You are looking at posts that were written in the month of January in the year 2011.
M | T | W | T | F | S | S |
---|---|---|---|---|---|---|
« Dec | Feb » | |||||
1 | 2 | |||||
3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 |
17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 |
24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 |
31 |
Posted on January 29th, 2011 by martijn.
Categories: Guest authors, Society & Politics in the Middle East.
Gastauteur: Carpe D.M.
Tunesië, in de ogen van de westerse wereld een zonnig vakantieland en een voorbeeld van hoe een Arabisch land zou moeten zijn. Een vrij land, een modern land, een land waar de islam een rol speelt, maar niet de hoofdrol. Wij Tunesiers weten dat niets minder waar is. Tunesië wordt al jaren geregeerd door de president Zine al Abedine Ben Ali, een president die al jarenlang ‘democratisch’ wordt gekozen. Hij is de opvolger van president Habib Bourguiba , onder zijn bewind was Ben Ali generaal van het leger. In 1987 greep Ben Ali de macht. Hij is getrouwd met Leila Trabelsi, een kapster. De familie Trabelsi is de meeste gehate en gevreesde familie binnen Tunesië. Bijna alle bedrijven zijn in hun handen, zij zijn verantwoordelijk voor alle drugs in- en export, hebben de volledige alcoholmarkt in handen (inclusief fabrieken) en wil je iets gedaan krijgen, moet jouw geld die kant op.
Dit alles was onzichtbaar voor de buitenwereld, totdat op 17 december 2010 de waarheid beetje bij beetje naar buiten kwam. Mohammed Bouazizzi, een jongen zoals alle anderen, afgestudeerd als ICTer en werkloos. Hij besloot het er niet bij te laten zitten en startte zijn eigen groente- en fruitkraam om op deze legitieme manier toch geld te kunnen verdienen voor zijn familie. Maandenlang probeerde hij een vergunning te krijgen, maar vanwege de corruptie van het land werd dit hem onmogelijk gemaakt. Het probleem in Tunesië is dat ambtenaren te pas en te onpas geld willen zien om in eigen zak te steken, en de bedragen zijn zo hoog, dat niemand dit kan betalen. Hij ging verhaal halen op het gemeentehuis en bij terugkomst was zijn kar weggesleept. Uit pure wanhoop stak hij zichzelf in brand. Hij belandde in het ziekenhuis in coma, en overleed een paar dagen later. Wat volgde op zijn daad was iets dat hij in zijn stoutste dromen niet had durven dromen. Het land besloot zijn dood niet voor niets te laten zijn, en kwam in opstand. Wekenlang gingen jongeren de straat op om te demonstreren voor hun rechten.
Tunesië zou Tunesië niet zijn als dit niet keihard de kop ingedrukt zou worden. Het leger en politieagenten werden door Ben Ali ingezet om de mensen terug te dringen en de mond te snoeren, zelfs te doden. Het begon in het dorp Sidi Bouzid en ging vanaf daar door naar de stad Kasserine; in deze stad alleen al vielen minimaal 50 doden door het harde optreden van de politie. Vanuit daar trok de onrust verder het land in, met als eindbestemming het dorp Bizerte en de hoofdstad Tunis. Donderdag 16 januari 2011 kreeg ik ’s ochtends een telefoontje van mijn zestienjarige nichtje, huilend. Mijn oom, tante, nichtjes en neefjes hadden al twee dagen niet gegeten omdat de supermarkten uitgebrand waren en binnen een uur zou het water afgesloten worden. Kort na dit bericht werd inderdaad bekend dat de regering het water en de elektriciteit zou gaan afsluiten. Het water om de mensen tot wanhoop te drijven, en de elektriciteit om zowel de telefoonlijn als het internet af te sluiten, zodat contact met de buitenwereld onmogelijk zou worden.
Over de hele wereld begonnen Tunesiërs vanuit tientallen landen in actie te komen, voornamelijk door middel van demonstraties. Zó ook in Nederland. De avond dat de voorbereidingen getroffen werden kwam plotseling een onverwachte persconferentie van Ben Ali. Zijn beloftes: vanaf dit moment zou er een vrijheid van meningsuiting gelden, er zouden miljoenen gepompt worden in de economie om zo de werkgelegenheid te stimuleren, YouTube zou opengezet worden, er zou geen geweld meer gebruikt worden tegen de demonstranten én de prijzen van brood, suiker en melk zouden naar beneden gaan. Dit alles leidde binnen één uur tot grote verbazing (voornamelijk onder de Tunesiërs die woonachtig zijn buiten Tunesië) en tot grote vreugde. Binnen een uur reden tientallen auto’s al toeterend de straten op, klonken er leuzen als ‘lang leve Ben Ali’ en werden er honderden YouTube filmpjes op Facebook ge-upload. Dit alles tot grote verbazing van de Tunesiërs uit de Nederlandse gemeenschap. Waren hier al die mensen voor gestorven? Waren ze nu al vergeten wat dit regime met het land had gedaan? Beseften zij niet dat dit loze beloftes waren? Met stomheid geslagen werd er druk gediscussieerd of de demonstratie nog wel door moest gaan. Verdienden ze al deze steun en moeite nog wel?
De volgende ochtend werd bekend gemaakt dat twee uur na de speech het wederom uit de hand was gelopen en er drie mensen waren doodgeschoten. Daarnaast bleek dat Ben Ali politieagenten in burger de straat op had gestuurd om naar de buitenwereld toe de illusie te wekken dat hij de situatie weer onder controle had. Vrijdag 14 januari begonnen er ’s ochtends vroeg weer (vreedzame) demonstraties, tot de politie rond het middaguur wederom met geweld ingreep en de situatie uit de hand liep. Die dag heeft (ex)president Ben Ali besloten tijdelijk het land te ontvluchten samen met zijn vrouw, en zijn werkzaamheden over te dragen aan Mohammed Ghannouchi. Ben Ali vluchtte, in de eerste instantie richting Malta, waar hem de toegang werd ontzegd. Vervolgens Parijs en Dubai, maar ook daar werd hij niet ontvangen. Hij is nu al twee weken woonachtig in Saudi-Arabië, het land dat hem wel als politiek vluchteling heeft onthaald.
Zaterdag 15 januari zijn er drie gevangenissen in brand gestoken. Enkelen zijn vermoord, maar zo’n 3000 gevangenen hebben de gevangenissen kunnen ontvluchten. Zij zijn het land ingetrokken om het land verder in vernieling te brengen, geweld te plegen en overvallen te plegen. Online werden beelden geplaatst van politieagenten die ook massaal winkels plunderden en banken overvielen. Mijn vriendin, woonachtig in Tunis liet over FaceBook weten dat iedereen doodsbang was, omdat politieagenten huizen openbraken om spullen te stelen en de meisjes en vrouwen te verkrachten. Nadat het leger dit doorkreeg ontstonden er vuurgevechten tussen het leger en de politietroepen. Het leger heeft de hele periode aan de kant van het volk gestaan en heeft alles op alles gezet om de orde te handhaven.
Direct nadat de president het land verliet en zijn rechterhand de macht over het land had gegeven, trokken de demonstranten de straten weer op om iedereen binnen het kabinet die lid was van de RCD –de partij van Ben Ali- de interim regering te doen verlaten. Uiteindelijk is Ghannouchi vertrokken als interim president en zijn de werkzaamheden overgedragen aan de voorzitter van het parlement, zoals in de grondwet is vastgelegd. Wel is hij aangebleven als lid van de regering. Ben Ali wilde in eerste instantie terugkeren naar het land, maar heeft op advies van andere regeringsleiders te kennen gegeven dat hij definitief zijn troon heeft verlaten en er binnen twee maanden verkiezingen gaan plaats vinden.
