with doctoring than the general public realizes or than medical educators are willing to acknowledge. Caregiving is about skilled nursing, competent social work, rehabilitation efforts of physical and occupational therapists, and the hard physical work of home healthcare aides. Yet, for all the efforts of the helping professions, caregiving is for the most part the preserve of families and intimate friends, and of the afflicted person herself or himself. We struggle with family and close friends to undertake the material acts that sustain us, find practical assistance with the activities of daily living, financial aid, legal and religious advice, emotional support, meaning-making and remaking, and moral solidarity. About these caregiving activities, we know surprisingly little, other than that they come to define the quality of living for millions of sufferers.

In dit artikel, gebaseerd op twee artikelen die hij schreef voor de Lancet (HIER en HIER) stelt hij eigenlijk dat de hedendaagse zorg mank gaat door een paradox. De balans tussen wetenschap en technologie aan de ene kant en aan de andere kant het verzorgen is zo ver doorgeslagen naar het eerste dat het verzorgen nog maar een zwakke schaduw is van wat het eens zou zijn geweest. Sterker nog, het opleiden van medische studenten als wetenschappelijk-technische experts diskwalificeert hen eigenlijk in toenemende mate als verzorger. En nog sterker, zou ik er aan willen toevoegen, wegens het gebrek aan status voor verzorging leidt een toenemende nadruk op verzorging in de opleiding waarschijnlijk tot een diskwalificatie als technisch expert. Opvallend in het artikel en ook in het boek is dat Kleinman zeer persoonlijke, ontroerende verhalen en anecdotes afwisselt met heel afstandelijke beschouwingen en dat die over het algemeen naadloos bij elkaar passen:Arthur Kleinman on the societal and medical ramifications of caregiving | Harvard Magazine Jul-Aug 2010

I lead her across the living room, holding her hand behind my back, so that I can navigate the two of us between chairs, sofas, end tables, over Persian rugs, through the passageway and into the kitchen. I help her find and carefully place herself in a chair, one of four at the oval-shaped oak table. She turns the wrong way, forcing the chair outward; I push her legs around and in, under the table’s edge. The sun streams through the bank of windows. The brightness of the light and its warmth, on a freezing winter’s day, make her smile. She turns toward me. The uneven pupils in Joan Kleinman’s green-brown eyes look above and beyond my head, searching for my face. Gently I turn her head towards me. I grin as she raises her eyebrows in recognition, shakes her long brown hair, and the soft warmth of her sudden happiness lights up her still strikingly beautiful face. “Wonderful!” she whispers. “I’m a Palo Alto, a California, girl. I like it warm.”

In een interview op PBS geeft Kleinman nog iets meer een inkijkje in zijn persoonlijke beleving en de relatie met zijn werk als wetenschapper.
October 1, 2010 ~ Arthur Kleinman on Caregiving | Religion & Ethics NewsWeekly

KLEINMAN: I think it’s the sadness, the sense of a deepening despair—that you realize that this is not going to go away. This is going to get worse. You realize that this is a terminal illness.

ABERNETHY: As Dr. Kleinman balanced his work and his caregiving, he says he found great meaning in the Chinese Confucian tradition he and his wife had both studied.

KLEINMAN: The deep commitment to family, the idea that family was central to everything that you did. The respect you have for somebody else—that your own humanness deepens as you engage the humanness of somebody else.

I found that that relationship became increasingly tied to my moral view of things—that I had enormous respect for her, that I felt that it was crucial for me to help her maintain her dignity. There is something remarkable about that feeling of being present with someone else, and I felt that for a long time in our relationship, and I felt that deepen as there were more acts for me to do. It was in the doing that I felt I was a caregiver. Not in thinking about it, not in talking to people about it, but actually doing it. The acts themselves I saw as moral acts.

Deze artikelen en zijn boek zijn eigenlijk hedendaagse monumenten van existentiële antropologie; diep persoonlijk afgewisseld met analytische beschouwen over het mens-zijn en het in-de-wereld-zijn oftewel (en veel te kort door de bocht) hoe men zich verhoudt tot de wereld om hen in heen. De kwaliteiten die Kleinman legt bij mantelzorg maken mantelzorg voor hem misschien wel datgene wat een mens een mens maakt. En dit alles naar aanleiding van een onderzoek naar zorg voor een vrouw die misschien door Alzheimer wel een deel van dat menszijn verliest. Ik heb het idee dat Kleinman net zoals vele mantelzorgers telkens blijven zoeken naar dat kleine tekentje van menszijn. En in dit geval gaat het dus niet om zomaar een vrouw, maar om zijn vrouw met wij hij zijn leven deelt en van wie hij duidelijk erg veel houdt:
October 1, 2010 ~ Arthur Kleinman on Caregiving | Religion & Ethics NewsWeekly

The memory may go. They may not recognize who you are, may not remember from minute to minute what you said. But you can still see, in the way they respond to you, feelings, deep feelings that represent the fact that they know you’re important in their life even though they’re not quite sure whether you’re the husband or the son or what your name is and the like.

En net als zovelen kwam ook Kleinman voor het moment dat hij het zelf niet meer aankon:
October 1, 2010 ~ Arthur Kleinman on Caregiving | Religion & Ethics NewsWeekly

But by last summer Kleinman had come to realize that his wife needed more care than he could give. So, reluctantly, he moved her to a nursing home.

KLEINMAN: That was the most difficult thing. That is, that I had made up my mind that I would take care of my wife until the end, and I did it for seven to eight years until a point at which I recognized I couldn’t do it anymore. I couldn’t handle—and I’m a psychiatrist—I could not handle the agitation part of it, where she became so agitated and so distressed, and she really needed a safe place to be, etc., where she would be less paranoid and less threatened by things.

De quote van de burgerschapskalender dat we toch wel wat hulp willen, is een meer dan een kostenpost zoals het zo vaak gezien wordt. Het is een worsteling van enerzijds toe te moeten geven dat het echt niet meer anders kan en anderzijds ook dat dan vaak toch écht het laatste stadium ingaat. October 1, 2010 ~ Arthur Kleinman on Caregiving | Religion & Ethics NewsWeekly

KLEINMAN: When you’ve been deeply in love with someone for 45 years and greatly enmeshed together, that issue of distance is a recognition that someone is dying, that this is approaching the end, that you yourself are preparing yourself for the end, and I think it’s very difficult. I think it’s very, very difficult. I found it to be extremely, extremely difficult.

You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 44 – de irrationaliteit van rationaliteit

Posted on November 4th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

“Het is ons beleid”, zei de man op het ministerie, “dat burgers binnen drie dagen antwoord krijgen.” “En dat klopte”, reageert meneer B. “Ik had een vraag over luchtvervuiling. Binnen twee dagen was er een brief van het ministerie met een bevestiging. Mijn vraag zou adequaat beantwoord worden. Dat is nu zes weken geleden.” Reactie op www.handvestburgerschap.nl.
www.nationaleombudsman.nl

Tegenwoordig moet de overheid verantwoording afleggen over wat ze doet en niet doet. De overheid doet daarom aan zorgvuldigheid, transparantie en ‘accountability’ en allerlei vormen van bureaucratisch proceduralisme. Als burger, of je nu iets bouwt, iets gaat slopen, stoken of wat dan ook, kom je terecht in een oerwoud van allerlei regulerende kaders die soms nog strijdig zijn met elkaar ook. Het is allemaal hoogst onpersoonlijk en dat is natuurlijk ook de bedoeling; op die manier doet het er niet toe of je een blanke of zwarte burger, man of vrouw, homo of hetero, antropoloog of boer bent. We zijn allemaal gelijk. Op die manier worden ook de ingewikkelde sociale werkelijkheid en sociale processen gestroomlijnd (jaja) in keurig afgebakende loketjes. Dat resulteert dan wel weer in geklaag dat die overheid zo ver van ons af staat en in geklaag dat je nooit aan het juiste loketje staat (ook wel bekend als het kastje-muur probleem). Een ander resultaat is tegenwoordig dat de overheid alles in het werk stelt om fouten te voorkomen want anders kan ze worden aangeklaagd. De jungle van procedures, loketjes en dergelijke wordt dan nog eens overwoekerd door een andere jungle: risico-management. Dat overigens niet betekent dat de overheid alles in het werk stelt om geen fouten te maken, maar juist dat men niet hoeft toe te geven dat men fouten maakt. En om er dan nog maar eens andere jungle overheen te gooien: de staat is ook nog eens volop bezig met ‘securitization’. Een begrip dat, voor zover ik weet, in Nederland is geïntroduceerd door Beatrice de Graaf:
Veilig wonen in een glazen huis? (Beatrice de Graaf) – Europa NU

Want met 11 september 2001 brak een nieuw tijdperk aan: het tijdperk van ‘securitization’.

Het begrip securitization doelt op het proces dat steeds meer beleidsaangelegenheden in het domein van nationale veiligheid worden getrokken en dat veiligheidsmaatregelen worden toegepast op steeds ruimere schaal. Het bepalende argument hierbij is dat er sprake is van een noodtoestand, een uitzonderingstoestand of een situatie van dreiging en gevaar. [2] Een voorbeeld hiervan is het verschijnsel dat er de afgelopen jaren niet alleen nieuwe wetten tegen criminelen en terroristen zijn bijgekomen, maar dat ook sociaal zwakke gezinnen, voetbalsupporters en immigranten steeds vaker als veiligheidsprobleem beschouwd en behandeld worden. Wetten die bedoeld waren om terrorismebestrijding te faciliteren, worden gebruikt om gegevens over steeds meer onschuldige burgers op te slaan. De nieuwe voetbalwet geeft burgemeesters de mogelijkheid om al bij voorbaat allerlei voetbalfans als veiligheidsrisico uit een bepaald gebied te weren, zonder dat zij zich al strafbaar hebben gemaakt.

Zij betoogt daarbij onder meer:

Veiligheidsmaatregelen zijn noodzakelijk en een voorwaarde voor een functionerende samenleving. Ze bieden echter niet de oplossing voor allerlei onderliggende, ongearticuleerde problemen die met moreel onbehagen, ontheemding en onzekerheid te maken hebben. Erger nog: wanneer de overheid zelf afscheid begint te nemen van de tot voor kort nog gebruikelijke houding van vertrouwen in zijn burgers, wordt dat onbehagen van de burger er niet minder op. Misschien vraagt de afname van sociale controle wel om andere en meer beheersingsmechanismen. Maar wanneer die overheid begint om de op vertrouwen en op veronderstelde onschuld gefundeerde omgangsvormen in de samenleving te vervangen door omgangsvormen die zijn gebaseerd op geïnstitutionaliseerd wantrouwen, wordt de bijl aan de wortel van onze democratische rechtsstaat gelegd. De risico’s die vaak ter legitimatie van die nieuwe maatregelen worden opgevoerd (terrorisme, kindermishandeling), kunnen zulke vergaande beheersingsmechanismen nooit rechtvaardigen. Ten eerste lossen ze de onderliggende problemen niet op. De grondoorzaken van veiligheidsproblemen kunnen niet met meer veiligheidsmaatregelen worden weggenomen. Het nut en de efficiëntie van die peperdure instrumenten zijn nauwelijks te bewijzen. Bovendien verhouden de nieuwe veiligheidsmaatregelen zich slecht tot andere waarden die er ook toe doen, zoals rechtsgelijkheid, een eerlijke rechtsgang en bescherming van de individuele autonomie. Bovendien kan de overheid nu eenmaal geen garantie op lijfsbehoud bieden.

Vaak wordt gesteld dat de overheid op deze manier de controle op de samenleving probeert te verstevigen. Waarom zou men anders veiligheidsmaatregelen nemen die de veiligheid niet groter maken, maar wel de greep op het publieke en privé leven van mensen vergroot? Dat is misschien toch wat al te simpel. Of het nu om milieurisico’s gaat, radicalisering, criminaliteit, calamiteiten, het is ook het publiek dat vraagt om meer veiligheid en de overheid daarvoor verantwoordelijk stelt. Het zijn ook de private adviesondernemingen, veiligheidsburo’s, verzekeringsmaatschappijen en andere bedrijven die sloten geld verdienen met risico’s en het afwenden ervan. Wat dat laatste betreft lijkt de staat juist macht uit handen te geven. Zou er naast een verzekeringsparadox ook zoiets bestaan als een risico-paradox? Zou het kunnen zijn dat de overheid en ondernemingen bepaalde risico’s bewust overdrijven om het publiek meer het gevoel te geven dat er nu harde maatregelen nodig zijn zodat de eerste haar greep kan verstevigen en de tweede meer geld kan binnenhalen? Risicovol gedrag immers is gedrag dat bepaalde sociaal aanvaarde grenzen overschrijdt. Maar als we nu op het gebied van criminaliteit, radicalisering en dergelijke die grenzen scherper en nauwer zijn gaan trekken, zien we ook meer risico’s. De hele bureacratische jungle, risico-management en de relaties met het bedrijfsleven en het publiek. Dit lijkt me een aardig terrein voor antropologen om eens onderzoek naar te doen.
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video

En dan nog even twee bijzaken, maar wel belangrijke:

  1. Vandaag begint in Ravenstein het seminar Anthropology and/in Publicity. Op het bijbehorende weblog kunt u diverse bijdragen lezen, evenals het programma van het seminar.
  2. De nominaties voor de zevende jaarlijkse Brass Crescent Awards zijn bekend. U ziet ze hier. En als u goed kijkt bij Europese blogs ziet u onder meer Wijblijvenhier.nl (gefeliciteerd met de nominatie!) en…ondergetekende (ik ben zeer vereerd).

1 comment.

Een wekelijks portie burgerschap 43 – Flower Power Diversiteit

Posted on October 26th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010, Multiculti Issues.

Uit de burgerschapskalender:

“Luisteren naar elkaar. Daar begint het mee. Een ander in zijn waarde laten. En gewoon vragen hoe het met de ander gaat, dat vergeten we vaak.” Gehoord op de discussiebijeenkomst in Leeuwarden.

Luisteren naar elkaar. Dat is een groot goed. Om te beginnen zouden traditionele media en nieuwe media dat eens mogen doen. Maar toegegeven, soms kun je best goed luisteren, maar dat wil nog niet zeggen dat je precies verstaat wat er gezegd wordt. Neem nu de recente toespraak van Merkel over ‘multikulti’
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video
En welke headlines zien we? Check even de Volkskrant, NRC, NOS, FD, Trouw, Elsevier Check ook even enkele blogs: Presseurop, Sargasso, Geenstijl, NRC Experts Blog, Krapuul, Yilli’s, Dagelijkse Standaard, Artikel7, Moslimangst, Arnoudboer. Dames en heren, u zit er allemaal naast. Dat is niet wat Angela Merkel heeft gezegd. Luister nog even heel goed naar bovenstaand filmpje.

Zoals mijn collegae van Language on the Move opmerken zijn twee problemen met het vertalen van de quote van Merkel als ‘Multiculturele samenleving is mislukt’ of ‘Multiculturalisme is mislukt’. Ik splits ze even in drie:

  1. De kop ‘Multiculturalisme is mislukt’ (of varianten daarop) is een incorrecte vertaling van ‘Multikulti ist absolut gescheitert’. Multikulti is niet hetzelfde als multiculturalisme. Multikulti kan volgens mijn collegae (en ik ben het daar mee eens) het best omschreven worden als ‘flower power diversiteit’. Als u goed luistert is dat ook precies wat Angela Merkel zegt, dat het idee dat we allemaal lang en gelukkig en probleemloos met elkaar samenleven, dat idee is mislukt. De vrijheid blijheid idee is niet Angela Merkel’s idee. En daar zullen weinig mensen het mee oneens zijn, al is vrijheid blijheid best een lief motto.
  2. De kop multiculturalisme klopt ook al niet omdat Duitsland nooit een beleid van multiculturalisme heeft gehad. Dat kan overigens ook voor Nederland worden gezegd. Integratie met behoud van eigen identiteit was vooral een slogan (zoals vrijheid en blijheid), maar er is nooit enig serieus beleid daarvoor geweest, met hoogstens enkele uitzonderingen op lokaal niveau. Er zijn ook bijna geen claims geweest van allochtonen op speciale rechten voorzover die niet binnen de Nederlandse wet pasten. Er zijn aanpassingen geweest van de wet op het slachten (voor halal-slachten) en voor de Wet op de Lijkbezorging, maar het meeste zoals de vestiging van hindoeistische en islamitische scholen, gebedshuizen, geestelijk verzorgers, enzovoorts paste binnen het Nederlands beleid dat is gebaseerd op de erfenis van de verzuiling (nadrukkelijk niet op de verzuiling zelf!). Toen in Nederland het minderhedenbeleid opkwam (jaren /80) was namelijk al lang duidelijk dat het geen vrijheid blijheid was; het minderhedenbeleid is namelijk ontstaan naar aanleiding van de ontdekking dat gastarbeiders toch echt niet weggingen, maar vooral als reactie op de gewelddadige acties van groepen jonge Molukkers.
  3. Een tweede punt dat Merkel maakte, en dat schijnbaar toch wat minder is opgevallen, is haar vaststelling dat de islam inmiddels onderdeel is van Duitsland; een bevestiging van wat de Duitse president Christian Wulff al eerder zei. Dat laat zich toch moeilijk rijmen met de idee dat de multiculturele samenleving is mislukt. Ook dat geldt voor Nederland. Allochtone groepen hebben zich op basis van etniciteit en religie een plek verworven in de samenleving, zodanig dat men onderdeel is geworden van het hedendaagse Nederland. Of facties binnen die allochtone (en autochtone) groepen dat nu leuk vinden of niet. Dat gaat gepaard met mooie successen, maar ook met grote problemen. Zo zien we bijvoorbeeld onder Marokkaanse Nederlanders dat de problemen met betrekking tot overlast, criminaliteit, onderwijs en arbeidsmarkt behoorlijk groot zijn, terwijl ook het opleidingsniveau flink is gestegen, steeds meer mannen en vrouwen doorstromen naar hoger onderwijs en zich een plek op de arbeidsmarkt hebben verworven. Het kenmerk is niet het één (de problemen) of het ander (de sociale mobiliteit) per groep, maar allebei tegelijkertijd. De integratie in een multiculturele samenleving gaat gepaard met schuren, fricties, succesverhalen en moed.

Zijn die koppen in de kranten en de blogs nu gewoon een geval van niet goed genoeg luisteren, het Duits niet goed genoeg begrijpen? Of heeft men heel selectief geluisterd en vooral opgepikt: ‘Zie je wel! Daar werkt het ook niet, Merkel zegt het zelf!’?

1 comment.

Een wekelijks portie burgerschap 42 – De vrijheid van dweepzucht

Posted on October 23rd, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

“Ik ben het niet eens met wat u zegt, maar ik ben bereid mijn leven te geven voor uw recht deze mening te uiten.”
(Voltaire, Frans schrijver en filosoof, 1694-1778)

Er zijn goede redenen om in een democratische samenleving het recht op vrijheid van meningsuiting voor iedereen te waarborgen. Een van de lastige punten is altijd in hoeverre dit ook geldt voor intolerante, ondemocratische uitingen:
Wanneer tolerantie intolerantie wordt – Trouw

Maar wat gebeurt er als in deze multiculturele, -etnische en -religieuze samenleving ook andere groeperingen pressie gaan uitoefenen om voor hen onwelgevallige programma’s van het tv-scherm te weren? Hebben zij minder rechten? Als tolerantie één vinger van de hand aan intolerantie geeft, is ze straks alle vijf vingers kwijt en dreigt ze zelfs onthand te raken. Dan is de grens aan tolerantie bereikt en slaat ze om in haar tegendeel, terwille van de tolerantie intolerant geworden.

Bovenstaand fragment kan een pleidooi zijn voor het volledig openhouden van de vrijheid van meningsuiting. Juist door de vrijheid van meningsuiting kunnen we ons uitspreken over andermans intolerant gedrag en problemen in de samenleving. Het open houden van de vrijheid van meningsuiting is daarom noodzakelijk. Maar daar zit ook nog wel andere kant aan. Taal is niet neutraal zo als een artikel in De Groene ons leert:
De Groene Amsterdammer – Taal is niet stom

Taal kan bezweren, verleiden, versimpelen, ontmaskeren, verwonden, enthousiasmeren, stigmatiseren, vergiftigen. Dreigtaal, stameltaal, woedetaal, liefdestaal – wij maken taal, taal maakt ons. Een even prachtige als praktische illustratie van dat gegeven danken we aan de Duits-joodse filoloog Viktor Klemperer, die vanaf 1933 nauwgezet een taalkundig notitieboek bijhield waarin hij met loepzuiver waarnemingsvermogen de geboorte en evolutie van de LTI, Lingua Tertii Imperii, de taal van het Derde Rijk registreerde. Hij noteerde wat hij hoorde op straat, opving via de radio of las in de krant. Vanaf iedere bladzijde van zijn vuistdikke boek lijkt hij de lezer toe te willen schreeuwen: pas op, taal is niet onverschillig, taal kan scheppen en verwoesten.
Hoe dat sluipende proces van verwoesting verloopt, verwoordt hij in een treffende metafoor: ‘Woorden kunnen nietige stukjes arsenicum zijn. Ze worden ongemerkt ingeslikt en lijken geen uitwerking te hebben maar na enige tijd is de gifwerking er toch. Als iemand maar lang genoeg “fanatiek” zegt in plaats van “heldhaftig” en “deugdzaam” gelooft hij tenslotte echt dat een fanaticus een deugdzame held is en dat je zonder fanatisme geen held kunt zijn.’
De nietige stukjes arsenicum tasten niet alleen de inhoud van de taal aan, maar ook de zinsconstructies, de interpunctie en de intonatie. Ze vergiftigen het hele levende organisme dat taal is. De talige rijkdom die ‘het verstand en het gevoel dient, mededeling en gesprek is, zelfgesprek en gebed, verzoek, bevel en bezwering’ verschraalde in het Derde Rijk volgens Klemperer tot enkel bezwering.

In het artikel wordt ook verwezen naar Judith Butler:
De Groene Amsterdammer – Taal is niet stom

In de in 2007 verschenen bundel Opgefokte taal analyseert ze de discussie rondom vrijheid van meningsuiting in Amerika. […] Michiel Leezenberg schreef in NRC Handelsblad over Opgefokte taal: ‘Haarfijn legt ze de schijnheiligheid bloot van pogingen om racistisch en ander ophitsend taalgebruik voor te stellen als voorbeelden van vrije meningsuiting die de bescherming van de overheid verdienen. Wie kwetsende taal spreekt doet doorgaans veel meer dan slechts meningen uiten.’

Niet voor niets gaat het artikel in op Wilders. Het is immers deze politicus die met leugens, verdraaiingen en halve waarheden de complexiteit van mensenlevens reduceert tot slogans als ‘straatterroristen’ ‘burqa’s’ ‘tsunami van islamisering’ enzovoorts. Nemen we even die laatste term. Wetenschappers wezen al in de jaren negentig op het proces van islamisering. Daarmee werd bedoeld dat migranten steeds vaker werden benoemd als moslims en ook daar op aangesproken werden; het ging dus om het islamiseren van migranten in het publieke debatten, beleidsnota’s en het alledaagse taalgebruik. Tegenwoordig wordt iedere uitgestoken hand jegens moslims (of zelfs minder wanneer men gewoon gebruik maakt van rechten die men als burger heeft) aangeduid als islamisering met alle negatieve connotaties die daarmee gepaard gaan. Het is taalgebruik die erop gericht is om een ander te identificeren als de Ander en deze Ander af te zonderen van alles wat Nederlands zou zijn.

Heel veel Nederlanders ergeren zich aan de vervuiling van de publieke ruimte door de islam. (…) Hoofddoekjes, haatbaarden, boerka’s, mannen in rare lange jurken, laten we daar wat aan doen. Laten we onze straten terug gaan veroveren en zorgen dat Nederland er weer gaat uitzien als Nederland.

Wilders doet dat verder door te bepleiten dat moslims Europa uitgezet worden wanneer zij zich niet aan de wet houden én zich niet aanpassen aan ‘onze’ normen en waarden. Zijn ‘utopie’ is dat Nederland, ook al ziet hij dat als onrealistisch, migrantenvrij wordt

INTERVIEW: I miss freedom, says Dutch Islam critic Geert Wilders – www.pvv.nl

Asked whether it is possible to discuss issues that do not have any relationship with Islam and migrants, Wilders responds: “That is impossible, because migrants do exist, and their hypothetical absence from Dutch reality may be my Utopia, but is not realistic.” “Ultimately many fundamental problems in the Netherlands are directly related to migrants, like infrastructure, traffic jams, housing problems, the welfare state.”

You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video
Hij bedoelt in bovenstaand stuk gezien de context waarschijnlijk moslims. Dat staat er echter niet en niet alle moslims zijn migranten, maar het zou kunnen Verder pleit hij, naar Israëlisch voorbeeld, voor administratieve detentie van moslims die veroordeeld zijn óf verdacht worden van terrorisme. De vrijheid van religie zou niet moeten gelden voor ‘de totalitaire ideologie’ van de islam, de Koran is een anti-semitisch boek en een boek van haat en de profeet Mohammed is een pedofiel en een krijgsheer.
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video
Het is een bijna totalitaire retoriek want immers nu er een rechtzaak is tegen Wilders vanwege zijn uitlatingen zijn er van alle kanten kreten te horen alsof deze rechtzaak een bedreiging is voor de vrijheid van meningsuiting. Over moslims en migranten die veroordeeld worden wegens onsmakelijke cartoons over Hitler en Anne Frank of wanneer zij voor de rechtbank komen wegens uitlatingen over homoseksualiteit of wanneer zij geweigerd worden op een dag tegen racisme vanwege negatieve uitlatingen over homo’s, is er toch wat minder ophef over de aantasting van de vrijheid van meningsuiting. Met andere woorden wanneer moslims en anderen gebruik van hun democratische recht om een rechtzaak aan te spannen tegen een ophitsende politicus, zijn de eersten en niet de laatste een bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting. Wanneer de eersten een uitlating doen die tegen de publieke consensus in gaat, vormen zij een bedreiging voor de tolerantie en vrijheid in dit land. Opvattingen van moslims over homosexualiteit en de vrijheid van meningsuiting zijn verworden een maatstaf voor integratie. Het is nog maar de vraag of bijvoorbeeld homo’s daar zo blij mee moeten zijn; het gaat helemaal niet over intolerantie tegenover hen, maar het gaat om moslims en islam. Het begrip vrijheid wordt op deze manier ingezet als vrijbrief om mensen en/of hun religie te beledigen en te beschimpen en als middel om de integratie van de Ander te bepalen.

Dit laatste geldt overigens zeker niet alleen voor Wilders. Vrijwel alle politieke partijen lijken het er in meer of mindere mate over eens te zijn dat ‘de islam’ een probleem betekent. Hoe daarmee omgegaan wordt is een punt van discussie waarbij de meeste linkse partijen en tot op zekere hoogte ook de rechtse en confessionele partijen er vooral op lijken aan te sturen om de islam, in hun ogen, compatibel te maken met Nederlandse normen en waarden (een ‘liberale islam’). De PVV daarentegen is ervan overtuigd dat er niet zoiets bestaat als een liberale islam, maar stelt dus wel dat moslims die Nederlandse waarden en normen zouden accepteren, nog steeds welkom zouden zijn. In het geval van moslims hoort het accepteren van een ongebreidelde vrijheid van meningsuiting  klaarblijkelijk bij integratie.
Fitna is een blamage voor het kabinet – de Volkskrant – Opinie

De officiële verklaring van het kabinet, dat de film geen enkele bijdrage levert aan het debat, is dus ronduit onjuist. Fitna heeft zijn waarde al bewezen. En het blijft niet bij de wijze woorden van Aboutaleb alleen; andere islamitische groepen in Nederland zijn al bezig een tegenfilm te maken. Een tegenfilm, geen bloedvergieten! Woorden met woorden, beelden met beelden. Provocatie werkt dus.

Zes jaar geleden vond Aboutaleb kritische vragen over de islam ‘pissen in het eigen nest’. En nu spreekt hij de enige juiste woorden. Zonder provocerende vragen te stellen, hadden we dit nooit bereikt.

PvdA-kandidaat verwijdert cartoon – DePers.nl

In het kader van de internationale ‘Teken Mohammed Dag’, gehouden uit solidariteit met cartoonisten die om hun spotprenten van de islamitische profeet worden bedreigd en belaagd, had de Amsterdamse jongerenafdeling van de PvdA een bewerkt portret van Mohandis op de site gezet.

Mohandis droeg een bomtulband, net als de profeet in de bekende cartoon van Kurt Westergaard. In plaats van een lont zat een PvdA-roosje in de bom. De tekst op de tulband was vervangen door het Arabische woord voor liefde en erboven stond: ‘Op 9 juni kunt u op onze profeet Mohammed stemmen’.

‘Wij vinden dat iedereen wereldwijd het recht heeft om middels spot of satire zijn of haar visie op wat dan ook te kunnen uiten’, luidde verder de begeleidende tekst. ‘Om de woorden van onze voorzitter Mohammed Mohandis aan te halen: Krenken hoort bij de vrijheid van meningsuiting en dat is een groot goed.’

[…]

Initiatiefnemer en bestuurslid van de Jonge Socialisten in Amsterdam Arne Mosselman reageert diep teleurgesteld. ‘Het was een ludieke manier om te zeggen: Mohandis is onze profeet, stem op hem. En met de roos en het woord liefde was onze boodschap juist: zo kan het ook.’ Mosselman werd niet alleen gebeld door Mohandis, maar kreeg ook diverse telefoontjes ‘uit het hart van de PvdA, vanuit de campagne’ met de boodschap dat het plaatje moest worden verwijderd. Het zou schadelijk zijn voor de campagne.

‘Ik denk dat het juist goed was geweest voor de campagne’, aldus Mosselman. ‘Iedereen die geen fundamentalist is, had dit prima gevonden. En fundamentalisten stemmen toch niet op je.’

Kort (door de bocht) samengevat, provoceren en kwetsen zorgt ervoor dat moslims leren om zich koest te houden en degenen die zich niet koest houden zijn radicalen en die tellen we niet mee, maar die bestrijden we. Het beroep op de vrijheid van meningsuiting en het aanwenden van de vrijheid van meningsuiting voor secularistische of anti-islam dweepzucht met migranten, moslims, islam en soms met religie in het algemeen is wat het radicale gedachtegoed van de PVV verbindt met het politieke midden.

Nu, ook al is taal levend en ‘doet’ het iets, we moeten erg terughoudend zijn in het leggen van directe verbanden tussen de PVV-ideologie en bijvoorbeeld de recente brandstichtingen bij moskeeën; geen enkele ideologie (noch religie) is een ‘license to kill’. In het geval van Wilders geldt dat hij zich diverse malen heeft gedistantieerd van geweld tegen moslims (recentelijk ook met betrekking tot de brandstichtingen van moskeeën bijvoorbeeld). Tegelijkertijd echter heeft hij ook gesteld:
Transcript Interview Wilders in Australië « Factcheck.nl

it is very difficult to make clear to the people that Islam is not just another leaf on the tree of religions. It is not to be compared with Christianity. It is a violent ideology like communism and fascism and we should deal with it that way. If we don’t, at the end of the day, Islam will eat us.

Nu is het fascisme niet verslagen door met fascisten te gaan thee drinken (zie ook hier o.a. zijn vergelijking met Chamberlain). Het communisme misschien wel maar dan toch met koude thee in de Koude Oorlog tegen communisten. Dus is dat de wijze waarom met islam omgegaan moet worden? Met geweld? Of met een Koude Oorlog, wat dat ook moge zijn. In ieder geval is dit type retoriek riskant omdat het mensen inspiratie en een gevoel van urgentie kan geven dat er nu iets moet gebeuren.

Zoals al gesteld echter zijn er ook heel goede redenen om de vrijheid van meningsuiting niet te beperken. De belangrijkste reden is eigenlijk de verticale werking van die vrijheid van meningsuiting. Bburgers hebben vrijheid van meningsuiting en die kan niet zomaar (vooraf) door de staat worden ingeperkt. Dat laatste, de staat, is belangrijk. Dat is immers de machtige partij in een land en voor een goede democratische controle is het noodzakelijk dat de vrijheid voor debat zo groot mogelijk is. Het ‘benoemen’ van problemen hoort daar dus bij ook al gebeurt dat benoemen nooit op een neutrale manier (al probeert men dat wel zo voor te stellen). Wilders geeft daarbij ook nog eens een stem aan mensen die vaak maar al te graag als een stelletje malloten worden voorgesteld. Daarbij komt nog dat gelovigen in deze samenleving een extra bescherming hebben tegen censuur namelijk de vrijheid van godsdienst zoals bijvoorbeeld in de zaak El Moumni is gebleken. Mensen die niet tot een (institutionele) religie behoren hebben die bescherming niet. Dat is toch een vorm van rechtsongelijkheid en pleit ervoor om de vrijheid van meningsuiting voor iedereen in gelijke mate open te stellen. De vrijheid van meningsuiting biedt dus bescherming tegen de staat en dat lijkt me een fundamenteel, ja bijna heilig, goed in een democratische samenleving.