Tunesië gaat nu spannende tijden tegemoet, de eerste stappen zijn gezet, maar het echte werk gaat nu pas beginnen. Binnen anderhalve maand moeten er politieke partijen gevormd worden, moeten kandidaten zich verkiesbaar gaan stellen, en moet er op toegezien worden dat het land niet in herhaling gaat vallen. Radicale partijen beginnen weer op te komen, en Ghannouchi (niet te verwarren met de politicus Mohammed Ghannouchi) leider van een radicale islamistische partij, en zo’n twintig jaar geleden verbannen uit Tunesië, is teruggekeerd naar het land. Veel mensen zijn bang dat het land gaat vallen in de handen van extremisten. Dinsdag 25 januari is er een officieel internationaal arrestatiebevel uitgevaardigd voor Ben Ali, zijn vrouw Leila Trabelsi en een aantal naaste familieleden. Zij worden er onder meer van verdacht op grote schaal geld en goederen van de Tunesische staat te hebben gestolen. Voor zover bekend heeft een groot deel van de familie Trabelsi het land verlaten en zijn al hun eigendommen en onroerend goed in beslag genomen en verwoest. Na Tunesië is de onrust nu ook overgeslagen naar Egypte en Yemen, waar afgelopen dagen ook duizenden mensen de straat op gingen, allemaal georganiseerd via FaceBook en Twitter.
In Tunesie is iedereen optimistisch en men hoopt op een democratie, zoals een democratie hoort te zijn. Het is een mooi land, met veel potentie. De angst van het oude regime zit er echter nog steeds in. Het is nog redelijk onzeker welke kant het opgaat en dit is tevens de reden dat ik dit stuk schrijf, maar niet onder mijn eigen naam. Ik hoop dat er ooit een dag komt, waarop die angst zal verdwijnen en ik mij onder mijn complete naam trots kan uitlaten op zowel positieve als negatieve ontwikkelingen binnen het land.
Carpe D.M. is de dochter van een Nederlandse moeder en een Tunesische vader. Zelf is zij meerdere keren per jaar in Tunesië, en hoopt ooit op een dag permanent te kunnen blijven. Een groot gedeelte van haar familie is nog steeds woonachtig in Tunesië, onder wie haar broertje Zij heeft dus de ontwikkelingen van dichtbij meegemaakt.
Noot van de beheerder: De naam is bekend bij de beheerder van dit weblog.
Posted on January 27th, 2011 by martijn.
Categories: Twitwa.
Via @MocroNL:
#zooomoslim Programma had beter gekund met mensen die wel over Islam weten, en niet een zogenaamde ex-moslim of een acteur.
Vorige week was er bij de AVRO een in potentie interessant programma: Zóóó moslim. Het was de derde in een reeks na Zóóó Dertig en Zóóó Rechts. Die twee eerdere afleveringen hebben volgens mij minder reacties opgeroepen dan deze: van goed-nieuws-show tot islamisering, juist goed wat dan leren Nederlanders wat over islam en komen er meer bekeerlingen, en zoals de bovenstaande tweet van @mocro al aangeeft, er zouden andere mensen moeten gaan zitten.
Zóóó moslim is een infotainment programma dat draait om het idee van representatie van islam in het openbaar. Dat brengt een aantal zaken met zich mee. Televisie brengt bepaalde verhalen die geschikt zijn voor televisie, andere verhalen zien we er niet. Een open deur van jewelste maar wel van belang maar dat betekent dat er bepaalde keuzes gemaakt moeten worden. Terwijl de islam talloze interpretaties, geschiedenissen, praktijken en dimensies kent, moeten die op televisie teruggebracht worden tot visueel aantrekkelijke brokjes; de islam wordt van een geloofstraditie gereduceerd tot een ‘ding’ dat in beeld gebracht kan worden. U zult niet vaak anderhalf uur lang een koran in beeld zien (toch niet zo’n gek idee als representatie van islam) want dat is niet aantrekkelijk. Evenmin gaan we luisteren naar de preek van een Egyptische sheikh en het slachten van een lam voor het offerfeest levert vooral schokkende televisie op waardoor de kijkers afhaken. De heerlijke geur van een gebraden lam is natuurlijk helemaal onmogelijk. Dus gaan we de islam op een andere manier verbeelden om een zo groot mogelijk publiek te scheppen en te bereiken. Een publiek dat geschapen wordt en gelokt wordt met de belofte dat men nu echt gaat leren hoe datgene in elkaar zit waar half Nederland zich toch druk over maakt: van moslimhobbyisme tot voyeurisme (vandaag kom je te weten wat je eigenlijk nooit durfde te vragen).
In Zóóó moslim deed men dat met een kwis, muziek en een panel met publiek. De kwis bestond uit typische wist u dat vragen en vragen naar de mening van een bepaalde persoon. Daarbij leek de bedoeling te zijn mensen meer over de islam te leren waardoor mensen de islam ook beter zouden begrijpen en er meer affiniteit mee zouden krijgen. Dat klinkt een beetje als de klassieke contacthypothese uit de sociologie waarbij verondersteld werd dat als mensen met elkaar in contact zouden komen, ze elkaar ook meer zouden mogen. Dat gebeurt inderdaad vaak, maar het kan natuurlijk ook heel goed zijn dat als je iets of iemand beter kent je tot de ontdekking komt dat je elkaar eigenlijk niet zo ligt. Dat leek ook gebeurd te zijn in de uitzending want aan het einde van de uitzending was het aantal mensen dat affiniteit met de islam zou hebben lager dan in het begin. Het had de uitzending de nodige diepgang opgeleverd als daar juist op ingegaan kon worden; maar het format is heilig en de uitzenduren nog meer dus het programma was afgelopen.
Het verbeelden van de islam zal echt moeten gebeuren aan de hand van personen die ons iets kunnen vertellen over wat de islam nu toch ‘echt zegt’ (het zijn natuurlijk de mensen die spreken). De keuze van de gasten is dan ook interessant: een ex-moslim, een Marokkaans-Nederlandse acteur, een Marokkaans-Nederlandse thaibokster en een atheïstische autochtoon-Nederlandse actrice. Een heel goed verdedigbare keuze, want waarom zouden zij niks kunnen en/of mogen vertellen over de islam? Maar daarmee schep je dus wel een specifiek beeld: die van leken. Religieuze gezagdragers waren afwezig in dat panel: imams, geleerden, predikers onder meer uit radicale hoek (‘salafisten’) maar ook uit de hoek van de gevestigde organisaties. Om enige duiding te geven, en af en toe als een soort scheidsrechter op te treden, was er Maurits Berger. Iemand die inderdaad zeer goed op de hoogte is van de islamitische tradities, maar ook een andere invalshoek heeft dan sociologen, antropologen, pedagogen en andere gogen. Ook niks mis mee, maar ook daarmee wordt dus een bepaald beeld neergezet: namelijk meer die van de geschreven tradities dan die van de geleefde islam. Die kwam overigens wel aan bod. Bijvoorbeeld in het begin toen het over muziek ging en over islamitische artiesten. Daarbij werd gesteld dat muziek in de islam verboden zou zijn; DJ Gerard Ekdom wist wel beter: ‘Volstrekte waanzin’. Dat beide kunnen kloppen (dat er mensen die stellen op basis van ‘bewijzen’ dat muziek verboden zou zijn en dat er talloze moslimartiesten zijn) wordt niet uitgelegd; de complexe werkelijkheid wordt gereduceerd tot slechts twee dimensies: waar of niet waar.
De vragen waren niet onaardig, maar het is onduidelijk waarom nu net deze vragen geselecteerd zijn zoals wat is de grootste zonde in islam, wat betekent het geloof voor jou en moet het suikerfeest een officiële feestdag worden. Grofweg zijn er drie type vragen: theologische vragen, ervaringsvragen, dagelijks-leven-vragen en islam-in-nederland-vragen. Die laatste twee hadden niet persé betrekking op islam of religie in het algemeen hoewel het antwoord op over gokken wel gebaseerd kan zijn op een religieus perspectief. Hoe die zich dan verhouden tot dé islam is mij onduidelijk.