Het aan banden leggen van Wilders zal onherroepelijk ook gevolgen hebben voor andere bewegingen in Nederland. Of dat nu (politiek-)religieuze bewegingen zijn, of milieubewegingen, of anti-racisme bewegingen, of vrouwenbeweging, of nativistische bewegingen of neo-nazi bewegingen dat maakt niet uit. Het banden aan leggen van één oppositionele beweging heeft op de lange termijn ook consequenties voor andere bewegingen zolang we uitgaan van gelijke rechten voor iedereen. Weliswaar wordt er volgens sommigen nu al met twee maten gemeten, maar dat doet er weinig aan af. Het zijn juist dit type bewegingen die dat gene wat voor iedereen vanzelfsprekend is, of juist taboe, benoemen. Daarmee halen ze datgene wat niet besproken wordt of wat mensen zelfs niet zien naar boven. Dat proces van zien, herkennen en benoemen is (omdat het talig is) nooit neutraal maar dat is ook inherent aan het blootleggen van gevoelige zenuwen in de samenleving. Op deze manier worden ze open voor debat en betekenisgeving van diverse kanten.

De vrijheid van meningsuiting heeft daarmee niet zozeer de taak conflicten te voorkomen (die zijn nu eenmaal inherent aan iedere samenleving), maar kan wel conflicten in de juiste banen leiden en voorkomen dat ze escaleren. Tegelijkertijd zijn juist ook de restricties op de vrijheid van meningsuiting bedoeld om die sociale vrede te handhaven aangezien een ongebreidelde vrijheid van meningsuiting juist niet conflictregulerend zou zijn. Dat komt omdat er altijd machtsverhoudingen een rol spelen. Een machtige partij die zich ten opzichte van een minder machtige partij beroept op de vrijheid van meningsuiting is nu eenmaal een andere zaak dan wanneer die minder machtige groep dat doet. Op dit moment zijn het vooral de Rwanda tribunalen die duidelijk maken hoe gevaarlijk het is wanneer een machtige partij de vrijheid van meningsuiting kan reduceren tot een instrument om het perspectief op een minderheid op een bepaalde manier in te kleuren. En dat heeft ook grotendeels de historische gegroeide situatie van vrijheid van meningsuiting in Europa bepaald.

De kracht van de PVV, en voorheen de Fortuyn beweging (beiden te zien als nativistische bewegingen) is juist dat zij het perspectief van een minder machtige groep in de samenleving vertegenwoordigen. Dat neemt echter voorgaande bezwaren niet weg, temeer omdat de PVV met Wilders inmiddels is doorgedrongen tot het centrum van de macht in een staat, of althans daar toch dicht tegenaan. Wanneer we dan mijn redenering van bescherming tegen de staat zouden volgen, zou je nu juist meer reden hebben om Wilders en zijn uitspraken aan banden te leggen. De zaak is dus ingewikkeld en als antwoord op de vraag wat nu eigenlijk mijn mening is aangaande de zaak tegen Wilders in relatie tot de vrijheid van meningsuiting, had ik net zo goed in één zin kunnen schrijven: “ik weet het niet”.
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 41 – Is uw veiligheid ook de mijne?

Posted on October 15th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

’s Avonds de straat op. Eén op de vier mensen durft dat niet meer. Wat kun je daaraan doen? Maak een praatje met de mensen die in de buurt wonen. “Mensen denken vanuit hun gezin, niet vanuit de buurt of de wijk. Buurtpreventie is niet op te lossen door de politie, wel door een burger die de buurt gezellig en veilig wil maken”, aldus een deelnemer aan de discussie in Bergen op Zoom.

Enige weken geleden riep het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN) en de Raad van Marokkaanse Moskeeën (RMMN) op om waakzaam te zijn. Die oproep volgde naar een bekladding, besmeuring en poging tot brandstichting van een moskee in Groningen. Dit is zeker geen op zich staand incident. Zie de volgende lijst, samengesteld op basis van berichten bij Frontaal Naakt en Republiek Allochtonië en de database van Rechtspraak.nl

Tussenstand: (ongeveer) 210

Dat is toch bijna iedere maand één incident met als laatste ‘hoogtepunt’ het beschieten van de moskee in Dordrecht. Wanneer we de reeks brandstichtingen in Molukse instellingen meerekenen wordt het nog erger, maar gelukkig lijkt daar wel enig gevoel voor urgentie te zijn. En dit zijn dan de incidenten die in de media gemeld worden. Er ontbreken zeker twee incidenten en diverse voorvallen van schriftelijke bedreigingen die de media niet hebben gehaald en die in één geval (de andere weet ik niet) wel gemeld zijn aan de politie.  Het gaat ook niet alleen om voorvallen met moskeeën. In haar rapport over vrouwen die een gezichtssluier dragen maakt Annelies Moors melding van het feit dat deze vrouwen zich soms onveilig voelen op straat. Hoewel in de discussie over niqab en burqa het veiligheidsargument vooral tegen deze vrouwen wordt gebruikt (zij zouden juist gevoelens van onveiligheid bij andere burgers oproepen), hebben zij wel degelijk last van negatieve opmerkingen tot en met (dreiging met) fysiek geweld waardoor sommigen tijdelijk liever het huis niet meer uit durven gaan of waardoor men zich gedwongen voelt de niqab niet meer te dragen (mede onder druk van de partner en familieleden). Daarnaast is er sprake van het wegpesten van (niet persé moslim-) allochtone gezinnen in bijvoorbeeld Waspik en Ravenstein en bedreigingen in de richting van de lijsttrekker van de Nederlandse Moslimpartij.

De claim van SMN en de RMMN dat de toename van het aantal incidenten te maken heeft met de ‘groeiende anti-islamhouding en extreem-rechtse radicalisering’ is wel wat problematisch. Er is moeilijk een link aan te tonen tussen die fenomenen in individuele gevallen en ook lang niet alle gerapporteerde voorvallen met brandstichtingen in moskeeën hoeven per definitie een racistische component te hebben (zie bijvoorbeeld de branden gemarkeerd met *). Tegelijkertijd moeten we vooral ook niet doen of deze reeks aan voorvallen (wanneer kunnen we spreken van een patroon?) zomaar uit de lucht komt vallen. Dat dit type gewelddadigheden in Nederland voorkomt is heus niet nieuw. Interetnische spanningen deden zich al in de jaren ’60 voor met Spaanse en Italiaanse gastarbeiders in Twente, in de jaren ’70 met rellen in de Rotterdamse Afrikaanderwijk en in Schiedam en met de gewelddadige acties van de Molukse Nederlanders. In de jaren ’80 kende Nederland enkele racistisch getinte moorden en in de jaren negentig ging het onder meer om mishandelingen van asielzoekers en brandstichtingen en vernielingen bij moskeeën. Racistisch geweld en interetnische spanningen zijn daarmee al minimaal 50 jaar onderdeel van de Nederlandse samenleving. De laatste jaren lijken de incidenten zich vooral te concentreren op moslims (maar zeker niet exclusief) en op basis van de door de politie gemelde incidenten kunnen we stellen dat er sprake is van een stijging in het aantal incidenten.

De grote commotie over anti-semitische en homofobische incidenten met Marokkaanse Nederlanders is zeer begrijpelijk. In een klimaat waarin deze groep met niet al teveel tolerantie en begrip wordt bejegend is dat zelfs logisch, maar afgezien daarvan blijven het natuurlijk wel ernstige zaken. Het gebrek aan aandacht (er komt nu eindelijk een kamervraag van Tofik Dibi overigens) voor gewelddadige incidenten tegen mosliminstellingen en individuele moslims is wel zorgwekkend. Als we afgaan op de recente discriminatiemonitor mogen we blij zijn met een afname van discriminatie en het aantal anti-semitische incidenten (hoewel dit laatste niet helemaal onterecht betwist wordt), maar op enkele blogs na maakt vrijwel niemand melding van de toename van geweldsincidenten tegen moslims. In de presentatie van het PolDis rapport wordt vooral ingezoomd op homoseksualiteit en anti-semitisme als discriminatie gronden, terwijl uit het rapport zelf blijkt dat discriminatie op basis van afkomst en etniciteit de grootste categorie vormt. In de Trendrapportage 2008 wordt gemeld dat gemeenten en scholen hebben meer last van rechtsradicalisme dan van islamitisch radicalisme. Van de 75 gemeenten die reageerden op een 2007 VNG-enquête gaven 27 aan te maken te hebben met rechtsradicalisme (die waarschijnlijk wel beter als zodanig herkenbaar zijn dat moslimradicalisme), 8 met moslimradicalisme en 30 met spanningen tussen bevolkingsgroepen. De Onderwijsinspectie (2007) meldt dat in totaal ca 130 scholen te maken hadden met problemen van rechts-extremisme, 10 met religieus geïnspireerd extremisme en 223 met incidenten tussen autochtone en allochtone leerlingen. Een constatering die ook later weer wordt bevestigd. Het beleid richt zich echter toch vooral op de bestrijding van moslimradicalisme. In het recente regeerakkoord staat dat de regering borg staat voor de emancipatie van homo’s, lesbiennes, transgenders en biseksuelen en dat geweld met een discriminatoire achtergrond hard en zwaarder bestraft zal worden, maar geen vermelding van etniciteit of religie daarbij. Alle verkiezingsprogramma’s hadden veel aandacht voor integratie en meer verplichtingen voor nieuwkomers, maar aandacht voor discriminatie was bij de huidige regeringspartijen afwezig of slechts obligaat en oppervlakking. Bij de stukken over veiligheid wordt niet gerept over geweld tegen etnische en religieuze groepen, maar wel dat geweld door allochtonen met religieuze of culturele achtergrond moet worden aangepakt. Al met al mag het heel vanzelfsprekend lijken dat we graag meer veiligheid willen in onze wijken en buurten, maar over wiens veiligheid en onveiligheid hebben we het dan eigenlijk?

You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video

9 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 40 – Dieren maken de mens

Posted on October 8th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Dierenmishandeling. Beelden van kistkalveren, kreupele paarden en verminkte schapen doemen op. Het is vaak dichterbij dan veel mensen denken. De goudvis die voor de zomervakantie even door het toilet wordt gespoeld. Een hond vastgeknoopt aan een boom. Ondervoede dieren. Denk dus even na bij de aanschaf van een huisdier. En bij een vermoeden van dierenmishandeling, bel de politie. 4 oktober Dierendag

Wij zijn een heel beschaafd volkje, wist u dat? Wij mensen bedoel ik. Er is toch een beetje het idee van de evolutie als een lineair perspectief waarin de mens steeds meer vooruitgang boekt en steeds beschaafder wordt. Dat heeft mede te maken met de huisdieren en andere gedomesticeerde dieren. Wie vindt een puppie niet schattig of een jonge kitten? Nu schijn je katmensen en hondenmensen te hebben (geen idee, ben fan van geen van beiden maar heb ze wel allebei gehad…). Het schijnt dat van alle diersoorten vooral mensen houden van huisdieren zo vertelt een artikel op Boston.com ons. Dat is een beetje onzin; alsof dieren het begrip ‘huisdieren’ snappen en opvatten zoals wij dat zouden doen. In dat artikel wordt de vraag opgeworpen, die wel zinvol is, waarom zouden we onze tijd, geld en energie besteden aan huisdieren terwijl we die veel beter aan andere zaken zouden kunnen besteden. Antropologe Pat Shipman heeft (een begin van) een antwoord gevonden in een recent artikel in het gezaghebbende tijdschrift Current Anthropology:
Chicago Journals – Current Anthropology

A suite of unique physical and behavioral characteristics distinguishes Homo sapiens from other mammals. Three diagnostic human behaviors played key roles in human evolution: tool making, symbolic behavior and language, and the domestication of plants and animals. I focus here on a previously unrecognized fourth behavior, which I call the animal connection, that characterized the human lineage over the past 2.6 million years. I propose that the animal connection is the underlying link among the other key human behaviors and that it substantially influenced the evolution of humans.

Dieren maken ons menselijk. Daarbij gaat het niet alleen om de hulpbronnen die dieren ons opleveren of om loyaliteit, of om zorgen voor of de kwetsbaarheid van een leven. Nee, het gaat om de eigenschap dat de mens in staat zou zijn het gedrag van andere dieren te observeren en te controleren. Het jagen zorgde voor de ontwikkeling van gereedschappen en de noodzaak informatie over het gedrag van dieren te bewaren onder meer via taal en kunst. De capaciteit van observatie en controle en de beschikbaarheid van gereedschappen en taal zouden mensen in staat stellen de complexe samenlevingen van vandaag te scheppen:
What explains the ascendance of Homo sapiens? Start by looking at our pets – The Boston Globe

Beginning with the adaptive advantage of focusing on and collecting information about what other animals are doing, from there to developing such a reliance on that kind of information that there became a serious need to document and transmit that information through the medium of language, and through the whole thing the premium on our ability to read the intentions, needs, wants, and concerns of other beings.

De bewijzen die zij hiervoor geeft zijn onder meer:
Working with animals for our mutual survival | WHYY News and Information | WHYY

Some of the best evidence, she says, shows up in cave engravings. That prehistoric art is disproportionately focused on animals with puzzlingly few images of shelters, waterways or plants. For Shipman, it’s proof that animals mattered so much that our ancestors developed language to transmit that knowledge to other members of the clan.

Other evidence of the advantage of the animal connection comes from our unique role as pet owners. On it’s face, it doesn’t make evolutionary sense to share food and care for another species.

When the wolf’s at the door you don’t invite him in. But Shipman says wolves, who became dogs along the way, were tamed enough to included us among their pack. They protect us, provide warmth and companionship.

Nu voor de volledigheid, wat Shipman presenteert is een hypothese en er is dan ook al de nodige controverse over. Er is nog niet veel aandacht onder evolutie antropologen (en andere antropologen) naar de relatie tussen mens en huisdier. Haar intentie is precies wat een goede wetenschapper zou moeten doen: met goed beargumenteerde hypotheses komen die nieuwe wegen van onderzoek en wetenschappelijk debat mogelijk maken.

In het licht van haar hypothese moeten we ons helemaal afvragen wat het mishandelen van dieren nu zegt over de evolutie van de mens.

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 39 – Hey Ouwe!

Posted on October 1st, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Actief blijven na je pensioen. Gelukkig zijn er genoeg ouderen voor wie dat geen enkel probleem is. Die zo lang mogelijk hun kennis, kunde en levenservaring kunnen en willen inzetten voor de samenleving. Dat is goed nieuws, want actief blijven houdt ouderen gezond en vitaal.
1 oktober Internationale Dag van de Ouderen
www.zilverenkracht.nl

Actief blijven na je pensioen en je nog inzetten voor de samenleving ook. Eigenlijk is dat toch wel om te lachen. De leeftijd van 65 (of lager in sommige gevallen en in sommige landen) is niets meer of minder dan een politieke constructie om enigszins willekeurig te bepalen op welke leeftijd mensen nu eindelijk eens van hun ‘oude’ dag kunnen genieten. Genieten met behulp van dat zuur verdiende pensioen waar ze al die jaren zo hard gewerkt hebben. Lange tijd mocht het ook best wat eerder, want die oudjes waren immers toch te stijf en stram om nog gewoon mee te kunnen met het arbeidsproces. Ze hielden ook vaak veranderingen tegen; niet alleen vanwege enig conservatisme, maar waarschijnlijk ook omdat ze de ene na de andere veranderingshype al veertig jaar lang voorbij zagen trekken, zonder dat er voor hen nu veel voordeel in zat.

Wat nu als je iemands leeftijd niet weet? Ik was eens in een dorp in Marokko, vlakbij Berkane, en daar woonde een krasse jonge vrouw van slechts 82 (dacht men) die mij wilde voorstellen aan haar moeder. Die oude dame was volgens de dorpelingen toch zeker over de 110, dacht men. Ze was blind, kon amper praten en paste op de kinderen van het dorp (of zij op haar dat kan ook). En wat zegt leeftijd in jaren eigenlijk? Je bent zo oud als je je voelt, zegt het cliché, maar aan de andere kant is 100 toch wel echt een mijlpaal en 80 ook wat mij betreft (aangezien dat meer dan het dubbele is van mijn leeftijd). Beide vrouwen in kwestie overigens genoten overigens veel respect in het dorp, zowel bij de vrouwen als de mannen. Waarschijnlijk hadden deze vrouwen (beide weduwe, grote gezinnen) met het bereiken van hun leeftijd (wat die ook precies was) een bepaalde status bereikt die voor andere vrouwen in dat dorp nog lang niet weggelegd was.

Antropoloog Sjaak van der Geest schreef eens over een Indiase antropoloog die in Nederland onderzoek deed onder ouderen. De man was verbijsterd toen hij leerde dat deze ouderen liever in het verpleeghuis zaten dan bij hun kinderen woonden. Aanvankelijk dacht hij dat ze hem voor de gek hielden, maar gaandeweg besefte hij dat voor deze mensen het principe van zelfstandigheid (en daarmee ook vrijheid) heel belangrijk was. Hulpbehoevend als ze waren konden deze zelfstandigheid waarschijnlijk beter  handhaven in een zakelijke relatie met professionele verzorgers dan in een relatie met hun kinderen die gekleurd is door emotie en afhankelijkheid. Een persoonlijke relatie die juist door praktische afhankelijkheid zou kunnen verslechteren vreesden zij. Die nadruk op zelfstandigheid (en vrijheid en autonomie) komt ook terug in het burgerschapsfragment hierboven). Afhankelijkheid is dan iets negatiefs, terwijl het natuurlijk ook als positief kan worden ervaren want het zegt iets over hoe goed je nakomelingen het doen. Waar we hier (ondanks de nadruk op zelfstandigheid) ouderen nogal eens infantiliseren als mensen die zelf niks meer kunnen en niet zelf kunnen beslissen en daarmee hun levenservaring teniet doen, wordt de levenservaring van die mensen juist gevierd in sommige landen. Ik ken het onderzoek zelf niet, maar de passage in Van der Geests mooie artikel (ook mooi als het gaat om uitleg van de antropologische methode) suggereert dat ouderen zich zelf zien (en waarschijnlijk ook door anderen gezien worden) als verkerend in een toestand van aftakeling, toenemende afhankelijkheid, en afglijdend naar een roemloos einde. Misschien dat dat ook het gebrek aan serieus antropologisch onderzoek verklaard, of zoals Van der Geest in een ander artikel schrijft: “Met ouderdom en dood, is de oude mens zelf een taboe geworden”. Hij geeft het voorbeeld van een ander onderzoek (van Blacking 1990) waarin oud gezien wordt als groei en verdieping in het begrijpen van anderen. Precies wat oudere mensen soms (zoals hierboven) ook status kan geven. Dan is er juist sprake van “growing old gracefully”(Blacking). Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ouders elders het beter hebben dan hier. Wanneer je als oudere niet geslaagd bent in de maatschappij en niet veel nakomelingen hebt, heb je in andere landen toch vaak echt een probleem.

Voor oudere migranten speelt dit laatste ook deels. Hun netwerk is door migratie vaak erg versplinterd en opvattingen over wie verantwoording draagt voor hen zijn flink aan het verschuiven. Hoewel veel migranten lange tijd de wens hebben gekoesterd (en misschien nog wel) om naar het land van herkomst te gaan, hebben velen dat niet gedaan. Deze groep lijkt aardig vergeten terwijl er toch een behoorlijke grijze golf aan komt. De groep lijkt echter volledig afgeschreven. Ze worden meestal alleen gezien als een groep allochtonen die helaas mislukt is en niets meer te bieden heeft. Zelden worden ze gezien als ouderen en dan meestal ook nog als de ‘probleemgroep ouderen‘. En soms een combinatie van die twee. Aandacht voor het perspectief van allochtone ouderen (of ouderen in het algemeen) is er nauwelijks. Men moet zo lang mogelijk zelfstandig blijven want dan zijn ze ons het minst tot last, maar die nadruk op zelfstandigheid verhindert ons niet vooral over hen te praten alsof het een stel onmondige infantiele burgers. Juist dat mechanisme maakt het ook mogelijk om over hun rug heen te beslissen; het is een vorm van macht uitoefenen die het meest zichtbaar is bij allochtone ouderen, maar zich ook bij anderen voordoet. Een prettige oude dag gewenst!

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 38 – Troonrede, verdraagzaamheid en uitzettingen

Posted on September 21st, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

“Wij hebben elkaar en ons land veel te bieden door in saamhorigheid vast te houden aan de traditie van vrijheid, verantwoordelijk burgerschap en een actieve Europese en internationale opstelling.”
Koningin Beatrix in haar troonrede, 2009
21 september Prinsjesdag

Ja, ja, komt ie:
‘Zet probleemjongeren buurt uit’ – DePers.nl

Het moet veroordeelde probleemjongeren vaker verboden worden om na het uitzitten van hun straf terug te keren in de buurt waar ze vandaan komen. Dat bepleit de PvdA-fractie in de Tweede Kamer.

Hirsch Ballin laat asielzoekers uitzetten naar onveilig Somalië – Joop.nl

Demissionair minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin (CDA) gaat ex-asielzoekers uit Somalië uitzetten naar hun thuisland. Hij heeft een overeenkomst getekend met de Somalische overgangsregering die dit mogelijk maakt, meldt Trouw. Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken is de situatie in Somalië echter verre van veilig.

CDA wil criminele Roma het land uitzetten – Trouw

Het CDA wil een scherper beleid voor Roma die in Nederland zijn. Ze moeten zich houden aan de regels voor bijvoorbeeld onderwijs en werk. Illegale Roma die niet werken, horen volgens het CDA niet in Nederland te blijven. En illegale Roma die zich schuldig maken aan misdrijven, moeten het land worden uitgezet, zoals bij andere illegale criminele vreemdelingen ook gebeurt.

Kamer voor uitzetten criminele Antilliaan – Politiek – Reformatorisch Dagblad

Een Kamermeerderheid van VVD, PVV en CDA is voor het uitzetten en terugsturen van voor ernstige geweldsdelicten veroordeelde Antillianen.

Elsevier.nl – Politiek – Wilders: Miljoenen moslims Europa uitzetten

Alle moslims in Europa die problemen veroorzaken, moeten worden uitgezet en van hun nationaliteit beroofd. Het gaat daarbij om ‘miljoenen, tientallen miljoenen’ mensen.

Elsevier.nl – Politiek – Wilders pleit weer voor uitzetten Marokkaanse criminelen

De helft van de Marokkaanse jongens heeft voor zijn 22ste jaar een misdrijf gepleegd, blijkt uit een onderzoek van criminologen. ‘Oppakken, cel in en land uit!’ zegt PVV-leider Geert Wilders in een reactie.

En dan de troonrede van dit jaar:
Prinsjesdag 2010: Tekst Troonrede

Voor de samenleving zijn niet louter financieel-economische ontwikkelingen doorslaggevend. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben evenzeer hun doorwerking in de kwaliteit van onze maatschappij. Sociale samenhang werd in de Nederlandse samenleving vaak als vanzelfsprekend beschouwd. De afgelopen jaren zijn wij ons er echter van bewust geworden dat dit niet zo is. In het verleden waren reeds voortdurend inspanningen nodig om tegenstellingen en verschillen van opvatting in de samenleving beheersbaar te houden. Deze noodzaak is in onze tijd niet minder geworden. Het bieden van tegenwicht is niet alleen een taak voor de regering, maar ook voor burgers en de vele maatschappelijke organisaties die ons land telt. Een harmonieuze samenleving is gebouwd op respect, verdraagzaamheid en wellevendheid. Dat vergt geven en nemen, tolerantie maar ook aanpassing. Dit is de verantwoordelijkheid van ons allen.

Tolerantie kan op verschillende manieren bekeken worden. Het kan gaan om erkenning van pluralisme in de samenleving en het accepteren van de gevoeligheden die daarbij komen kijken. Het gaat daarbij niet alleen niet om acceptatie van pluralisme op zich of acceptatie van verschillende meningen. Tolerantie is ook een praktijk en is vooral verbonden met praktijken, opvattingen en levensstijlen die men op morele gronden sterk afkeurt. Tolerantie betekent dat men dergelijke praktijken, opvattingen en levensstijlen niet onmogelijk maakt omdat ze onacceptabel zijn. Men doet dat niet omdat de eigen morele verontwaardiging onder geschikt is aan een groter belang: dat van de persoonlijke autonomie (Slijper 1999). Dit betekent dat een individu het recht heeft op zelfbeschikking op voorwaarde dat datzelfde recht van anderen niet wordt aangetast. Zeker in het verlichtings-liberalisme gaat het niet alleen om het recht van individu te leven volgens zijn/haar eigen ideeën en overtuigingen, maar vooral ook het recht van individuen om een echt onafhankelijk leven te leiden en zelf actief zijn eigen leven vorm te geven. Dit leidt tot een zeer specifieke interpretatie van het ideaal van autonomie en vrijheid van godsdienst is in dit ideaal niet alleen vrijheid van eredienst maar ook vrijheid van overtuigingen en vrijheid om een andere religie te kiezen of een religie te verlaten (Slijper 1999).

Tolerantie kunnen we ook zien als onverschilligheid en het tolereren van de ander vanuit een machtspositie. Mensen accepteren verschillende gedragingen van andere zo lang als men er maar geen last van heeft. Wanneer mensen stellen dat zij het afwijkende gedrag van anderen tolereren, dan betekent dat ook dat zij de mogelijkheid hebben om keuzes te maken. Als ze in een positie zijn met minder macht dan is een en ander geen kwestie meer van tolereren, men heeft het maar te accepteren. Zoiets als een slaaf die zichzelf heel tolerant vindt ten opzichte van zijn meester…

Tolerantie is ook één van de grote mythes van Nederland. Mythe niet in de zin dat het niet waar is, maar mythe in de zin dat het één van de heilige Grote Verhalen is waaruit blijkt hoe Nederland is ontstaan en waarom de Nederlandse samenleving is zoals deze is. Tolerantie wordt daarbij vooral in relatie tot religie gebruikt. Vanaf 17e eeuw is vooral Amsterdam bekend vanwege zijn kracht om mensen met verschillende religieuze en etnische gronden aan te trekken. In de 20e eeuw is tolerantie vooral gericht op het verzuilingssysteem. In dit systeem was de Nederlandse samenleving ten diepste verdeeld in verschillende religieuze en ideologische groepen die tegen over elkaar stonden. Door samenwerking aan de top en iedere groep zoveel mogelijk autonomie te gunnen, werd een stabiele democratie mogelijk zijn. In de jaren ’60 veranderde dit en één van de populaire verhalen over die tijd is dat Nederland zich in de jaren / 60 ontdeed van de ketenen van religie en Nederland werd langzaam maar zeker een seculiere samenleving. Daarbij spitste het tolerantiedebat zich onder meer toe op het incorporeren van bepaalde Christelijke groepen die bijvoorbeeld poliovaccinatie afwezen en waar vrouwen zoals in de SGP geen actieve rol mochten vervullen. De wijze waarop dit werd opgelost was een triomf van de tolerantie. Het is belangrijk te beseffen dat de seculiere samenleving met haar scheiding tussen kerk en staat, in Nederland daarmee een resultaat is van onderhandelingen tussen de staat en Christelijke religies en dat de oplossingen die gevonden zijn aansluiten bij de wijze waarop christelijke groepen functioneren. Dit is gebaseerd op zeer lange termijn religieuze en politieke ontwikkelingen. De seculiere samenleving in Nederland is daarom ook een andere dan die in Duitsland, Frankrijk, Italië of Turkije. De seculiere samenleving van Nederland zijn we daarom ook een Nederlands-Christelijke seculiere samenleving kunnen noemen. Het Christelijke karakter van de seculiere samenleving verklaart dan wellicht ook waarom de positie van orthodox-christelijke groepen in de Nederlandse samenleving nooit als bedreigend zijn ervaringen voor de Nederlandse samenleving. Dit was duidelijk anders met de debatten over de islam in Nederland die in de jaren tachtig en vooral na 1989 met de Rushdie-affaire op gang komen. Sindsdien hebben bijvoorbeeld de Golfoorlog, de El Moumni-affaire, de opkomst van Fortuyn, Hirsi Ali en Theo van Gogh voortdurend het debat aangejaagd waarbij steeds luider vraagtekens zijn gesteld bij de relatie tussen islam en de sociale cohesie in Nederland. Daarbij is tolerantie veranderd van betekenis. Tolerantie is niet langer iets wat anderen gegund wordt, maar wat anderen verplicht wordt. Zo wilde Paul Cliteur in 2003 nog Pim Fortuyn voordragen voor de Voltaire Prijs voor tolerantie of stelde de Gaykrant dat nieuwe Nederlanders tolerantie moesten accepteren want anders hoorden ze hier niet.

Vrijheid en tolerantie zijn daarmee dominante begrippen geworden en intolerantie en bekrompenheid werden aangevallen; tolerantie is een militante term geworden die anderen, de outsiders, moeten aanleren. Van iets dat een dominante groep geeft aan een minderheidsgroep, is het iets geworden dat de dominante groep eist van een minderheidsgroep. Daarbij ligt zeer sterk de nadruk op persoonlijke autonomie en de overtuiging dat de Ander, ic de moslim, persoonlijke autonomie veel minder waardeert en zijn waarden wil opleggen aan de autochtone Nederlanders, niet-moslims: de islamisering van de samenleving, gebaseerd op een eenzijdige visie op islam en cultuur die mensen reduceert tot marionettenpoppen van een gewelddadige ideologie. Maar het gaat niet alleen om moslims natuurlijk. Het gaat in feite om iedereen die afwijkt van de norm en niet tot ‘onze’, blanke, seculiere morele gemeenschap behoort.

Saamhorigheid, tolerantie, sociale samenhang hoe verhoudt zich dat tot het uitzetten van (al dan niet criminele) burgers die gewoon ingezetenen zijn van het koninkrijk en/of EU burger, laat staan niet EU-ingezetenen? Of heeft het alleen betrekking op mensen die we niet lastig vinden en van wie we vinden dat ze, ondanks hun daden, toch bij ‘ons’ horen?

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 37 – 11 september, de buren en Salat Al-Ghaib bij Ground Zero

Posted on September 15th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010, Uncategorized.

Uit de burgerschapskalender:

De omgeving
van de mens
is zijn medemens

J.A. Deelder
uit Vrijwel alle gedichten (2004), De Bezige Bij
18 september Nationale Burendag
www.burendag.nl

Eén van de meest opmerkelijke dingen in Gouda in de avond van 11 september 2004 (en eerder ook al op 6 mei 2002 en 2 november 2004) was de relatieve rust in veel straten. Relatieve rust met betrekking tot de aanwezigheid van Marokkaans-Nederlandse jongeren dan. Verschillenden onder hen hadden van hun ouders te horen gekregen dat ze binnen moesten blijven. Nog opmerkelijker dan dat, was dat bijna iedereen die dat gezegd was en er ook gehoor aan had gegeven (tenminste van degenen die ik gesproken heb). Natuurlijk waren er wel jongeren buiten en ook enkelen die zich provocerend gedroegen, maar over het algemeen was het rustig. Angst overheerste bij de ouders en sommige ouders stelden dat ze serieus gedacht hadden bij alledrie de momenten dat ze hun koffers moesten pakken. In een onderzoek later in Gouda (2005 en 2006) waar ook autochtone Gouwenaars aan meededen, bleek dat onder Marokkaanse Nederlanders én autochtone Nederlanders de angst voor een burgeroorlog aanwezig was. Zelfs degenen die dat ongeloofwaardig vonden, bevestigden wel de angst en de nervositeit in de eerste dagen na de gebeurtenissen.

Beter een goede buur dan een vriend. Maar wat als je je buurman niet meer vertrouwt. Enige tijd terug schreef ik met Thijl Sunier hier het volgende over naar aanleiding van de kritiek op Tariq Ramadan:
De paradoxale zaak Tariq Ramadan | Standplaats Wereld

Hier manifesteert zich de diep gewortelde angst dat de Westerse beschaving maar dun is en zo kan omslaan in het tegendeel. Het fundamentele probleem van het kennen van de (nabije) ander, schuilt ook in het christelijke gebod over liefde voor de buurman, de naaste. Iemand die van ver komt en fysiek, ruimtelijk en cultureel steeds meer nadert, vormt een existentieel gevaar. Het zijn thema’s die vanaf het eind van de 19e eeuw ook in literatuur en film veelvuldig zijn gebruikt.

Naarmate die ander meer op ‘ons’ lijkt, wordt dat probleem niet persé kleiner. Iemand kan immers een wolf in schaapskleren zijn en aangezien je een wolf in schaapskleren alleen kunt herkennen aan….zijn schaapskleren zijn ook ‘goed aangepaste’ moslims te wantrouwen. Een dergelijke houding is het gevolg van en reproduceert een sterk wij-zij denken. Zo sterk dat de grijstinten niet meer gezien kunnen worden. Vandaar ook dat het bij integratie niet alleen gaat om uiterlijk en praktijken, maar ook om gedachtegoed en gevoelens van de Ander; ook die moeten in overeenstemming zijn met wat ‘wij’ zien als de consensus. Dat dient expliciet te gebeuren en vandaar ook de veelvuldige vraag aan moslims om zich te distantiëren ten opzichte van aanslagen en dergelijke. Als het niet openlijk gebeurt weet je immers nog niet wat er onder die schaapskleren zit.

Hierbij hoort dat bepaalde gebeurtenissen die dienen als morele ijkpunten ‘heilig’ worden verklaard. Zo is Ground Zero ‘hallowed ground’ en is gezien de tegenstelling Islam – Westen, de bouw van een moskee daar onmiddellijk (op z’n minst) een nieuwsfeit. De bouw van een cultureel centrum met gebedsruimte vlakbij Ground Zero is dan volgens sommige groepen een belediging voor de slachtoffers van 9/11 en daarmee een overwinning van moslims of moslimextremisten. Het is een schijntegenstelling. Zo vergeten we dat er toch zo’n 360 moslims zijn omgekomen bij de aanslagen van 11 september. De architect die het WTC ontwierp, Yamasaki, schijnt in zijn ontwerpen mede beïnvloed te zijn door architectuur uit moslimlanden (waar hij betrokken was) en onder meer elementen uit Mekka verwerkt te hebben in zijn werk. Er schijnt zelfs een gebedsruimte in het WTC te zijn geweest. John Esposito maakt er kort melding van in zijn boek The Future of Islam en kort geleden stond er in een stuk in de New York Times over deze gebedsruimte:On Religion – Muslim Prayer Room Was Part of Life at Twin Towers – NYTimes.com

Over the next few days, noticing some fellow Muslims on the job, Mr. Abdus-Salaam voiced an equally essential question: “So where do you pray at?” And so he learned about the Muslim prayer room on the 17th floor of the south tower.