Verder vond de uitzending plaats op prime-time waardoor een en ander natuurlijk ook licht verteerbaar moest zijn. De kritiek dat dit dan ook een islam-lite versie was die veel te rooskleurig was en al heikele punten uit de weg ging, is dan ook niet zo verwonderlijk. Dat geldt ook voor andere kritische geluiden dat het eigenlijk vooral ging over de pre-occupatie met islam en niet over islam als geloofstraditie en geloofsbeleving; spiritualiteit was ver te zoeken.
Deze aspecten zijn allemaal deels onvermijdelijk; men moet zoals gezegd nu eenmaal een bepaald perspectief kiezen. Dit betekent wel dat media niet zomaar een doorgeefluik is van religie en cultuur in de samenleving, maar zelf ook een cultuurmaker is. Het type cultuur dat televisie produceert is mede afhankelijk van het medium en al wordt al in de voorbereidingsfase bepaald.
Posted on January 24th, 2011 by martijn.
Categories: Misc. News.
Al Jazeera en The Guardian onthulden gisteravond de eerste pagina’s geheime informatie (nee geen Wikileaks Volkskrant) over de vredesonderhandelingen tussen Israël en Palestina; volgens The Guardian het grootste lek ooit. De documenten laten de machteloosheid van de Palestijnen zien, de halsstarrige houding van de Israëliers en het dedain waarmee de officials van de VS de Palestijnse belangen benaderden. Dat is niet nieuw, zelfs de onthullingen waren niet allemaal nieuw volgens mij. Niettemin is het nu al een klassieker die uitzending van Al Jazeera. Waar het Midden-Oosten erg onrustig is na de gebeurtenissen in Tunesië, heeft Al Jazeera opnieuw zout in de open wonde van het Midden-Oosten gestrooid: het eindeloze Palestijns-Israëlische conflict met onthullingen die toch bij een groter publiek niet zo bekend zijn denk ik.
Een kleine bloemlezing:
Deze concessies zijn voornamelijk gedaan in 2008 en 2009 toen de Palestijnse Autoriteit niet sterk genoeg was om een vuist te kunnen maken richting Israël noch Hamas. Zeer opmerkelijk is het aanbod van de Palestijnse onderhandelaar Erekat om Israël volledige territoriale controle over Jeruzalem te geven en geen aanspraken meer te maken op de illegale Israëlische nederzettingen. Dit werd door Israël afgewezen; het is niet duidelijk waarom. Israël antwoordde met een zeer assertieve onderhandelingsstap: ze wilden meer dan 10% van de West Bank annexeren in ruil voor land grenzend aan de Gaza strook en de Westbank. Premier Olmert liet Abbas van de Palestijnse Autoriteit een kaart zien met de beoogde landruil. Hij mocht deze kaart niet houden en was gedwongen ze te tekenen op een servetje; sindsdien staat deze kaart ook wel bekend als de ‘servet-kaart’. In de Palestine papers zien we twee versies van deze kaarten. De eerste laat de beoogde landruil zien en de tweede laat geheel Israël zien, de Westbank en Gaza. Israël zou alle grote Westbank nederzettingen houden (die niet waren genoemd in het hierboven genoemde plan van de Palestijnen). Daarbij zou er een ‘veilige doorgang’ moeten komen: een weg van Gaza naar de Westbank onder Palestijnse controle maar onder Israëlische zeggenschap.
Het moge duidelijk zijn dat dit voer voor discussie oplevert:
Het is te vroeg om te zeggen wat dit nu precies betekent voor de Palestijnen. Het is ook allemaal nog niet even helder. Zie bijvoorbeeld de lezing Haaretz destijds over het plan van Olmert waarbij ook de Israëliërs flinke concessies zouden doen. Dat de Palestijnen zich behoorlijk bekocht zullen voelen door hun leiders moge duidelijk zijn. De erg gretige en halsstarrige houding van de Israëliërs maakt het begrijpelijk dat sommigen geweld als enige uitweg tegen de Israëlische bezetting zien. Dat de Palestijnse Autoriteit niet gelukkig is met de onthullingen heeft iedereen die de Al Jazeera uitzending heeft gevolgd kunnen zien. Volgens Erekat heeft Al Jazeera de oorlog verklaard aan de Palestijnen en een andere onderhandelaar, Ahmed Qureia, beweert dat Al Jazeera geknoeid heeft met de documenten. Dat ziet Hamas natuurlijk anders en een Hamas official stelde dat de Palestijnse Autoriteit haar gezicht in schaamte moest verbergen naar aanleiding van deze onthullingen. Dat moge zo zijn, het is wel goed om voor ogen te houden dat de Palestijnse Autoriteit geen staat is. Ze werd in 1994 opgericht naar aanleiding van de Oslo-akkoorden en heeft slechts beperkte bevoegdheden. Het is geen staat, maar zou de basis moeten vormen voor een staat. Er is geen leger, maar wel een veiligheidsdienst die pas in 2004 toestemming kreeg om wapens te dragen. Gezien de concurrentie van Hamas en de onderlinge strijd tussen de Palestijnen en de invloed en interventies van Israël heeft de Palestijnse Autoriteit geen belastingmonopolie en geen geweldsmonopolie. De Palestijnse Autoriteit is dus eigenlijk zo goed als machteloos; een slechte positie die verder verzwakt wordt door corruptie, machtsmisbruik en (mede daardoor) een gebrek aan legitimiteit onder de bevolking.
Aangezien de Nederlandse media ook pas na een week of drie inspeelde op de onlusten in Tunesië verwacht ik dat dit pas over enige jaren (hulde aan JOOP) aandacht krijgt. Blijf tot die tijd gewoon Al Jazeera volgen en The Guardian. U kunt Al Jazeera English volgen op Livestation en hun Arabische collega’s HIER. Er komt nog meer namelijk.
Posted on January 23rd, 2011 by martijn.
Categories: Blogosphere.
Most popular on Closer this week:
Featuring Tunisia Uprising II
YouTube – Suicide that sparked a revolution
Tunisia’s political upheaval began last month after a young vendor set himself on fire after police confiscated the fruits and vegetables he sold.
The act of self-immolation sparked a series of protests and riots that ultimately led to the end of President Zine El Abidine Ben Ali’s 23-year rule.
Al Jazeera’s Ayman Mohyeldin traveled to the man’s hometown of Sidi Bouzid for this exclusive report.
Esam Al-Amin: The Fall of the West’s Little Dictator
But perhaps the ultimate lesson to Western policymakers is this: Real change is the product of popular will and sacrifice, not imposed by foreign interference or invasions.
To topple the Iraqi dictator, it cost the U.S. over 4,500 dead soldiers, 32,000 injured, a trillion dollars, a sinking economy, at least 150,000 dead Iraqis, a half-million injured, and the devastation of their country, as well as the enmity of billions of Muslims and other people around the world.
Meanwhile, the people of Tunisia toppled another brutal dictator with less than 100 dead who will forever be remembered and honored by their countrymen and women as heroes who paid the ultimate price for freedom.
An uprising in Tunisia – The Big Picture – Boston.com
Beginning in December of last year, a series of ongoing protests in the streets of Tunisia escalated to the point where President Zine el-Abidine Ben Ali – who had ruled the country for 23 years – at first declared he would not seek re-election, then fled the country on January 14th. An interim government was assembled, but protesters remain in the streets, demanding removal of all traces of Ben Ali’s old RCD party. Protesters’ frustrations with high unemployment, inflation and corruption drove them to the streets after a pivotal event, when a young Tunisian vendor named Mohamed Bouazizi set himself on fire after police confiscated his produce cart. Bouazizi died of his injuries days later. Collected here are images of the turmoil in Tunisia over the past couple of weeks.