He went there regularly in the months to come, first doing the ablution known as wudu in a washroom fitted for cleansing hands, face and feet, and then facing toward Mecca to intone the salat prayer.

On any given day, Mr. Abdus-Salaam’s companions in the prayer room might include financial analysts, carpenters, receptionists, secretaries and ironworkers. There were American natives, immigrants who had earned citizenship, visitors conducting international business — the whole Muslim spectrum of nationality and race.

Leaping down the stairs on Sept. 11, 2001, when he had been installing ceiling speakers for a reinsurance company on the 49th floor, Mr. Abdus-Salaam had a brief, panicked thought. He didn’t see any of the Muslims he recognized from the prayer room. Where were they? Had they managed to evacuate?

He staggered out to the gathering place at Broadway and Vesey. From that corner, he watched the south tower collapse, to be followed soon by the north one. Somewhere in the smoking, burning mountain of rubble lay whatever remained of the prayer room, and also of some of the Muslims who had used it.
[…]
“Iftar was my best memory,” said Sekou Siby, 45, a chef originally from the Ivory Coast. “It was really special.”

Such memories have been overtaken, though, by others. Mr. Siby’s cousin and roommate, a chef named Abdoul-Karim Traoré, died at Windows on the World on Sept. 11, as did at least one other Muslim staff member, a banquet server named Shabir Ahmed from Bangladesh.

Fekkak Mamdouh, an immigrant from Morocco who was head waiter, attended a worship service just weeks after the attacks that honored the estimated 60 Muslims who died. Far from being viewed as objectionable, the service was conducted with formal support from city, state and federal authorities, who arranged for buses to transport imams and mourners to Warren Street.

There, within sight of the ruins, they chanted salat al-Ghaib, the funeral prayer when there is not an intact corpse.

“It is a shame, shame, shame,” Mr. Mamdouh, 49, said of the Park51 dispute. “Sometimes I wake up and think, this is not what I came to America for. I came here to build this country together. People are using this issue for their own agenda. It’s designed to keep the hate going.”

De realiteit is toch vaak wat schrijnender dan die simpele zwart-wit tegenstellingen ons willen doen laten geloven. Die zwart-wit tegenstellingen zijn wel makkelijk politiek te exploiteren.

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 36 – Eid Mabrouk & Sjana Tova

Posted on September 8th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Na dertig dagen vasten wordt de ramadan afgesloten met het Suikerfeest. Buren, familie en vrienden zoeken elkaar op om samen te genieten van het eten. Lekker en vooral veel zoet. Op www.handvestburgerschap.nl werd geklaagd over het gebrek aan ontmoetingsplekken voor dit soort gelegenheden. Maar ja, wat let je om die zelf te creëren? vanaf 10 september Suikerfeest
www.ramadan.nl

Ik heb dit jaar het pleidooi van deze of gene gemist voor Suikerfeest als nationale feestdag. Jammer, het begon bijna net zo’n mooie jaarlijkse traditie te worden als Ramadan en Suikerfeest zelf. Ramadan is een bijzondere tijd voor velen; niet alleen als religieus hoogtepunt maar misschien nog wel veel meer als de periode waarin men allerlei sociale verbanden (familie en vrienden) aanhaalt. De dagelijks iftar maaltijden zijn inmiddels in veel Europese landen podia geworden voor dialoog bijeenkomsten en pogingen van moslims en niet-moslims om elkaar een vriendelijk gezicht te tonen. Opvallend is dat in de burgerschapskalender alleen verwijzingen staan naar islam en moslims bij de thema’s (andere feestdagen staan er wel in). De boodschap daarachter ontgaat mij volledig en ik vraag me ook af of dat verstandig is want het selecteert opnieuw moslims/islam als iets exceptioneels uit. De ‘normale’ gang van zaken, zoals het gegeven dat een samenleving iedere religie vormt, gaat schijnbaar niet op voor moslims en islam. In tegenstelling tot andere religies zou de islam bepaalde spanningen opleveren met betrekking tot (in dit geval) burgerschap? Bijvoorbeeld omdat de islam in tegenstelling tot andere religies geen scheiding kerk-staat zou kennen? Dat is een inmiddels gebruikelijke, maar ongezonde situatie:
Wortels van Islam: index

Bedoeling moet zijn, finaal, om vanuit het oogpunt van godsdienstgeschiedenis en -sociologie islam op een gelijkaardige manier te beschrijven als andere godsdiensten. De these meer bepaald van het zgn. ‘exceptionalisme’ van de islam, these die zowel door vele westerse als door vele moslimauteurs wordt gehanteerd, is slechts in betrekkelijke zin aanvaardbaar: nl. dat categorieën en concepten die het product zijn van de particuliere, historische ontwikkelingen in ‘christelijk’ West-Europa, niet zo maar kunnen ‘opgelegd’ worden aan de islamwereld (bv. ‘secularisme’).

Waarom dus ook niet een keer aandacht voor Rosj Hasjana, de eerste twee dagen van de eerste maand van de joodse kalender? Zeg maar joods nieuwjaar dus. Dit jaar valt dat van woensdagavond 8 september tot vrijdagavond 10 september. Behalve Eid Mabrouk kunnen we mensen dus ook Sjana Tova wensen. Waar Ramadan voor moslims ook gezien kan worden als een maand van bezinning en inkeer, kunnen we hetzelfde zeggen voor Rosj Hasjana.

Misschien is het (bijna) samenvallen van beide feesten een mooi moment om eens wat aan bezinning en inkeer te doen. Bijvoorbeeld met betrekking tot de Park51 moskee in New York. Waar velen (moslims en niet-moslims) nu al een tijd over elkaar heen buitelen over de (on-)gewenstheid van dit islamitisch cultureel centrum vlakbij Ground Zero, lijkt te hulp aan de slachtoffers in Pakistan te stokken terwijl er daar nog miljoenen mensen geen eten en drinkwater tot hun beschikking hebben. Dus gaat u even naar Giro555 en DONEER.

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 35 – normaal opvoeden

Posted on September 1st, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Ergens na de vakantie moeten we de draad weer oppakken. Terug naar het werk, weer naar school. En als we onze kinderen dan leren veilig te fietsen, laten we dan niet zelf door rood rijden. “Opvoeding is de basis voor het aanleren van normen en goed gedrag”, werd tijdens discussiebijeenkomsten meer dan eens gezegd. En die opvoeding is primair de verantwoordelijkheid van de ouders.

Inderdaad na de vakantie dienen we weer in het gareel te komen. En daar spelen ouders een belangrijk rol in. Bij Marokkaans-Nederlandse ouders zou de opvoeding vaak gericht op conformisme aan ‘Marokkaanse’ normen en waarden die ouder op één lijn zouden stellen met de islam. Zij voelen de druk vanuit de Nederlandse samenleving om zich aan te passen en dat conformisme juist op te geven, waardoor zij dat conformisme juist nog sterker zouden nastreven. Tegelijkertijd blijkt echter ook dat ouders hun kinderen op sommige punten juist afremmen wanneer het gaat om conformisme. Zij remmen de drang van jongeren om eerder mee te doen met bijvoorbeeld de ramadan of om in kleding en uiterlijk religieuzer te worden af. Dit kan zijn omdat ze vrezen dat jongeren op zeer jonge leeftijd niet om kunnen gaan met druk van buitenaf. Of omdat ze vrezen dat het slecht is voor de ontwikkeling van een kind (bijvoorbeeld met de vasten)als het nog te jong is.

Uit recente onderzoeken van bijvoorbeeld Trees Pels blijkt dat de nadruk in de opvoeding steeds op sociale autonomie komt te liggen in Marokkaans-Nederlandse gezinnen. Samen met de eveneens gesignaleerde afname van autoritaire opvoeding, geeft dat kinderen (vooral jongens?) meer ruimte. Van belang daarbij is de rol van de vriendengroep. Onder Marokkaans-Nederlandse jongeren is deze vriendengroep van relatief groot belang doordat zij, in vergelijking met autochtone jongens, beïnvloedbaarder zijn en sterker gehecht zijn aan vrienden. Het is vaak de vriendengroep die jongeren de mogelijkheid geeft te experimenteren (of zelfs druk kan uitoefenen daarvoor) en die hen ook steun kan geven. Het lijkt erop dat in de puberteit de invloed van de ouders toch minder groot is, terwijl we juist op dat moment van alles van hen verlangen.

En dus komen er allerlei opvoedings- en ondersteuningscursussen voor Marokkaans-Nederlandse ouders. Of dat gezien het bovenstaande zo handig is, is dus nog maar de vraag, maar er zit ook een ander probleem. Met specifieke cursussen voor specifieke groepen ga je er vanuit dat dit binnen één bepaalde groep dezelfde patronen zichtbaar zijn. Aangezien het vaak aangeduid wordt met ‘Marokkaans’ zal het dan ook wel iets ‘Marokkaans’ hebben. Wat dit is, is onduidelijk en het risico bestaat dan ook dat dit bepaald wordt door allerlei cultuursjablonen (om niet te zeggen stereotyperingen) die op de groep worden gelegd. Er zijn wel verschillen tussen opvoeding in Marokkaans-Nederlandse gezinnen en autochtone Nederlandse gezinnen, maar:

De verschillen tussen Marokkaanse ouders zijn groter dan die tussen Nederlandse ouders. Terwijl verreweg de meeste Nederlandse ouders aan de genoemde gemiddelde kenmerken beantwoorden, bestaan er onder Marokkaanse ouders duidelijke contrasten. Er zijn er nogal wat wier opvoeding bijna Nederlands lijkt en er zijn er evenveel wier opvoeding een karikatuur lijkt van de Marokkaanse, nog autoritairder, nog minder responsief en nog minder autoritatief.

De verschillen laten zich contextueel verklaren, zowel de verschillen tussen Marokkaanse en Nederlandse ouders als de verschillen onder Marokkaanse ouders.

In de eerste plaats zijn herkomst en traditie van invloed. De opvattingen en de gewoonten van de doorsnee Marokkaanse immigrant hadden hun oorsprong in een omgeving die in alle mogelijke opzichten anders was dan de Nederlandse. Ook hun opvoedingsdoelen en opvoedingspraktijken waren elders ontstaan en daar thuis: in een andere bestaanswijze (bijv. welvaartspeil en manieren van levensonderhoud), in een andere beschaving (bijv. mate en niveau van opleiding en geletterdheid, stand van techniek en wetenschap), in een andere samenleving (bijv. vormen van samenleven zoals gemeenschap en familie, hiërarchische patronen zoals man/vrouw), in andere godsdienstige verhoudingen (bijv. mate van secularisatie en pluriformiteit, status en functie van godsdienst en religie) enzovoort. De verschillen tussen Marokkaanse ouders hebben voor een belangrijk deel te maken met de toenemende afstand tot die herkomst en traditie. Hoe groter de afstand, hoe Nederlandser de opvoeding wordt. Het zijn dan ook de jongere Marokkaanse ouders die minder Marokkaans opvoeden.

In de tweede plaats speelt de actuele culturele, sociale en economische positie een rol. De omstandigheden van Marokkanen zijn door de bank genomen minder gunstig dan die van Nederlanders. Denk maar aan de kwaliteit van de huisvesting, de hoogte van het inkomen, de werkgelegenheid, de maatschappelijke kansen, de status van de eigen taal en de eigen cultuur, de toegang tot de politiek en de zorg. Ongunstige omstandigheden vragen om andere opvoedingspraktijken dan gunstige. Autoritair opvoeden kan nodig zijn om kinderen voldoende te beschermen tegen allerlei risico’s en sterke nadruk op prestatie kan nodig zijn om kinderen voldoende voor te bereiden op onderwijs, opleiding en arbeidsmarkt. De verschillen tussen Marokkaanse ouders zijn te danken aan de verbeterende omstandigheden. Langzamerhand wordt de situatie gunstiger en dat vertaalt zich in de manier van opvoeden.

Nu zijn sommige van die cursussen nog helemaal niet zo slecht; ze zouden handig zijn voor alle ouders. Maar ze zijn vooral gericht op allochtone Nederlandse ouders:Waterlandstichting » artikelen » Meedoen of normaal doen? Marokkaanse…

Het gaat in het huidig debat en beleid niet om een neutrale stimulans tot participatie, maar om sterk normatieve maatregelen die gericht zijn op hóe deze vrouwen participeren. Een Marokkaanse vrouw met kinderen en een uitkering doet, in tegenstelling tot wat vaak wordt geloofd, wel degelijk mee. Zij heeft verschillende malen per week contact met ‘street level’ bureaucraten en welwillende hulpverleners die haar controleren en van haar een goede burger willen maken. Van een gebrek aan meedoen of participatie is in de meeste gevallen op zichzelf geen sprake. Het is de manier van participeren die niet voldoet aan de maatstaven van politici en beleidsmakers. Meedoen in een netwerk met Marokkaanse vrouwen, praten met een Kaapverdiaanse buurvrouw of vrijwilligerswerk doen bij een migrantenzelforganisatie telt niet mee in het participatie-debat. Ze moeten Nederlands praten, met hun autochtone buurvrouw spreken en betaald werken. Alleen deze vorm van meedoen telt. Dat wil zeggen, voor allochtonen. Als ik, als autochtoon, alleen met andere autochtonen met een hoge opleiding communiceer, nooit investeer in de buurt waar ik woon en, wanneer ik kinderen krijg, weiger nog verder betaald te werken, is er geen gemeentelijke dienst of welzijnswerker die zich zorgen maakt over mij en mijn emancipatie en mij in een participatie-traject laat deelnemen. ‘Meedoen’ is dus normatief, specifiek en asymetrisch.

Natuurlijk participeren relatief weinig eerste-generatie Marokkaanse vrouwen op de arbeidsmarkt, spreken zij vaak weinig Nederlands en nemen zij niet altijd deel aan ouderavonden. Er zijn reële verschillen op deze vlakken tussen autochtone en Marokkaanse vrouwen. Maar daarmee staat hun leven nog niet los van de rest van de samenleving. Een dergelijke groteske en overdreven voorstelling van zaken gaat onder andere voorbij aan de dagelijkse gevolgen die de vrouwen ondervinden van het integratiedebat en de neerslag daarvan in beleid. Het leven van deze vrouwen, misschien zelfs op dagelijks niveau, wordt sterk beïnvloed door het feit dat hun gedrag door autochtone Nederlanders als problematisch wordt ervaren. Ook al kijken deze vrouwen naar Marokkaanse televisie en spreken zij Berbers of Arabisch met hun kinderen, is hun wereld veel meer verbonden met de Nederlandse samenleving dan vaak in beleid en onderzoek wordt voorgesteld. Die voorstelling van zaken legitimeert echter een indringend ingrijpen in de levens van deze vrouwen met het doel hen en hun families te disciplineren. Het devies is niet langer: ‘doe mee!’, maar: ‘doe normaal!’ Het gaat dus verder: als je meedoet, maar niet zoals politici en beleidsmakers dat willen, ‘doe je niet mee’. […]
Indringend beleid in de persoonlijke levenssfeer (het nieuwe paternalisme), zowel als het debat over het stimuleren van ‘overbruggende contacten’ en ‘spreiding van kansarmen’ teneinde meer ‘integratie’ te bereiken, zijn onderdelen van een retoriek waarin de stad ‘heroverd’, opnieuw geclaimd, moet worden op de ‘asocialen’ en ‘kansarmen’ (1). De kansarmen (waarmee vrijwel altijd allochtonen en specifieker nog: moslims worden bedoeld) bepalen het stadsbeeld, zo is het idee. Of, om met Marco Pastors te spreken: ‘op de Lijnbaan zie ik bijna geen Nederlanders meer’. Breed gedeeld is het verlangen dat in de straten van Nederlandse steden weer ‘normale’ mensen lopen. Het stadsbeeld moet in het dominante discours kortom weer samenhangend en ‘Nederlands’ worden.