Tunisia: How the US got it wrong – Opinion – Al Jazeera English
The events in Tunisia again show how US foreign policy in the Middle East fails to fully understand the region.
Mark LeVine
Revolution in Tunisia – Tariq RAMADAN
All honor and praise to the people of Tunisia ! Their resistance and non-violent civic revolutionary action, their determination and sacrifice, has shaken the dictatorship to its foundations. President Ben Ali has fled—he and his close collaborators should have been put on trial—and the country’s prime minister (a long time Ben Ali’s support) has taken the helm…but for how much longer ? What we are witnessing is the first stage ; the stakes are high, the situation fraught with danger. Anything can happen : an attempt by the regime to play for time or to manipulate the people’s demands (with a sham “new” government) ; shadowy maneuvers by internal or outside forces. Vigilance is essential ; there is no place for naivety ; we must remain alert, and beware of hasty expedients. Tunisia’s informal citizens’ revolution has revealed an extraordinary power, but the new counter-power’s strength can also become a weakness if confronted with political forces that will attempt to use the constitution, international political alignments or profit from a cooling-off period simply to reshuffle the deck. We must be equally vigilant about the role of the army. The people may be offered the appearance of freedom minus the dictator, followed by a new clampdown on Tunisian political life. Let us indeed hail this first victory—but be aware that the outcome is far from settled.
Bloggingheads.tv – Uprising in Tunisia
Uprising in Tunisia
The revolution or would-be revolution in Tunisia (09:39)
What happens next? (05:12)
What should the US do? (10:44)
Arab nostalgia for Bush, disappointment in Obama (05:33)
Peace vs. democracy promotion in the Middle East (07:27)
Which regimes might be next to fall? (13:25)
The lesson from Tunisia’s people – The National
Yet one of the lessons to be learned from the Tunisian uprising, which brought down a 23-year-old closed system of rule, is that every despot-led Arab regime lays the foundations for its own undoing. The greedy lust for power, economic monopolies, the exclusion of the people and the oppression of intellectual elites are bound to make the citizens turn the tables.
The Tunisian regime was not the weakest in the region and the Tunisian people are not necessarily the fiercest. For many Arab governments, this should be food for thought.
In the wake of the ouster of Tunisian President Zine El Abidine Ben Ali, we speak with University of Michigan History Professor Juan Cole. “This is the first popular revolution since 1979,” Cole says. “This revolution so far has been spearheaded by labor movements, by internet activists, by rural workers. It’s a populist revolution, and not particularly dominated in any way by Islamic themes, it seems to be a largely secular development.
Where Were the Tunisian Islamists? – NYTimes.com
The young Tunisian street peddler who triggered the revolt by publicly burning himself reminds us of the Vietnamese Buddhist monks in 1963 or of Jan Palach in Czechoslovakia in 1969 — an act of precisely the opposite nature from the suicide bombings that are the trademark of present Islamic terrorism.
Even in this sacrificial act, there has been nothing religious: no green or black turban, no Allah Akbar, no call to jihad. It was instead an individual, desperate and absolute protest, without a word on paradise and salvation. Suicide in this case was the last act of freedom aimed at shaming the dictator and prodding the public to react.
Mona Eltahawy Blog » Archives » Raining on the Tunisian Revolution
But let me tell you what really distresses me off: a host of Western “analysts” and “experts” determined to outdo our despots in coming up with reasons why the Tunisian revolution will fail and why it’s impossible to replicate.
Anthropology
Cultural Farming
All TV/media content communicates messages; but less understood are how media production practices equally communicate. Cultural Farming is a collection of ethnographic video websites built upon simple, camera-less, techniques of appropriation and remix. These projects are on-going performances of public mediaturgy. Each is a
critical examination of common media practice and presentation…because production is always the first step in media meaning-making.The purpose, here, is to illustrate possibilities for critical response in a mediated world, and most importantly to foment deeper public discourse about how media-makers tell our socio-cultural stories to us. In short, common TV/media practices can only tell certain kinds of stories, and only in certain kinds of ways. This is a massive communicational dilemma in a multi-dimensional-media-world. And so, how we respond through our media to those communicating to us can help to inform all media production. Let’s respond to “media” by critically refunctioning its language and technique. Let’s retell “media’s” unreflexive stories back to their makers, to challenge anonymous cultural production.
Book review: No fashion outside the “West”?
“The subject of fashion in non-Western world is largely understudied. The whole research community is to be blamed for viewing fashion too narrowly”, Tereza Kuldova writes in her new book review for antropologi.info. She has read a new book on fashion studies: Fashion in Focus by sociologist Tim Edwards.
How to create culture by noticing culture
Spotting culture is a way of creating culture. Everyone is smarter and more observant when we’ve given them the ethnographic head’s up. Cat jewelry? I had no idea. But now I will look for it. When I am stuck at the airport, I will use the BusinessWeek typology to observe the people around me. New categories will suggest themselves. Old ones will get refined. Union Square? I will keep my “Normal Bob” cheat sheet in mind as I go.
Making culture, mapping culture
Rick asked, “What if I redid the subway map [as] a food map?” He brought in his friend Maira Kalman and the two of them renamed 468 stations. Avenue H became Mulligan Stew, Avenue J became Can of Soda, and Brighton beach became Beach Stroganoff. The New Yorker published their map in 2004.
This is remapping, taking a world we know, and reworking how we see it. It’s one way to make culture.
In an urban neighbourhood in eastern Java, hundreds of religious students, or santri, arrive at a pesantren (boarding school) owned and run by the family of a charismatic preacher, Nyai Nisa. She is a popular figure, aged in her 40s, with hundreds of supporters who appreciate her speeches for their wisdom and for the feminist orientation of her religious thought. The santri have come to this family-operated pesantren because it is also the home of a tarekat (Sufi order). They will attend courses of study that last for days, weeks or months depending on their spiritual needs.
Lies Marcoes Natsir is one of Indonesia’s foremost experts in Islam and gender. She has played a pioneering role in the Indonesian gender equality movement by bridging the divide between Muslim and secular feminists and encouraging feminists to work within Islam to promote gender equality. Lies is a passionate and talented trainer and has used these skills to change people’s attitudes to the status of women in Islam. With her strong leadership and commitment Lies has empowered countless Indonesian women and brought gender into mainstream parlance in Indonesia.
Misc.
‘What is your problem with me?’ Pakistani actress asks Muslim cleric amid reality show furor
ISLAMABAD — A Pakistani actress castigated for appearing to cuddle with an Indian actor on a reality show lashed out at a Muslim cleric who had criticized her during a widely watched television exchange this week.
Hamburg´s Jihadi Legacy – German Town Invaded by Islamists | Jih@d
After Hamburg´s notorious 9-11 Mosque “Masjid Taiba” was closed last year, radical Salafis are searching for a place to meet and worship. In a small North German community they found a new home – one of them a 18 year-old convert who threatens local Jewish Community officials.
WikiLeaks: US courted Dutch Muslims after Van Gogh murder | Radio Netherlands Worldwide
An all-expenses-paid study trip to the US: that was the offer to a number of prominent Dutch Muslims following the killing of controversial filmmaker Theo van Gogh in 2004. Now WikiLeaks documents reveal that these trips were part of a concerted effort by Washington to win the hearts and minds of Dutch Muslims. Among them was the current Mayor of Rotterdam, Ahmed Aboutaleb.
Muslim resistance: The struggle within – video | World news | guardian.co.uk
Documentary maker Masood Khan explores the Muslim community’s struggle against extremism. In the first of three videos, he goes to Luton to see how Salafi Muslims are rejecting the extreme rhetoric of al-Muhajiroun
Amira Hafner-Al-Jabaji talks about dialogue with government. – swissinfo
It is one year since the Swiss government initiated regular dialogue with the Muslim community following a vote to ban new minaret construction.
swissinfo.ch spoke to Amira Hafner-Al-Jabaji, a Swiss of Iraqi origin and one of those involved in the dialogue, about what had changed since November 29, 2009.
Building a police state in Palestine | The Middle East Channel
“If we are building a police state — what are we actually doing here?” So asked a European diplomat responding to allegations of torture by the Palestinian security forces. The diplomat might well ask. A police state is not a state. It is a form of larceny: of people’s rights, aspirations and sacrifices, for the personal benefit of an élite. This is not what the world meant when it called for statehood. But a police state is what is being assiduously constructed in Palestine, disguised as state-building and good governance. Under this guise, its intent is to facilitate the authoritarianism which creates sufficient popular dependency — and fear — to strangle any opposition.
Theocracy: “What Would Be So Bad About It?” | Religion Dispatches
I’m not sure why she used the word theodicy — which is an attempt to answer the theological problem of evil, that is, how can an all-powerful, all-knowing, loving god permit evil to exist — when what she was talking about was clearly theocracy (and Rushdoony didn’t articulate a distinctive theodicy anyway). The flattering essay describes Ahmanson as a “force of nature” and “unflinching in her defense of Rushdoony.” And, in turn, the article doesn’t question either her denial of her own theocratic leanings — or her defense of theocracy as a concept.
Dutch
Onderzoek naar lespraktijken in moskeeën is gestrand
Een onderzoek naar lespraktijken in moskeeën is onlangs gestaakt. Dat heeft minister Piet Hein Donner aan de Tweede Kamer geschreven. Het Verwey-Jonker instituut heeft de opdracht teruggegeven, nadat het er maar niet in slaagde afspraken te maken met moskeeën in Amsterdam en Tilburg. Zo schrijft de Vokskrant.
Waar hebben we het nou eigenlijk over? – Wij Blijven Hier!: Het schrijversplatform van moslims
Vooropgesteld: als het aan mij ligt, zouden juist Islamitische organisaties de meest transparante organisaties moeten zijn. Je zou ieder onderzoek naar het pedagogisch klimaat met open armen moeten ontvangen en hen vol trots de mooie, moderne en schone lokalen kunnen laten zien. Je zou ze op ieder moment een les kunnen laten bijwonen en daarna de complimenten over de stijl van lesgeven op een bescheiden manier in ontvangst nemen. Dat is nu niet de realiteit en dat is een probleem. Ook ik heb niet het vermoeden dat het onderzoek geen doorgang heeft kunnen vinden omdat de Islamitische organisaties uit bescheidenheid hun kwaliteiten niet wilde tonen. Er is nog een hoop te doen.
p>Maar laten we wel de zaken in perspectief blijven zien; waar hebben we het nou eigenlijk over?
„Islam verloochent eigen bron” – Kerknieuws – Kerkplein
UTRECHT – Tussen de moderne islam en het klassieke islamitische denken bestaat een radicale breuk. Islamitische intolerantie van vandaag de dag heeft nauwelijks iets gemeen met het gedachtegoed van moslims in de tiende eeuw.
Pickwick, alleen voor echte Nederlanders – Wij Blijven Hier!: Het schrijversplatform van moslims
Mensen. Er is helemaal geen reden om grammoedig te zijn. Ik kreeg langzamerhand namelijk het vermoeden dat Neerlands marketeers in de veronderstelling waren dat er in elke reclame minimaal één vervelende allochtoon hoorde te zitten. Ik ben daarom blij dat er nu eens een keer van wordt afgeweken en men voor de verandering het Germaanse type uit de gouwe ouwe doos haalt. En alleen al om die reden mag deze reclame genomineerd worden voor een Gouden Loekie in de categorie: Beste Reclame Zonder Irritante Allochtonen
Wat is nou ‘stuff muslims like’? « Nieuwsblog nrc.next
http://www.nrcnext.nl/files/2011/01/conversation_starter132.jpgVanavond worden in het programma Zóóó moslim bekende Nederlanders getest op hun kennis over de islam. Deelnemers moeten vragen als ‘Wat is de hadj’ en ‘hoeveel moskeeën zijn er in Nederland’ zo goed mogelijk beantwoorden. Maar, vraagt redacteur Hanina Ajarai zich vandaag in de papieren nrc.next af, is het niet verstandiger naar moslims te kijken, in plaats van de islam? Je kunt wel iets weten over islam, maar dan weet je eigenlijk nog steeds weinig over moslims.
‘Diversiteit’ is een van de melkkoeien van de Publieke Omroep (PO). Het uitgangspunt van dit beleid is dat de etnische, culturele en religieuze verscheidenheid die Nederland rijk is zichtbaar moet zijn in het aanbod, de makers en het publiek van de media. De media moeten een weerspiegeling zijn van de multiculturele samenleving. Kortom: meer gekleurde acteurs, meer uitheemse presentatoren, meer exotische kandidaten in spelshows en meer aan elkaar gegroeide wenkbrauwen. En dan heb ik het niet over Bert en Ernie. Dit diversiteitsbeleid zou moeten leiden tot meer herkenning en binding met de allochtone kijker. Tot zover de theorie. In de praktijk doen de eerste-generatie-allochtonen (in het bijzonder de moslims) praktisch aan PO-geheelonthouding. Hun kijkgedrag beperkt zich tot de eigentalige schoteltelevisie. De tweede- en derde generatie allochtonen vertonen in kijk- en luistergedrag opvallend veel overeenkomsten met hun autochtone generatiegenoten. Beiden kijken en luisteren veel naar de commerciële zenders. Wat gaat hier mis?
Reformatie en modernisering in de islam : Nieuwemoskee
‘Reformatie en modernisering in de islam’ is een veel besproken thema in moslimkringen, maar ook daarbuiten. Ook in Nederland. De context waarbinnen men dit thema aankaart, impliceert het agenderen van de vraag of de islam vergelijkbare ontwikkelingen kent. De ogenschijnlijk neutrale uitdrukking ‘Reformatie en islam’ verhult echter een aanname met een hoog sceptische gehalte, namelijk dat reformatie- of hervormingsprocessen en modernisering in de islam wel degelijk gewenst zijn. Hier ga ik in op de vraag of islam reformatie- of hervormingprocessen en modernisering kent, en op de vooronderstelde noodzaak dan wel wenselijkheid van dergelijke processen in islam.
De nieuwe schoolstrijd | Dagelijkse Standaard
Gisteren betoogde Joost Niemoller dat het een goede zaak zou zijn als openbare scholen zich zouden verzetten tegen de hoofddoek. Het feit dat alleen bijzondere scholen de hoofddoek mogen weigeren zal er volgens hem toe leiden dat de openbare scholen uiteindelijk tot moslimscholen zullen vervallen en zullen radicaliseren. Bijval was zijn deel, met als voornaamste argument dat openbaar (staats)onderwijs seculier zou moeten zijn, en dat alle religieuze symbolen er zouden moeten worden uitgebannen.
Ik ga eens lekker in tegen deze communis opinio. Secularisering van het openbaar onderwijs ondermijnt het openbare karakter hiervan.
Bruggenbouwers » Cartoonaffaire Denemarken leerzaam voor beoordeling gevolgen Fitna
Zonder de cartoonaffaire in Denemarken in 2005/2006 hadden de Nederlanders minder goed geweten hoe te reageren op de verschijning van de film Fitna in maart 2008. Dat was één van de conclusies die een deelneemster trok na afloop van de ontmoeting op woensdag 19 januari tussen een delegatie van de Deense kerken en een delegatie van de Raad van Kerken in Nederland over het beleid inzake interreligieuze ontmoetingen.