De initiatieven tot ‘overbruggende contacten’ en ‘spreiding’ worden vooral opgezet om dit te bewerkstelligen. Het gaat in eerste instantie, alle goede bedoelingen ten spijt, niet om het luisteren naar kansarmen om hen te ondersteunen en te stimuleren, maar om burgers te creëren die meer voldoen aan ‘onze Nederlandse’ waarden en normen. Het burgerschap en de positie van Marokkaanse vrouwen wijkt af van wat politici en beleidsmakers wenselijk achten. Zo zouden ze hun zoons te slap opvoeden en hun dochters te streng. Daarom worden pogingen ondernomen hen te disciplineren, hen te leren ‘goede, normale’ ouders en burgers te zijn. Omdat de focus ligt op het sterke normatieve ‘doe normaal’, en niet op een neutraler ‘doe mee’, verliezen we het zicht op de pogingen van groepen zelf aansluiting te vinden en op de manieren waarop hun wereld verbonden is met de onze. Achterstand en de etnische problematiek staan centraal, niet het potentieel van vrouwen, hun verzet en hun ervaring.

Wanneer de verschillen binnen de groep Marokkaans-Nederlandse ouders groter zijn dan die onder autochtoon-Nederlandse ouders, wat hebben dit soort cursussen dan voor zin? Onder jongeren lijkt dit overigens eveneens zo te zijn. Dit gegeven maakt ook de labels ‘Marokkaans’ (laat staan ‘allochtoon’) eigenlijk onzinnig want we weten dus niet of de vlag de lading wel dekt. Met opvoedingscursussen en speciale plannen voor Marokkaans-Nederlandse jongeren, wekken we wel de indruk iets aan de problemen te doen en er daadwerkelijk grip op te kunnen krijgen. Dat is ook wat waard, maar ik vraag me toch af of we ons niet gewoon voor de gek laten houden en of we niet vooral bezig zijn met een paternalistisch beschavingsoffensief dat losstaat van de realiteit van het alledaagse leven.

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 34 – Helden en Pakistan

Posted on August 25th, 2010 by martijn.
Categories: anthropology, Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

“Moed is een essentieel onderdeel van een samenleving. De overheid laat zich bij haar besluiten leiden door angst. Dat lijkt me niet het goede voorbeeld”, zegt iemand op www.handvestburgerschap.nl. Misschien moet de overheid een voorbeeld nemen aan de mensen die zijn onderscheiden door de Stichting
Carnegie Heldenfonds. Helden die kinderen redden van brandende hooizolders en bejaarden uit te water geraakte auto’s.
www.carnegiefonds.nl

Helden zijn nauw verbonden met het idee van burgerschap. In de geschiedeniscanon wordt, om een identificatie met de Nederlandse geschiedenis te scheppen, helden geschapen zoals Karel V, Willem van Oranje, Spinoza, koning Willem I, Vincent van Gogh en Willem Drees. Inderdaad vooral blanke mannen. Ook wel enkele vrouwen hoor zoals Aletta Jacobs, Anne Frank en Annie M.G. Schmidt. Niet-westerse migranten zult u niet vinden; die zijn vooral naamloos gepresenteerd als slachtoffers van de slavernij, dankbaar na de dekolonisatie van Indonesië (die niet gepaard ging met oorlog maar nog steeds met politionele acties) en pas zeer recent ge-arriveerde personen die deel uit maken van de multiculturele samenleving. De genoemde personen dienen ons te leren hoe wij ons dienen te gedragen, wat deugdzame Nederlandse personen zijn en voorbeelden voor ons allemaal. Er zit geen enkele migrant als voorbeeld in, dus daar hoeven we ons ook niet op te richten: de Surinaamse, Indonesische, Marokkaanse, Turkse, Caraïbische geschiedenis staat totaal los van de Nederlandse en we kunnen er zeker niets van leren. Nederland is een eiland in de wereld.

Persoonlijk heb ik ook een held. Heldin beter gezegd. Toen ik haar leerde kennen zo’n 15 jaar geleden was deze Marokkaans-Nederlands dame al een zeer kritische moslima. Kritisch op alles: haar eigen familie, de Marokkaanse Nederlanders in haar woonplaats, de islam, de politiek in Nederland. Noem het maar op. Zij had het plan opgevat om een bepaalde opleiding te volgen en dat zag eigenlijk niemand zitten. En toen ik haar zag ook niet. Onderuitgezakt, kauwgom kauwend, gaten in de spijkerbroek. Terwijl haar was opgedragen zich keurig netjes te vertonen alsof het om een sollicitatiegesprek ging. Objectief als ik ben, besloot ik de eerste indruk te negeren (iets waar ik vrij goed in ben) en het gesprek toch maar te doen. En dat was echt heel erg goed. Verder had ze behoorlijk wat tegen. Haar thuissituatie was beroerd, zij trok zich het veranderende klimaat ten opzichte van Marokkaanse-Nederlanders erg aan en ergerde zich tegelijkertijd kapot aan veel leeftijdgenoten, in het bijzonder jongens. Het gevolg was dat zij vrij alleen kwam te staan en eigenlijk weinig echte vriendinnen had toen. Maar ze ging de opleiding toch doen. Ondanks, opnieuw, enkele tegenslagen slaagde ze. Ze kon vrij snel aan de slag, maar het ongeluk was nog niet op. Tijdens haar werk kreeg ze een ernstig ongeluk, zo ernstig dat ze waarschijnlijk nooit meer kan werken en in ieder geval haar oude werk (haar passie) niet meer kan doen. Als ze eigenlijk sowieso nog wel wat kan doen, zo ernstig was het. Toch is het laatste wat ik gehoord heb, dat ze weer volop bezig is te revalideren en haar plaats in de samenleving te heroveren. Geen idee hoe het nu precies met haar is, maar zij is mijn heldin.

Een land dat de nodige helden kan gebruiken is Pakistan. Het is relatief stil omtrent de recente watersnoodramp in Pakistan. Dat heeft wellicht te maken met het slechte imago van Pakistan, maar misschien ook wel met de rampenmoeheid (hoewel geloof me, de Pakistani zijn veel meer rampenmoe dan wij) en het feit dat dit een zich relatief langzaam voltrekkende ramp is (dat is toch minder mediageniek denk ik). Via het onvolprezen en in Nederland niet zo bekende Antropologi.info van antropoloog Lorenz Khazaleh vond ik diverse interessante artikelen. Hoewel antropologen opmerkelijk stil lijken te zijn met betrekking tot deze ramp wijst hij op een interview op Anthropologyworks waar Maggie Ronkin Fayyaz Baqir interviewt die wijst op de volharding, inventiviteit en de capaciteit die mensen hebben om om te gaan met deze ramp dankzij de aanwezigheid van diverse formele en informele instituties en mechanismen.

In de Pakistaanse krant Dawn wijst Zeresh John op de rol van jongeren en ‘vreemden die niet langer vreemden zijn’:

The Dawn Blog » Blog Archive » Catch the spirit

In the last 10 days, I’ve seen Pakistan come together in ways never seen before. The Pakistani youth has risen and literally stepped out on the streets to help their countrymen affected by the flood. It is exhilarating to think about not what they are doing as volunteers but what they will become.

With as many as 20 million people affected, roadside relief camps have sprouted up by the dozen in Karachi. Students have taken to the streets, donation boxes in tow, physically stopping cars, requesting people to contribute.

Each day brings a relentless and constant chain of support. Where the monetary contributors stop, there is a group of people ready to take over by running to crowded bazaars everyday to buy food supplies, clean drinking water and medicines. From there yet another massive portion of the population is stepping in to pack those supplies and load them into trucks to deliver them to the affected areas.

As Pakistani authorities failed to provide the necessary leadership needed and with no proper coordination in the relief efforts, the civilian population of Pakistan has taken it upon themselves to do what they can in the face of this crisis; in the process, developing a conscientious society that we’re all proud to belong to.

Een verhaal dat, zo haalt Lorenzo aan, volgens één van de reaguurders daar niet wordt verteld door de media die alleen demoraliserende maar wel sensationele verhalen produceert. Een ander voorbeeld dat aangehaald wordt is van Shabnam Riaz in The News over de onderlinge hulp die Pakistani elkaar bieden:
The real heroes

The usual definition of being heroic is to have qualities that warrant acts of great salvation. I think somewhere along the way we made it too complicated. There are many simple acts of heroism we may encounter more regularly than we think, but are too self-absorbed in the intricacy of the daily, mundane activities to be able to recognise them.

[…]

There was, however, a spirit-lifting experience in this whole nightmare. Small, scattered groups of young boys and men had formed where the rain was the harshest and was threatening to sweep away cars along with their occupants. Soaked to the bone, these ‘by-standers’ smiled and gave a thumbs up sign.

“Hey don’t worry,” said one of them.

“It’s ok. We’ll make sure nothing happens to you,” reassured another.

About five or six of them got together and pushed the quickly submerging vehicle. They worked in unison, all of them had a single purpose and that was to rescue other human beings. With a huge shove and cries of jubilance they managed to move vehicles out of imminent danger. As we drove away, their faces flushed with enthusiasm and satisfaction that personified their absolute state of happiness.

They waved at us, hurriedly preparing to help the next hapless driver who was blindly careening into their path. We waved back with euphoric ‘thank you’ but they had already become busy in helping others.

I was touched beyond words. These young men were poor labourers who were most probably hungry as a day full of rain would not have given them a chance to earn their daily wage. I am sure that none of them were owners of a vehicle either. But their dedication to help the other members of society who definitely had more material possessions than they had, without any contempt at all, told me something. It told me that deep inside they were people of substance. Those individuals who had their moral compasses pointing in the right direction.

It also told me something else; that in fact, these were our heroes. Also, these people who slog from sun-up till sun-down for a meagre amount that could hardly put a decent meal on anyone’s table, are our actual role models.

Deze onderlinge bijstand en kracht is ook te zien in de volgende video van Al Jazeera:
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video
Voor meer updates zie de voortreffelijke site van Dawn met een speciale sectie over de watersnoodramp, Global Voices (bijvoorbeeld over internet) en Al-Jazeera. Donaties voor de helden van de watersnoodramp: GIRO 555

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 32 – Ramadan Mabrouk

Posted on August 17th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Meneer van hiernaast
Heb geen tijd, heb geen tijd
Meneer van hiernaast heb geen tijd voor ontbijt
En hij eet maar helemaal niet meer
Want dat zal hem zoveel tijd besparen
En dat scheelt hem in het geheel zeven jaren
Ongeveer, ongeveer, ongeveer
Dus hij eet niet meer
Die meneer
Annie M.G. Schmidt, 1911-1995, Tot hier toe, 1986, Querido.

Recent organiseerde de jeugdafdeling van de FIOE/FION een jeugdkamp bij Eindhoven. Daar sprak onder meer de Chinees-Maleisische prediker Mohammad Hussain Yee die de Al Khaadem stichting leidt. Yee pleitte er daar voor dat moslims zouden participeren in de samenleving en zich niet zouden isoleren, zo vertelde hij aan de Kuwait News Agency (KUNA). Hij stelde daar wel bij dat dat niet betekent dat moslims hun waarden zouden moeten verloochenen en er een on-islamitische leefwijze op na zouden moeten houden. Hij verwees naar bij naar een hadith van de profeet Mohammed:

a true believer is a person who mixes around with the people and has all the patience to handle the problems that come from the people. He is better than the believer who isolates himself and does not face the problems that come from the community

Volgens Yee, die op 18 jarige leeftijd bekeerde van boeddhisme naar islam, heeft de islam al 1400 jaar de juiste waarden zoals de vrijheid voor iedere individu en het idee dat er geen dwang is in het geloof. Islam promoot volgens hem de basale mensenrechten die het Westen de laatste decennia promoot. Hij riep regeringen op om predikers niet te beperken in hun activiteiten of zelfs de toegang tot het land te weigeren. Predikers hebben volgens hem als doel dat moslims hun godsdienst op de correcte wijze verstaan, gebaseerd op de Quran en de Soenna, zodat zij vrede zullen beijveren en hun buren zullen liefhebben en respecteren. Hij bekritiseerde bijvoorbeeld de weigering van Engeland en Canada om Zakir Naik toe te laten op basis van ‘onacceptabel gedrag’. Hij stelde dat ze er zijn om vrede te bewerkstelligen en de correcte boodschap af te geven niet om politiek te bedrijven met een verborgen agenda. Tegelijkertijd riep hij predikers op om zich zorgvuldiger uit te drukken en terughoudendheid aan de kant van politici om de woorden van die predikers te interpreteren terwijl ze ze eigenlijk niet begrijpen zonder de juiste context.

Je kunt je afvragen wat deze prediker nu precies onder integratie verstaat. Aangezien onze eigen politici dat niet eens helder kunnen omschrijven is dat misschien wat veel gevraagd. In het algemeen echter heeft participatie betrekking op het hebben van een opleiding, werk en het accepteren, onderschrijven of zelfs volledig overnemen van waarden die als centraal gezien worden voor het samenleving in een pluralistische samenleving. Yee hierboven is geen uitzondering. Wat meestal vergeten wordt is dat mensen ook mee moeten (willen ze kunnen functioneren althans) in het tempo en de tijd van de hedendaagse samenleving. Een belangrijk aspect van de moderne samenleving is de compressie van tijd en ruimte: nieuwe technologie maakt het mogelijk dat alles van ver dichterbij is en dat alles wat veel tijd kost veel sneller gaat. Dit opent nieuwe mogelijkheden, maar betekent ook een nieuwe vorm van disciplinering: tijd is geen excuus net zomin als afstand. Veel dingen kunnen simultaan gedaan worden en moeten dat ook want anderen verwachten dat: je hebt immers toch de technologie ervoor?

Antropoloog Thomas Hylland Eriksen schreef daar een mooi boek over:
Eriksen: Tirannie van het moment

Alles gaat sneller, maar we hebben steeds minder tijd. We worden getiranniseerd door het moment waarin we nog even dit en nog even dat willen doen. In dit prettig leesbare boek schetst Eriksen een herkenbaar beeld van het ademloze informatietijdperk waarin we leven. Daarbij betrekt bij de invloed van televisie, Internet, en onze hedendaagse fascinatie voor snelheid.

Wie kent het niet. Op je werk komen en meteen even de mail checken, de voicemail afluisteren. post wegwerken en voor je het weet ben je een paar uur verder voor je toekomt aan wat je eigenlijk van plan was te doen. We worden overspoeld met nieuws en kennis. maar het wordt steeds moeilijker daaruit te selecteren. Over deze paradoxen en hun oorzaken gaat het boek van Eriksen. In een meeslepend betoog schetst hij de ontwikkelingen in de manier waarop de moderne mens omgaat met tijd, snelheid, groei en informatie. De ervaring dat de tijd steeds sneller gaat, wordt door vele mensen in het Westen gedeeld. Eriksen pleit daarom in de conclusie van zijn boek voor een bewuste herintroductie van wat hij noemt ‘langzame tijd’ als tegenpool voor de tirannie van het moment.

De maand Ramadan is een mooie gelegenheid om deels uit de tredmolen te stappen. Niet helemaal natuurlijk: de samenleving draait gewoon door en natuurlijk is voor veel mensen in een tijd van vasten het eten het allerbelangrijkst. Maar toch, voor velen is het een moment om even stil te staan bij andere dingen, andere personen (in het bijzonder familie en vrienden). In tegenstelling tot de rest van het jaar zijn er meer mensen die bidden op de geeigende tijdstippen. Dat betekent, zo heb ik uit eigen ervaring gemerkt, dat de dagindeling toch echt een andere is dan wanneer je die tijden niet aanhoudt. Veel mensen hebben (of maken?) toch meer tijd voor vrienden en familie dan in andere periodes van het jaar wanneer men druk is met andere verplichtingen. Karin van Nieuwkerk heeft in een artikel over tijd en migratie ook duidelijk gemaakt dat kennis van tijd, beschikbaarheid van tijd, ritme en ervaring van tijd kunnen veranderen tijdens en door migratie. Er treedt een scheiding op tussen vrije tijd en werktijd en dit loopt niet langer synchroon met spirituele tijd. Onder meer omdat mensen in een omgeving terecht komen waarin anderen andere markeringen hebben gemaakt met betrekking tot tijd en anderen de kalender bepalen. Zoals Van Nieuwkerk stelt, wie de kalender beheert, beheert de tijd. Dit zien we ook terug bij het jaarlijkse gesteggel over wanneer de Ramadan nu precies begint en eindigt en wie dat moet beslissen en op basis van welke criteria dat moet gebeuren. Antropoloog John Postill geeft ook enkele fascinerende voorbeelden en een mooie analyse van tijdstructurering en beleving.

Uiteindelijk krijgt de Ramadan door de verschillende tijdstructureringen en belevingen een hybride en pluralistisch karakter dat tevens het voortdurende proces van onderhandelingen over identiteit weerspiegelt. De nationale, multiculturele iftars zijn daar een voorbeeld van en we zien ook dat rondom het suikerfeest zoiets als pakjesavond en maken van surprises voor vrienden en vriendinnen hun intrede gedaan hebben. Het jaarlijkse rituele debat over het suikerfeest als nationale feestdag (2005, 2006, 2007, 2008, 2009), past in het idee dat groepen weerspiegeld moeten zijn in de nationale kalender en het debat zelf maakt misschien inmiddels ook wel deel uit van een rituele omgang met islam in Nederland.