Simon Admiraal en de omgekeerde wishful thinking » Mihai Martoiu Ticu
Simon Admiraal serveert ons de stelling dat ‘Tariq Ramadan wil omgekeerde integratie’ in een opiniestuk in de Volkskrant. Dit stuk is doorspekt met denkfouten en de stelling wordt op geen enkele manier hard gemaakt. Daarnaast toont het gebruikte materiaal evidente onjuistheden. Omdat ik toegang heb tot de Engelse versie van Ramadan’s boek “Western Muslims and the Future of Islam”, kon ik de enige twee aangeleverde “bewijzen” controleren op juistheid van vertaling en de context.
Posted on January 21st, 2011 by martijn.
Categories: Important Publications, ISIM/RU Research, Public Islam, Religion Other, Religious and Political Radicalization.
Together with my colleagues of Erasmus University Rotterdam, Johan Roeland, Stef Aupers, Dick Houtman and Ineke Noomen, I have written an article the first edition of the Annual Review of the Sociology of Religion, published by Brill on the quest for religious purity in the Netherlands.
Taken as a prime model of secularization north European societies have religion more or less confined to the private sphere and religion appears to have less significance in social and public life. In particular Christianity appears to have lost much of its former appeal. Quite a number of authors have argued however that the secularization paradigm is challenged by obvious developments in Western societies, that do witness – albeit to varying degrees – to what José Casanova (1994) called the ‘de-privatization’ of religion. While, from a normative perspective that regards religion as a private matter, public religion is an anomaly, from an empirical perspective it is a reality. This de-privatization of religion appears to have broken the „secularist truce? that guaranteed religious freedom on the one hand, while banning religion from the public sphere on the other.
In our article we discusses contemporary religious discourses and practices among New Age, Evangelical and Salafi Muslim youth in the Netherlands. The three are nowadays not only embraced much more enthusiastically by the younger generations than any other type of religion, but moreover attain some striking features in their hands that serve to set them apart from the traditional types of church-based or mosque-based religion embraced by older generations of faithful. By discussing Luckmann’s (1967) classical account of modern religion as radically privatized we argue that among young Dutch New Agers, Evangelicals and Muslims religion is neither ephemeral and superficial, nor socially unorganized, nor publicly insignificant.
Annual Review of the Sociology of Religion – BRILL
The purpose of the Annual Review of the Sociology of Religion (ARSR) is to investigate the “new” role of religion in the contemporary world, which is characterized by cultural pluralism and religious individualism.
It is the aim of the ARSR to combine different methods within the social scientific study of religion. The ARSR employs an interdisciplinary and comparative approach at an international level, to describe and interpret the complexity of religious phenomena within different geopolitical situations, highlighting similarities and discontinuities. Dealing with a single theme in each volume, the ARSR intends to tackle the relationship between the practices and the dynamics of everyday life and the different religions and spiritualities, within the framework of the post-secular society. All contributions are welcome, both those studying organizational aspects and those exploring individual religiosity.
Posted on January 19th, 2011 by martijn.
Categories: Multiculti Issues.
Etnische komaf toch bepalend voor achterstand op school – Trouw
Allochtone kinderen beginnen nog steeds met achterstanden aan de basisschool. Toch krijgen de scholen sinds vorig jaar minder overheidsgeld voor het wegwerken van die achterstanden. Maar het uitgangspunt van dat nieuwe beleid klopt niet, blijkt nu uit onderzoek.
Het klopt niet want, volgens Trouw althans, is de etnische afkomst bepalend voor de achterstand. Want zo blijkt uit een onderzoek van het Amsterdams Kohnstamm Instituut:
Etnische komaf toch bepalend voor achterstand op school – Trouw
Bijna alle allochtone kinderen lopen aan het begin van de basisschool achter op hun autochtone klasgenoten, zo blijkt. Alleen de ’zwarte’ kinderen met de hoogst opgeleide ouders doen het net iets beter dan de ’witte’ kinderen met de laagst opgeleide ouders. „Het is dus niet waar dat etnische komaf geen rol speelt bij achterstand, zoals het kabinet destijds stelde”, zegt onderzoeker Jaap Roeleveld.
Dat lijkt hetzelfde maar is het niet. De kop van Trouw gaat over causaliteit, het fragment over het onderzoek gaat over correlatie. De kop haalt dus oorzaak en samenhang door elkaar. Op de site van Wiskundemeisjes staan enkele voorbeelden waarin dit ook gebeurt die duidelijk maken wat ik hier bedoel:
Wiskundemeisjes » Blog Archive » Correlatie en causaliteit
Een klassiek voorbeeld is de correlatie tussen het aantal ingezette brandweerlieden en de schade die een brand veroorzaakt. Veroorzaken veel brandweermannen de grotere schade? Nee, natuurlijk niet. Er worden meer brandweermannen ingezet omdat het een grote brand is, en een grote brand levert meer schade op. Maar in veel gevallen ligt het wat subtieler en zie je niet meteen wat er niet klopt.
Een mooi voorbeeld hoorde ik een tijd geleden in een lezing van voedingswetenschapper Martijn Katan. Hij vertelde over een onderzoek dat uitwijst dat er een correlatie bestaat tussen het risico op dementie en weinig sporten, met als bijbehorende kop: “Sporten doet risico op dementie verminderen”. Maar het zou ook kunnen dat beginnende dementie ervoor zorgt dat je weinig sport. Of er zou een derde factor kunnen zijn, bijvoorbeeld ongezond leven (roken, veel alcohol drinken, vet eten), die vaak samengaat met weinig sporten en bovendien een risicofactor is voor dementie.
Weliswaar, zo blijkt uit de comments bij Wiskundemeisjes, zijn er mensen die stellen dat causaliteit helemaal niet meer nodig is in de modellen aangezien we zoveel informatie hebben dat we zo’n duidelijke en sterke correlaties kunnen aantonen dat dit bepaalde verschijnselen voldoende verklaart. Dat is hier ook relevant; er zijn immers al jaren onderzoeken die een verband laten zien tussen etniciteit en schoolprestaties. Dat zou er mede toe kunnen bijdragen dat een krant als Trouw met zo’n kop komt; het bevestigd die indruk die we al hadden (ook al is die gebaseerd op dezelfde fout). De correlatie die gegeven wordt kan door verschillende oorzaken een ogenschijnlijk (maar valse) causale relatie worden, bijvoorbeeld doordat we er al vanuit gaan dat buitenlanders dom zijn.
Nou is etniciteit geen gegeven en ‘allochtoonheid’ al helemaal niet. Dat laatste is immers een categorie die door de overheid wordt vastgesteld en niet door de betreffende groep Nederlanders. Dat zelfde geldt voor etniciteit. Turkse Nederlanders kunnen ook Koerdische Nederlanders zijn maar dat onderscheid zult u in beleid en onderzoek zelden aantreffen. Marokkaanse Nederlanders kunnen zich ook presenteren en uiten als Berberse Nederlanders of als Berbers, maar meestal identificeren zij zich en worden zij door de overheid gecategoriseerd als Marokkaan. Het onderscheid ‘wit’ en ‘zwart’ is me overigens hier volkomen onduidelijk aangezien zwart ook gereserveerd kan worden voor alleen Surinamers en Antillianen, maar waarschijnlijk bedoelt men allochtonen.
Dus als er een samenhang is tussen etniciteit/allochtoonheid en schoolprestaties waardoor wordt die dan veroorzaakt? Is het inderdaad minder intelligentie? Waarderen we de schoolprestaties van allochtone leerlingen lager (of juist hoger maar hoe zit het dan nog met die samenhang?)? Welke derde factor zou er een rol bij kunnen spelen? De opvoeding door ouders? De problemen die zouden ontstaan bijvoorbeeld in het geval van Turkse Nederlanders in verband met het debat over islam en integratie (maar voor een afwijkende uiteenzetting zie HIER en HIER)? Met allochtoonheid (tsja lelijk woord en dat allochtoon niet gelijk is aan etnische komaf laten we even voor wat het is) is ook iets bijzonders aan de hand. Die categorie is door de overheid vastgesteld op basis van achterstanden op de arbeidsmarkt en onderwijs. Vervolgens, verrassing!, stellen we al jaren vast dat deze groep een achterstand heeft. Geen wonder dus dat er een samenhang wordt gevonden; maar wordt die samenhang sterker of zwakker over de jaren heen? En waardoor komt dat? En misschien is het wel een combinatie van deze factoren die de samenhang schept, maar alleen stellen dat een samenhang tussen etniciteit en schoolprestaties een causaal verband betekent is een denkfout. Vaststellen dat er een samenhang is, zegt evenmin heel veel; die samenhang moet juist verklaard worden.
Posted on January 18th, 2011 by martijn.
Categories: Twitwa.
Via @Paulschram:
Het valt me op dat heel veel mensen een negatieve media-ervaring hebben. Genaaid door journalisten, benaderd onder valse voorwendselen, enz.
Ik heb vorige week het volgende mailtje geschreven naar een journalist (niet Paul Schram). De man was boos omdat ik (toegegeven vrij bot) weigerde om hem in contact te brengen met mensen uit mijn onderzoeksgroep.
Geachte journalist,
Ik snap uw boosheid dat u voor niets speciaal naar Nijmegen bent afgereisd om met mij te spreken en namen te krijgen van mensen uit mijn onderzoeksgroep. De vorige keer heb ik dat wel voor u gedaan. Weet u nog? Nu moet u weten, iedere keer dat ik gehoor geef aan een dergelijk verzoek doe ik dat met de nodige tegenzin. Ik ben geen doorgeefluik van interessante gevalletjes en mijn onderzoeksgroep is geen quotevee of een aardig plaatje (met niqaab of zo) op landelijke tv. En als u uw werk niet doet en geen mensen kent, dan is dat ook niet mijn probleem. Ik snap ook nog wel dat antropologen interessant vermaak zijn voor de media als ze commentaar willen hebben op een interessant, exotisch fenomeentje en dat antropologen altijd interessante verhalenvertellers zijn en dat ook Salafi moslims (mannen en vrouwen, de laatste gesluierd of niet) voor u voldoen aan het criterium van opvallend vermaak en boosmakertje met een hoog ‘krijg nou wat’ en ‘het moet ook niet gekker worden!’ gehalte. U moet echter niet denken dat ik daar de tijd voor ga nemen. Soms zie ik echter het nut wel van in van de uitzending of het artikel waar het voor nodig is en met de nodige zuchten denk ik dan, vooruit maar weer.
Weet u nog de laatste keer dat u het mij vroeg? Ik had drie dames voor uw opgetrommeld, één dame met niqab, één dame met ‘gewone’ sluiering en één dame zonder. Alledrie vriendinnen, alledrie werkzaam. Nadat ik ze overtuigd had dat u een aardige en goede journalist bent en het programma belangrijk was, hebben ze voor u een dag vrij genomen van hun werkzaamheden wat in twee gevallen erg lastig was. Maar ze deden het toch maar. Het was voor de goede zaak immers en zij hadden ook begrepen dat u mij al weken lastig viel met dit verzoek dus misschien wilden ze ook nog wel aardig zijn voor mij. U zou langskomen om 11 uur ‘s ochtends. En vervolgens belt u hen op, om 13 uur ‘s middags, dat u niet langskomt. Hun verhaal past toch niet zo goed in de uitzending, er is weinig tijd voor en ze hebben liever één persoon met een scherpere mening. Ik moet van hen horen dat u niet komt. Van u heb ik nog steeds niet gehoord dat u er niet bent geweest.
Met andere woorden u behandelt de dames in mijn onderzoeksgroep als vee: u bent op jacht naar wat interessante quotes and plaatjes ter meerdere eer en glorie van uw verhaal en uitzending en u ziet wat loslopend wild en vraagt of ik ze wil vangen. Als u ze niet meer nodig hebt, laat u ze gewoon zitten. Geen excuus, nauwelijks uitleg en nog te laat ook. Ik moet zeggen, u heeft wel lef dat u nu weer aan mij vroeg of ik gesprekken voor u kon regelen. Maar zoals ik al antwoordde toen u doorweekt van de regen aankwam op de universiteit: when hell freezes over! Als u niet het fatsoen heeft om de mensen die met u in gesprek willen netjes te behandelen als mensen in plaats van quote-machines die je naar believen aan en uit kunt zetten, dan heb ik ook niet het fatsoen om u netjes te bejegenen. En als ik ook niet met u wil praten over het onderwerp dan hoeft u ook niet vervelend te worden. En nee, mij meenemen naar de kroeg om me op een pilsje te trakteren werkt ook niet; ik ken de Telegraaf trucjes van journalisten die op zoek zijn naar boosmakertjes. En vervolgens gaan zeuren werkt ook niet; voor zover ik weet bestaat er geen plicht om te antwoorden op vragen van journalisten en al zou die wel bestaan dan zou ik me er nog niet aan houden.
In uw laatste, bozige, email vroeg u of ik twijfelde aan uw eerlijkheid en oprechtheid. Ik kan u echter verzekeren dat toen ik u vroeg de dames op z’n minst excuses aan te bieden, ik overtuigd was van uw eerlijkheid en oprechtheid toen u antwoordde dat u daar echt geen reden voor zag. Waarschijnlijk denkt u dat u als journalist zo bijzonder bent dat u mensen inderdaad als vee kunt behandelen. Ik wil u echter duidelijk maken dat als u mij benadert of via mij mensen uit mijn onderzoeksgroep (of eigenlijk altijd) dat u dan de gebruikelijke normen met betrekking tot omgang en hoffelijkheid in acht dient te nemen. Kunt u dat niet, verwacht dan ook niet dat ik meewerk. U bent niet heilig en/of boven alle twijfel verheven alleen maar omdat u journalist bent.
Dus beste journalist, dat u nu enigszins gefrustreerd bent omdat u uw nieuwe verhaal niet rond krijgt, is niet mijn probleem, niet mijn verantwoordelijkheid en al helemaal niet mijn schuld. Ik zal deze mail op mijn site plaatsen, niet omdat dit verhaal zo bijzonder is. Integendeel, u bent niet de eerste en enige die dit flikt en ik begin het zo onderhand zat te worden. Daarom zet ik het erop, maar wees gerust ik zal de omstandigheden iets veranderen en uw naam niet noemen. Het gaat mij namelijk niet om u maar om journalisten die gedreven door deadlines, luiheid, gebrek aan professionaliteit en met een teveel aan onbeschoftheid anderen bejegenen. De anderen zijn en blijven welkom, maar u kunt wat mij betreft de pot op.
groet,
Martijn
PS
Voor het geval het dus nog niet duidelijk is, nee ik wil niet met u praten en help u ook niet aan contacten.
Posted on January 17th, 2011 by martijn.
Categories: Multiculti Issues.
Rather than a strong sense of national pride, the idea of the moral community seems to be central in opting into the Dutch national project. At the heart of the idea of Dutch nation-state was the notion that every member of society, irrespective of background and religious affiliation, should subscribe to an imagined moral community – an imagined community based upon shared ideas about what constitutes a good and virtuous life.Since the 19th century most of the Protestant groups in the Netherlands (with the exception of a few orthodox Calvinist dissenters between 1830 and 1860 who rejected state interference with church matters) acknowledged the Dutch nation-state as their moral community, linking nation, religion and virtue. The secular regimes of that time promoted the idea of virtuous citizens realizing their moral selves by conforming to prevailing ideas of what constituted a good life and doing good acts on behalf of the welfare of the nation-state. After the secession of Belgium in 1830, the Dutch nation-state became a Protestant nation-state. The threat to the unity of this religious-nationalist community was perceived to come from the Catholics in the south, who were assumed to be more loyal to the Pope in Rome than to the Dutch nation-state (Van Rooden 1996). A new relationship between the nation-state and virtue emerged after the pacification of 1917 that produced the pillar system. The pillar system divided Dutch society into separate groups but also united them in one moral community, effectively replacing the notion of the Netherlands as a ‘Protestant nation’ with the concept of four groups (Catholics, Protestants, Socialists and Liberal-humanists) constituting one moral community. At the end of the 1960s the system collapsed as a result of secularization and individualization rendering the power of churches to mobilize people ineffective and obsolete.