De gedachte van de Ramadan in meer seculier opzicht als een tijd van bezinning en gas terug nemen is nog niet zo slecht lijkt mij. Een iets andere tijdsbeleving omdat je een ander dagdoel hebt (dat kan God aanbidden zijn, maar ook de maaltijd bij zonsondergang), iets meer aandacht voor eten (slow food), een iets andere structurering van de dag, kan je even uit de tredmolen van het alledaagse leven halen. Vandaar, voor iedereen moslim en niet-moslim: Ramadan Mabrouk!

1 comment.

Een wekelijks portie burgerschap 32 – Nederlandse slachtoffers

Posted on August 8th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

“Ik sta hier, net als velen van u, als een kind van Indië. Net als bij u roept deze herdenking bij mij emoties op. Herinneringen die je de rest van je leven meedraagt, maar een optimistische en toekomstgerichte levenshouding niet in de weg hoeven te staan. Immers, herdenken is, naast herinneren, ook vooruitzien.” Uit de herdenkingstoespraak van dr. Bernard Bot, voormalig minister van Buitenlandse Zaken

Enkele jaren geleden rommelde de VS zichzelf en de rest van de wereld in een oorlog gebaseerd op leugens en bedrog. Ook Nederland deed daaraan mee; men ondersteunde de Irak oorlog politiek en stuurde daarna ook troepen. Daarmee speelde Nederland voor de tweede keer een rol in massaslachtingen onder burgers: na Srebrenica, nu Irak. Waar Srebrenica nog werd veroordeeld als genocide en misdaden tegen de menselijkheid, waren de slachtingen in Irak ‘noodzakelijk’ en ‘collateral damage’ in het proces van bevrijding en democratisering van Irak. Eén van de symbolen daarbij is toch wel Fallujah. Deze Iraakse stad werd zwaar gebombardeerd, afgesloten van water, voedsel en electriciteit, vrouwen en kinderen werden zoveel mogelijk verdreven waarna men de stad platbombardeerde. De gevolgen van daarvan zijn nu nog te merken blijkbaar. Het zou bijvoorbeeld blijken dat het aantal hartafwijkingen onder babies in Fallujah, 13 keer hoger is dan in Europa en dat er veel babies worden geboren met allerlei afwijkingen.

Natuurlijk is Nederland daar niet direct bij betrokken, maar toch op z’n minst z’n politieke steun gegeven. Groter was de rol in Afghanistan en in meer in het bijzonder in de grootste slag die het moderne Nederlandse leger ooit heeft uitgevochten: de Slag bij Chora waarbij het Nederlands leger onder meer een pantserhouwitser gebruikte die veel burgerslachtoffers maakte.

En dan hebben we nog niet eens de slachtoffers van Nederlandse terreur in Indië genoemd zoals in Rawagede. Laten we vooral de oorlogsslachtoffers in Indië niet vergeten, want dat gebeurt toch al vaak, maar laten we vooral ook niet de slachtoffers vergeten die Nederland zelf heeft gemaakt en/of zijdelings bij betrokken is geweest.

1 comment.

Een wekelijks portie burgerschap 31 – Vrijheidsnarcisten

Posted on August 3rd, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

“Ik ben opgevoed met het idee dat je een ander niet met jouw rotzooi opzadelt. Toen ik laatst zag hoe een jongen zijn lege limonadeblikje op straat gooide, heb ik er wat van gezegd. Ik vind dat logisch. Want wat zijn mijn normen waard als ik niets doe om ze te verdedigen?” Reactie op www.handvestburgerschap.nl.

Dat zou mooi zijn, een ander niet met je rommel opzadelen. En anderen erop aanspreken is natuurlijk ook goed. Aldus professor Kromzwaard. Toch is dat makkelijker gezegd dan gedaan. In een mooie column op DeJaap.nl wees Arne Mosselman er al op dat het vrijheidsfundamentalisme in dit land zover is doorgeslagen dat het moeilijk is om anderen nog aan te spreken op hun gedrag. Op z’n best negeert men je of erger je krijgt een klap voor je harses. Het lijkt er soms op dat de Marokkaans-Nederlandse hangjongeren die ons zoveel problemen zouden bezorgen op straat zich dat vrijheidsfundamentalisme eigen hebben gemaakt. Zij kunnen rotzooi maken, trappen en uitkramen en hen erop aanspreken is soms zeer lastig want dat betekent dan weer dat je geen respect hebt voor hun eigenheid. Althans dat is het beeld en uit de column van Arne wordt een soortgelijk beeld geschetst voor de autochtonen. Respect betekent daarbij onder jongeren niet alleen eerbied voor mensen uit hoogachting of angst.Het gaat bij respect ook om de eis dat anderen afstand houden en zich niet bemoeien met de eigen keuzes. Het is tevens een eis tot erkenning van de eigen waardigheid. Daarmee is respect iets wat mensen van nature moeten krijgen (zoals ouders en ouderen), maar ook iets wat mensen moeten verdienen. Tevens is de eis tot respect nauw verbonden met de opvatting dat er zoiets bestaat als een universeel recht op een eigen identiteit. Onder Marokkaans-Nederlandse jongeren is ‘respect’ gerelateerd aan noties van eer en schaamte, maar ook verbonden met gelijkheid, waardigheid, solidariteit, individueel burgerschap en persoonlijke autonomie. De Marokkaans-Nederlandse moslimjongeren uit mijn onderzoek laten zich niet zomaar vertellen dat zij zich moeten aanpassen aan de Nederlandse maatschappij of zich ‘normaal’ moeten gedragen. Zij zijn immers hier geboren en hebben net zo veel rechten als ieder ander, vinden ze. De nadruk op respect en eigenheid (authenticiteit) is een vrij recente culturele verandering in Nederland die Marokkaans-Nederlandse jongeren zich eigen hebben gemaakt. En zij niet alleen. We vinden het ook terug in de politiek met haar grote nadruk op het serieus nemen van gevoelens van ‘gewone’ mensen (waar dan weer zelden Marokkaans-Nederlandse jongeren mee worden bedoeld) en het idee dat je die dus niet zomaar kunt bekritiseren of zelfs wegwuiven.

In zo’n situatie is het dus lastig om mensen op hun gedrag en voorkomen aan te spreken want dat tast die mensen in hun gevoel van eigenwaarde en eigenheid aan. De Marokkaans-Nederlandse jongeren die overlast veroorzaken hebben dat tot in extremis doorgetrokken. En ook dat is niet typisch Marokkaans-Nederlands zoals Zembla recent liet zien in een docu over een volledig ontspoorde groep autochtoon-Nederlandse hangjongeren. En het is ook niet typisch voor jongeren. Met name op internet zien we hetzelfde terug bij zelfbenoemde bewakers van de vrijheid zoals daar zijn Bert Brussen, Robert Engel en de redactie van Geenstijl. Zij hanteren dezelfde tactiek van verbale en visuele ‘drive by shootings’ als die ontspoorde hangroepjongeren. Neem bijvoorbeeld het, op zich mooie en goed geschreven, Zuilen dagboek van Bert Brussen:
Zuilens dagboek: gedroomde positieve effecten | Bert Brussen

De bedreiging werd natuurlijk geuit door een Marokkaan. (Ik zeg natuurlijk omdat in Zuilen 99,9% van de bedreigingen worden geuit door Marokkanen. lekker correct en fatsoenlijk blijven volhouden dat het niet om de afkomst gaat maar om het individu is erg leuk als je vooral ver van die buitenwijken vol positieve effecten woont. Voor mensen die niet genoeg verdienen om GroenLinks te kunnen stemmen is de werkelijkheid een stuk banaler en grimmiger.) Omdat ik met de voorkant van mijn schoen de achterkant van het prinsje zijn schoen raakte, wat je al snel hebt in een drukke bus, werden mij ogenblikkelijk “klappen” beloofd. Ik vroeg waarom ik klappen verdiende maar dat was reden om nog meer klappen te beloven.

Het is een stuk dat vooral neerkomt op een mitrailleurvuur aan verbale frustraties. Wat niet zo vreemd is natuurlijk met dergelijk gedrag van jongeren in je eigen achtertuin. En schijnbaar vindt hij het belangrijk dat vuur te richten op ‘Marokkaanse’ jongeren. De vraag, hier al eerder gesteld, waarom het van belang is om dat te weten, leverde van hem het volgende antwoord op via zijn twitter account:

nee Martijn de Koning je krijgt geen antwoord op je zure, ultracorrecte, drammerige JOOP-vragen. Ga maar fijn lief doen voor moslims
Het is HEEL BELANGRIJK dat te weten @martijn5155 omdat softe blindemannetjes als jij anders het probleem blijven ontkennen
doeidoei, Nijmeegs stuk ellendig goedpratertje van moslimshaat, Nederlanderhaat en Marokkanenterreur.

Je kunt het vergelijken met hangjongeren die mensen uitschelden en vervolgens wegrennen als ze erop aangesproken worden (geen antwoord geven) of een manier zoeken om wel hinderlijk te blijven zonder last van jou te hebben (blocken). Zo kan Bert Brussen op twitter iemand vergelijken met een tumor, maar zodra een ander persoon de suggestie doet om zijn huisadres aan die overlastgevende jongeren in Zuilen te geven, roept hij wel om de politie. Jan Blokker wees er eerder al op hoeveel troep mensen via Twitter rondslingeren met onder meer Cornald Maas als voorbeeld:
DOE DIE TWEETS WEG! – nrc.next columnisten

Paul de Leeuw, de meest overschatte komiek van de zaterdagavondindustrie, en Cornald Maas, het vleesgeworden Songfestival, tevens kunst- en cultuurpaus van de AVRO. Paul durfde heel ver te gaan door tijdens de trouwerij van een Zweedse prinses het land in te twitteren: ‘Zit u ook stiekem te wachten op een zwarte Saab die zich in een of ander monument boort? Niet dat ik het ze gun, maar dan gebeurt er wat!’

Er gebeurde niets. Het gewaarschuwde Openbaar Ministerie oordeelde dat de uitlating voor niemand iets beledigends bevatte, en dat er evenmin sprake was geweest ‘van smadelijke, lasterlijke, bedreigende of opruiende tekst’. Men had zelfs geen humor vastgesteld. Helemaal niets – zoals altijd als Paul de Leeuw iets zegt, en vervolgens om zichzelf hinnikt.

Zieliger liep het af met Cornald Maas. Zijn actuele tweet had geluid: ‘Grappige exportprodukten heeft Nederland: Sieneke, Joran van der Sloot, de PVV’, wat door de TROS ‘onacceptabel’ werd genoemd en zijn ontslag tot gevolg had. Waarom in godsnaam? Hebben ze zich bij de TROS ooit laten voorstaan op criteria als goeie smaak, esprit, kwaliteit of niveau? Cornald zelf wel.

Mensen slingeren zaken de wijde wereld in, maar geven zich geen enkele rekenschap van de uitwerking en consequenties van hun woorden: puberaal gedrag vermengd met vrijheidsfundamentalisme en narcisme. Andere voorbeeld is een Robert Engel die het geen enkel probleem vindt om iemand die, op basis van zijn stukken, ernstig in de war lijkt te zijn, volledig af te breken op internet. Geenstijl die recent en in het verleden zonder problemen (de soms halfnaakte) uitspattingen van vooral meiden op de site plaatst zonder enig voorbehoud zelfs niet als ze minderjarig zijn. Het zijn dezelfde mensen die vervolgens iedere inperking van de vrijheid van meningsuiting bekritiseren alsof dat de ondergang van de ‘world as we know it’ zou zijn. Het publiceren van dergelijke teksten e.d. zonder enige rekenschap te geven van de eigen verantwoordelijkheid voor de gevolgen voor anderen, getuigt van een vrijheidsnarcisme dat in het geval van Bert Brussen en Robert Engel nog wel wordt gecamoufleerd door een schijnbare betrokkenheid bij maatschappelijke vraagstukken als overlast van jongeren, maar in feite daar niets mee te maken heeft.

Vrijheidsnarcisme is een vorm van gedrag dat wordt gekenmerkt door een obsessie met vrijheid van de eigen persoon zelf gecombineerd met egoïsme, gebrek aan empathie en poging om het dominante mannetje (het zijn meestal mannen) op de eigen apenrots te zijn door heel hard te brullen. In dit vrijheidsnarcisme valt voor bloggers en journalisten (of wat daar voor doorgaat) vrijheid van meningsuiting niet langer samen met het idee van zorgvuldigheid en degelijkheid en wordt hun vrijheid vooral een ijzersterk wapen om anderen te beschadigen en zichzelf te immuniseren voor alle kritiek. Iedere tegenreactie van de personen die onder vuur liggen is voor deze narcisten eerder een bevestiging van hun nogal oppervlakkige en onnozele denkbeelden dan een moment om even gas terug te nemen en te kijken of er toch iets in de kritiek zit.

Christoffer Lash beschrijft in zijn Culture of Narcissism dat mensen tegenwoordig voortdurend angstig zijn om niets te betekenen en niets voor te stellen in de wereld. Om dat tegen te gaan zouden we allerlei narcistische impulsen ontwikkelen om ons echt ‘echt’ te voelen, het idee te krijgen dat we echt leven en wel degelijk iets voorstellen. De groei van de technologische mogelijkheden om ons bestaan te documenteren en in te vullen, levert nieuwe mogelijkheden om op onszelf opnieuw te scheppen en te documenteren en nieuwe kanalen om onze waarde, ons bestaan en misschien zelfs onze onsterfelijkheid te promoten. Zelfpresentatie op het web is daarbij een strategisch spel; of het nu gaat om jezelf te presenteren op Facebook, Twitter, Flickr of met een eigen blog. Dat kan variëren van de mededeling op twitter dat men net een boterham met kaas gegeten heeft tot het openbaar rouwen om het heengaan van een geliefde op Facebook tot het masturberen op Chatroulette. De hyperfixatie op onze eigen subjectiviteit zien we terug bij de hangjongeren die rondhangen bij het winkelcentrum en allerlei beledigingen en ander overlastgevend gedrag tentoonspreiden en een nog grotere bek teruggeven (of erger) wanneer je daar iets van zegt: zij zijn een maatschappelijk probleem omdat zij met hun eigen hyperfixatie onze hyperfixatie bedreigen. Mensen als Robert Engel of Bert Brussen spelen daar op in; niet om het probleem daadwerkelijk aan de kaak te stellen maar om hun eigen subjectiviteit in een publiek domein te uiten. En, net als bij die hangjongeren, als je er iets van zegt krijg je een nog grotere bek terug. Grofheid, vulgair taalgebruik en seksisme zijn niet zomaar randverschijnselen; het is essentieel voor dit type narcisme omdat het een ideale manier is om zich krachtig te onderscheiden van anderen; iets wat Theo van Gogh al erg goed begreep. Het gaat daarbij zelden of nooit (alleen) om maatschappelijke issues waar men zich druk om maakt, maar om status en zelfverwezenlijking. Enig inlevingsvermogen in de ander die men tot de knie afzaagt, is daarbij ongewenst. Immers, je zou dan eens moeten toegeven dat je ook ongelijk kunt hebben of dat je je onsterfelijk belachelijk maakt of zelfs serieus gekwetst bent en dat je toch echt op z’n minst je eigen aandeel in de rotzooi moet opruimen.

5 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 30 – Festivals en politieke polonaises

Posted on July 28th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Ieder viert feest op zijn eigen manier. De één met een kopje koffie en een gebakje, de ander met veel muziek en uitbundige dans. Zoals op het Zomercarnaval in Rotterdam. Alle kleuren vinden elkaar daar in muziek en dans. 30 en 31 juli Zomercarnaval Rotterdam
www.zomercarnaval.nl

We kunnen aardig feesten in dit land. Twee weken geleden de verloren finale van het WK voetbal. Vorige week de Vierdaagsefeesten in Nijmegen. Komende week het zomercarnaval in Rotterdam (en vergeet ook niet over een paar weken Rio aan de Rijn in Arnhem). Ik schat zo in dat het Zomercarnaval met de Tong Tong Fair (voorheen Pasar Malam) in Den Haag tot de belangrijkste publieke multiculti feesten van Nederland behoort. Dergelijke festivals vertellen ons wat over de feestcultuur in Nederland en zeker wanneer deze verbonden worden met burgerschap. De festivals worden gezien als de mogelijkheden bij uitstek om mensen van allerlei kleuren en achtergronden met elkaar te verbinden. Moslims hebben ook festivals natuurlijk: mawlids.  Maar dat staat nog een beetje in de kinderschoenen hoewel het zeker potentie heeft om uit te groeien tot iets groters. Wat er dichter bij komt zijn de nationale en lokale iftars ten tijde van de maand van Ramadan. Thijl Sunier schreef in zijn inaugurele rede hier het volgende over:

The whole scene bears a striking resemblance to the average New Year’s reception. This is actually how it has been organized. This is the ‘National Iftar’, a novelty meeting set up as a reception at the end of the holy month of Ramadan. It is organized as part of the yearly ‘Ramadan festival’ and one of the final events of the four weeks of activities that revolve around the Islamic fasting period. There are cooking competitions, public lectures, music, Islamic fashion events, film, commodity fairs for halal products, all very much designed to provide this Islamic obligation with a flavour of modern spirituality fitting to the social environment in which young Muslims in Europe function. It is also organized as a message to Dutch society at large that Muslims constitute an integral part of that society.

[…]

The organizers and participants of the National Iftar during the Ramadan festival on the other hand, are well on the way to turning their ‘problematic’ religion into a cultural relic comparable to Christmas or Easter. […] [It is an example of] of the contemporary making of religious selves among Muslim youth in Western Europe, […] of new modes of Islamic visibility, style and performative acting [and is a pursuit] of truthfulness.

De festivals zijn op deze manier bij het uitstek het product van een multiculturele samenleving waarin velen zoeken naar iets herkenbaars, gezamenlijks en een manier om het idee van hun eigen identiteit vorm te geven, te uiten en te beleven.  In de publieke ruimte gebeurt dat dan vaak zodanig dat het nog wel herkenbaar is als iets dat afwijkt van wat autochtone Nederlanders gewend zijn, maar dat tegelijkertijd toch ook weer zo verwaterd is dat ook autochtone Nederlanders er makkelijk bij kunnen aanhaken als deelnemer of toeschouwer.

Op zich niet zo’n slecht idee om het serieuze karakter van het integratie en islam debat in Nederland eens te doorbreken met vreugde, uitbundigheid en gezamenlijke voorstellingen (bijwonen). Tegelijkertijd staat deze festivals natuurlijk niet los van de harde realiteit van alledag. Zo kreeg enkele jaren terug de koningin van het Zomercarnaval, de Marokkaans-Nederlandse Lamya M’Haidra, klaarblijkelijk de nodige bedreigingen over zich heen hetgeen ondermeer leidde tot kamervragen van de LPF.

In een daaropvolgende editie bleek het problematisch dat de organisatie een caribisch feesttintje wilde hebben en bijvoorbeeld de Brabantse boerenkiel wilde weigeren.NWS / Hollandse feestkleding mag niet

,,In een boerenkiel meelopen, dat kan gewoon niet. Daarvoor moet je toch echt op het gewone carnaval zijn. Het verwijt dat dit discriminatie is, wijst zij van de hand: ,,Inschrijving staat open voor iedereen, dus ook voor Nederlandse carnavalsvierders. Ze moeten zich dan alleen wel een beetje aanpassen.

Tot de traditionele carnavalsverenigingen die graag zouden deelnemen aan het Zomercarnaval behoort De Keilebijters uit Rotterdam. De Hobbelende Bierviltjes uit Zwartewaal en de Boergoenzers uit Rotterdam zien samenwerking ook wel zitten. Pogingen daartoe zijn tot op heden echter op niets uitgelopen. ,,En dat is jammer, heel jammer, aldus secretaris Jo Heuvelman van de De Keilebijters. ,,Buitenlandse en Nederlandse carnavalsverenigingen samen in een optocht, dat zou pas echt multicultureel zijn geweest.

De traditionele carnavalsverenigingen begrijpen niet waarom DUCOS Productions Nederlandse invloeden buiten de deur houdt. Omgekeerd zeggen de verenigingen geen moeite te hebben met buitenlandse invloeden in het gewone carnaval. ,,We hebben vorig jaar nog via de organisatie van het Zomercarnaval geprobeerd een Antilliaanse brassband te strikken voor ons carnavalsfeest, zegt Heuvelman van De Keilebijters. ,,Maar ook dat liep op niets uit. Kennelijk willen ze niet.

Alsof die autochtone Rotterdammers uberhaupt carnaval kunnen vieren, hoor ik een Brabander achter mij zeggen. Dit jaar was er discussie toen het Radio 538 strandfestival niet doorging. Op internet waren diverse varianten op het volgende commentaar te lezen:
Streep door Radio 538 strandfestival – Binnenland – Telegraaf.nl [24 uur actueel, ook mobiel] [binnenland]

Hier in Rotterdam is het ook kommer en kwel, het ene na het andere festival komt te vervallen omdat het te gevaarlijk zou zijn. Het allochtone Zomercarnaval gaat echter wel door, terwijl daar vorig jaar iemand is doodgeschoten. Rara, hoe kan dat?
Mariken, Rotterdam | 13:18 | 15.07.10

Op deze manier gaat het om meer dan alleen feesten en vieren; een oordeel over een dergelijk festival betekent ook positie innemen in het grotere debat over religie, cultuur en etniciteit in Nederland en in de strijd om hoe ‘onze’ publieke ruimte eruit dient te zien en wie dat mag bepalen. Het is vaak snel bedacht zo’n groot feest door goedbedoelende zelforganisaties en bestuurders om zo mensen op een ongedwongen manier met elkaar kennis te laten maken. Mooi bedacht en vooral doen zou ik zeggen en daar mag best wat subsidie tegenaan. Vergeet echter niet die hele politieke polonaise die er vaak (ogenschijnlijk spontaan) achteraan komt hossen.
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 29 – Loop naar de Waal

Posted on July 21st, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

“Wij lopen de Vierdaagse mee vol levenslust en moed. Als goede lopers blijven wij, altijd op goede voet. Want wij zijn één voor allen en allen zijn wij één. Zo willen wij door Neêrland en door het leven heen.” Uit het officiële Vierdaagselied dat in 1932 gecomponeerd werd door de Nijmeegse musicus H.A. van Mechelen. De tekst is van J.P.J.H. Clinge Doorenbos.
20-23 juli Vierdaagse in Nijmegen
www.4daagse.nl

Yep, ook ik heb meegedaan aan de Nijmeegse vierdaagse. Eenmaal, jaren geleden. Ook uitgelopen? Ja, ook uitgelopen. Doe je nog vaker mee? Denk het niet, misschien als ik 100 ben en me kan laten voortduwen. Het heeft wel iets die vierdaagse. En dan bedoel ik voor de verandering niet eens de saamhorigheid, de gemoedelijkheid, de prestatie, de aanmoedigingen van het publiek en het multiculturele karakter. Nee, ik bedoel simpelweg het lopen op zich. Zo’n 4 miljoen jaar geleden was het lichaam van de mens zodanig veranderd dat we rechtop konden lopen zonder ons evenwicht te verliezen. Lopen is daarmee zo basaal voor de mens dat we de complexiteit en de gevolgen ervan vaak voor lief nemen. Lopen is ook voor een antropoloog heel basaal en ook antropologen lijken dat nog wel eens te vergeten. Michel de Certeau heeft daar de aandacht op gevestigd in zijn boek The Practice of Everyday Life:Notes on

The story begins with looking down on the city of New York from the top of the World Trade Centre, and enjoying the pleasures of seeing the city laid out below. The pleasures are voyeuristic ones, of course, and this leads de Certeau to speculate that any such holistic perspective trying to look down on life and to map it neatly as a whole is equally voyeuristic. Obviously, this includes using some abstract general theory in social science to understand every day life. You need to get down onto the street itself, to get a perspective of the city as most people see it

The pedestrians on the streets down below read the city as a text, but, crucially they also write it. They do not have a single map or picture of the city but a series of ‘migrational metaphors’ for it, which change as they actually walk. As with the city, so with the State, which likewise is not seen in some simple holistic terms but as a conglomeration of properties.

De Certeau begint in zijn hoofdstuk over ‘Spatial Practices’ met een beschrijving van Manhattan vanaf de 110e verdieping van het World Trade Center. Hij beschrijft daarin de vlucht van Icarus als een terugkeer op de grond alwaar:

Escaping the imaginary totalizations produced by the eye, the everyday has a certain strangeness that does not surface, or whose surface is only its upper limit, outlining itself against the visible”, Michel de Certeau, ‘The Practice of Everyday Life’, 1984, p.93

Om het alledaagse navigeren van mensen in de samenleving te kunnen begrijpen dient een antropoloog ook af te dalen naar dat alledaagse. In mijn geval betekent dit van de 17e verdieping van het Erasmusgebouw afdalen naar de begane grond. De alledaagse leefwereld van de stad is een andere dan die van planologen, bestuurders en politici die steden en wijken indelen in termen van nieuwbouwwijken, kansenwijken, achterstandsgebieden, veiligheidsconcentratiegbieden en noem maar op. Op het moment dat je door de stad heen loopt of zeg op het moment dat je een route volgt van de Nijmeegse Vierdaagse, dan weef in het voorbijgaan je de ruimtes waardoor je loopt aan elkaar op een subjectieve manier; je geeft betekenis aan je omgeving zodanig dat verschillende gebieden bij elkaar gaan horen. Zo is de tweede dag van de Vierdaagse de route van Wijchen en de dijken (mijn betekenis: gruwelijk langdradig) en de derde dag de dag van Groesbeek en de Zevenheuvelenweg: vaak aangeduid als de zwaarste route. Mijn mijn betekenis is een andere: een herkenning van het verleden toen ik nog wielrende. Tegelijkertijd ook een bevestiging van het idee dat ook de snelheid waarmee je je voortbeweegt gevolgen heeft voor de betekenis die je eraan geeft; met fietsen let je op andere zaken dan met lopen. Deze betekenis gaan voor de wandelaars boven de officiële aanduidingen. Wandelen is zo een manier om je eigen verhaal te scheppen op basis van je fysieke omgeving, snelheid, geheugen en fantasie. En een uitstekende manier om te ontsnappen aan het keurslijf van alledag waarin de staat ons een bepaalde sociale orde oplegt. En een uitstekende gelegenheid voor antropologen iets van deze alledaagse ontsnappingen op te pikken.
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video

0 comments.

Een wekelijks portie burgerschap 28 – Onverantwoordelijk burgerschap

Posted on July 16th, 2010 by martijn.
Categories: Burgerschapserie 2010.

Uit de burgerschapskalender:

Laten we eerlijk zijn, we kunnen niet 365 dagen per jaar verantwoordelijk burger zijn…

We zouden het bijna vergeten. De overheid legt niet zomaar een burgerschapsidee op. Nu de overheid aangeeft wat we een dagje niet hoeven te doen, blijkt wat men eigenlijk wil: verantwoordelijk burgerschap. EZPress® – “Verantwoordelijk burgerschap. Een kwestie van geven en nemen”

Vandaag heeft minister Ter Horst met de publicatie “Verantwoordelijk burgerschap. Een kwestie van geven en nemen”, de aftrap gegeven voor een brede discussie over verantwoordelijk burgerschap. Respect, betrokkenheid bij elkaar, gerichtheid op de toekomst en inzet voor de samenleving zijn volgens het kabinet de vier belangrijkste elementen van burgerschap.

Het gaat best goed hoor:
Toespraak minister Ter Horst bij ontvangst Rob-advies ‘Vertrouwen op Democratie’ | Rijksoverheid.nl

Er zijn zoveel mensen die in de praktijk actief zijn en initiatieven nemen om er voor te zorgen dat mensen elkaar kennen en samen problemen in de buurt oplossen.

Dat bleek alleen al bij het discussietraject over verantwoordelijk burgerschap dat eind vorig jaar is afgerond.

De mensen zijn het eens over de belangrijkste waarden en gedragsregels voor goed burgerschap, zoals prettig samenleven, zorgen voor elkaar en je inzetten voor je buurt. Veel mensen zijn betrokken bij het veilig en op orde houden van hun directe leefomgeving. Dat is ook horizontalisering. Het zijn geen zaken om één keer in de vier jaar bij stil te staan; nee, dit gaat de mensen elke dag aan.

Maar uiteindelijk is het in de praktijk toch allemaal wat minder eenduidig dan op het eerste gezicht wellicht lijkt. Ik geef twee voorbeelden. Stel u bent een buschauffeur. U rijdt uw dagelijkse route van A naar B en weer terug. Op een gegeven moment stapt in A. een persoon in die u niet vertrouwt. De persoon ziet er onheilspellend uit en maakt dat u en andere reizigers zich ongemakkelijk voelen. Wat zou die persoon van plan zijn? U als buschauffeur neemt u verantwoordelijkheid als zorgzaam burger, betrokken op anderen en bij het veilig en op orde houden van directe leefomgeving; de bus in dit geval. U besluit de reiziger te weigeren.

Tweede voorbeeld. Stel u bent een persoon die zich erg druk maakt om de eigen toekomst en die van de medemens en zich daardoor mede ernstige zorgen maakt over de verloedering van de omgeving waarin u verkeert. Het gaat u, als vrouw, onder meer om de bejegening van mannen die u uitkleden met hun blikken en soms zelfs hun handen niet kunnen thuishouden. U kunt echter niet de hele samenleving veranderen, laat staan de hele wereld. Maar u heeft natuurlijk wel een eigen verantwoordelijkheid, op z’n minst voor uzelf. Om uzelf te beschermen van de chaos en wanorde in uw omgeving en omdat u als verantwoordelijk persoon betrokken bent bij uw eigen toekomst en die van uw naasten, geeft u gehoor aan een oproep van het belangrijkste in uw leven. U gooit uw leven radicaal om en besluit een leven te leiden dat voor u eervol en deugdzaam is en dat betekent ondermeer dat u uw kleding aanpast. U voelt zich er fantastisch bij; eindelijk leeft u uw leven authentiek en kunt u uzelf zijn. Maar met de bus mee gaan, dat is wat lastig.

De goede verstaander weet natuurlijk al lang waar het over gaat. Het gaat over de busschauffeur die de 19-jarige Ambaro in Uden weigerde voor een ritje naar Volkel omdat zij een niqab draagt. De buschauffeur nam waarschijnlijk in zijn ogen zijn verantwoordelijkheid voor de veiligheid van zijn passagiers. Alleen je mag echter niet iemand weigeren op basis van zijn/haar kleding. Weliswaar is er in het hele niqab/boerka debat een plan geweest om deze sluiering in onderwijs en openbaar vervoer te verbieden. In het onderwijs geldt dit ook evenals voor rijksambtenaren, maar openbaar vervoer is in handen van marktpartijen en de overheid kan alleen met hen overleggen volgens mij om hen aan te sporen die verbod in de vervoersvoorwaarden op te nemen. Uiteindelijk hebben de vervoersbedrijven dat klaarblijkelijk niet gedaan (in ieder geval in het geval van Connexxion niet, zo lijkt me). Hij is dus gewoon in overtreding. Als we echter naar de reacties op websites kijken dan ondersteunt een meerderheid op de nieuwssites toch de actie van de chauffeur; ook al handelt hij in strijd met de wet. Onder meer om de reden die de chauffeur ook aangegeven zou hebben én omdat men vindt dat een niqab hier in Nederland niet thuishoort. Maar mag je dus in het kader van verantwoordelijk burgerschap ook de wet overtreden?

De 19-jarige Somalisch-Nederlandse vrouw staat dus in haar recht. En gaat dus niet tegen het verantwoordelijk burgerschap in. Sterker nog je zou kunnen beargumenteren dat zij een zeer verantwoordelijk burger is die (als ik vrijelijk een mogelijke gedachtegang van haar mag interpreteren) zij gehoor geeft aan een verzoek van haar God en zo bijdraagt een een betere ordening van de samenleving. Eveneens zou je met recht kunnen beargumenteren dat hier juist haar veiligheid in het geding is, een aspect dat in de discussies over niqab nauwelijks aan de orde komt zoals Annelies Moors op basis van haar onderzoek onder niqab-draagsters ook duidelijk maakte. Tegelijkertijd echter is de politiek bijna zonder uitzondering fel gekant tegen niqab en stelt de regering dat de niqab voor velen symbool staat voor een fundamentalistische islam die niet in Nederland thuishoort. Tevens zijn er dus plannen in de maak om het op plekken te verbieden en in half Europa woeden hier debatten over. Het dragen van een burqa of niqab lijkt dus evenmin te passen bij het idee van verantwoordelijk burgerschap en de actie van de buschauffeur dan juist wel weer. Connexxion heeft inmiddels wel excuses aangeboden, om de een of andere reden aan haar man. Is dat verantwoordelijk burgerschap of komt er nu ook iemand met de kreet: islamisering?

Tegelijkertijd treden beiden ook op als zelfbewuste sterke burgers. Immers, de buschauffeur voelde zich bedreigd en ongemakkelijk maar neemt toch te stap haar te weigeren. De vrouw weerstaat alle negatieve reacties op de niqab terwijl zij toch echt een blikvanger is, wordt in haar persoonlijke veiligheid en vrijheid aangetast, maar laat het er niet op zitten en dient een klacht in (tenminste ik neem aan dat zij dat gedaan heeft). Hulde voor beiden dan maar? Ingewikkeld hoor dat verantwoordelijk burgerschap. Vandaag toch maar eens lekker onverantwoordelijk doen dan.

0 comments.