The consequence of the collapse of the pillarized model in the 1960s was the changing of the basis of moral community: the Netherlands was no longer a moral community based upon religious and ideological nationalism. Also the legacy of the second World War discredited strong and overt nationalist expressions and associations. Together with a culturalization of citizenship and integration, during the 1990s the idea of the Dutch moral community was more and more constituted by the of the imagined nation consisting of citizens who find virtue in sexual and secular freedoms. Migrants, and after 9/11, in particular Muslim immigrants and their descendants, increasingly became the ultimate other alledgedly not conforming to the ‘real’ Dutch values and norms and for being loyal to their ‘home’ country or the idea of a world community of Muslims.
Racist, certainly overt racist, are not a strong element in Dutch nationalism. In particular World War II and the holocaust discredited strong and overtly nationalist ideas and expressions and even more so ideas that linked the idea of the Dutch nation with racist ideas. This doesn’t mean that it isn’t part of Dutch nationalism at all. The history of colonization and also the Sinterklaas and Black Pete tradition (partly) prove otherwise. Also it is argued by some that the contemporary critique by populist nativistic parties to a certain extent can be seen as racist as far as it constitutes Muslims as a monolithic group of people that have (a violent representation) of Islam in their genes. We can also find some ideas of race linking to nation in current ad campaigns. Consider the next campaign of the largest Dutch dairy company, Campina. One of their products is the Milner cheese:
The ad is located in a rural area. The voice over tells us that in the ideal world the Netherlands was still one large village. It never was of course, but that is one of the myths about the Dutch past. In this past, as the voice over reminds us, all farmers looked like Rintje Ritsma (a famous Dutch speed skater). All the girls at this farm are blue-eyed, blonde and slim. The fact that they are slim is significant since the theme of the commercial for this cheese is: ‘More cheese, less fat’. Note that there is also one woman in the ad who is a curly dark haired woman named Fatima; a stereotype a the typical Moroccan woman. This voice over startles when he mentions this, apparently acting surprised but then says ‘that is ok too’. (In a recent version ‘Fatima’ is not present anymore).
Another example is the recent campaign of the Dutch tea brand Pickwick (in this case interestingly part of the US company Sara Lee):
The question in this commercial is why there isn’t something called Dutch blend (like English blend) tea. The producers therefore decide to call in ‘real Dutch people’ in order to create a Dutch blend. We see white ‘real Dutch’ people who come the factory by bike to jointly create the new, ‘typical Dutch’, product reviving the idea of the Dutch East Indie company.
In the next Campina campaign there is talk about ‘Dutch’ cows and milk:
In this ad the voice over tells us that we may think that all milk is the same but that more and more milk is coming from abroad. Fortunately, according to the voice over in the ad, Campina milk is guaranteed from ‘our Dutch cows’. (It is not clear to me whether ‘our’ refers to native Dutch, Campina or another party). The farmer in the commercial explains that Dutch farmers take care and feed their cows optimally. The farmer you see in the ad is also a father and a family man, therefore in the ad he states ‘Also as a father I went the best for my family’. The commercial ends with the slogan ‘With Campina you get the best from our country’; country referring to the rural agricultural area as well as to the nation-state. Together with the rise of nativist populism focusing on Muslims, integration of migrants and ‘Dutch normas and values’ we can witness an increasing tendency of people trying to reclaim and resource the idea of closeness, authochtony and authenticity by linking the idea of the nation to an ideal, authentic past and (other) well known stereotypes such as the Dutch as white, blue eyed blonde people. The reason why Campina went along with these ads is that, according to them, there is a tendency of buying local and the urge people feel to buy products that are produced ‘closeby’. Campina is not alone in this. Other Dutch companies do the same such Unox (part of Unilever) and the ‘Old Amsterdam‘ (Gouda cheese) commercials.
The idea of the Dutch moral community that is spread by these commercials differs considerably than the one that is spread by the Dutch government and municipalities for example in the anti-discrimination ads and other campaigns (including commercial ones) that often use images of Muslim women with headscarf.
Now as with every interesting story, this one has a twist as well. One that involves Campina. During one episode of a Dutch newsprogram it was discovered that the Milner cheese is certified halal (by Halal Food).
The product is halal certified (‘even the age-old Dutch cheese’) without consumers knowing it because it is not mentioned on the labels. Consumers thought that this should be on the label so they could make an informed choice. According to a state-secretary consumers have the right to know how a product is prepared, ‘certainly if this has a religious connotation’ and according to another person it is important to know the ‘religious background’ of the product. An anti-islam commentator stated that ‘we do not want things that involve sharia are covered up’. Earlier the populist anti-islam Freedom Party wanted halal food to be removed from the restaurant of the parliament as a case of fighting against Islamization and fighting against ‘the Netherlands adjusting itself to Muslims’. Other parties did not agree, but stated that consumers should be able to make an informed choice. This incident does not in any way however discard what I mentioned above. Campina and other companies try to reach the market as best as possible and in different ways. What matters here is, first, that in the latter incident, or for example in the Pickwick company selling other teas like Turkish Apple and Minty Morocco, does not include the Other in their idea of what constitutes real Dutch. Second these companies sell the idea of an authentic Dutch past based upon, sometimes, racial stereotypes.
All of this may seem trivial but it doesn’t mean that this is not significant. Michael Billig coined the term ‘banal nationalism‘ to direct our attention to the ways nationalism is quietly, invisibly and continuously reproduced in daily life rather then being overtly expressed. The idea of the nation is reproduced in ‘mundane’, ‘routine’ and often ‘unnoticed’ ways. Banal nationalism can be harmless but it can also provide political entrepeneurs with the foundation to mobilize people and to turn this seemingly harmless nationalism into a frenzy; it is the simplicity and pervasiveness that gives banal nationalism its power. The idea of the nation and citizens being prepared to fight for it and take pride in it requires that the sense of nationhood is instilled in us over a lifetime by continuously and in different ways repeating and circulating this idea. Commercial ads, although its makers may have a different intention, are very suited because they come directly in our homes and are often aired multiple times per evening during several weeks. The makers could be right and are probably sincere when they argue that they tap into feelings of buying local but at the same time they reproduce the idea of the local by linking the idea of the nation with whiteness, authenticity and authochtony.
Posted on January 13th, 2011 by martijn.
Categories: Important Publications, ISIM/RU Research, Multiculti Issues, My Research, Public Islam, Young Muslims.
I had the honour of writing a chapter for a new volume Muslim Diaspora in the West edited by Haideh Moghissi and Halleh Ghorashi The book is the product of two workshops, one in Toronto and one in Amsterdam. In my chapter Understanding Dutch Islam – Exploring the Relationship of Muslims with the State and the Public Sphere in the Netherlands, I explore the culturalization of citizenship with the shifting modes of governance of minorities and the secular and the religious in the Netherlands during the last 30 years. This shift with a growing emphasis on cultural integration of migrants (focused on sexual and secular freedoms, tolerance and women’s rights), a defense of secular identity and a more compelling political populism with its focus on the Dutch moral community of citizens, a counter-radicalization policy emerges mainly directed against the Salafi movement.
The Netherlands has often been characterized as an open, tolerant country that changed into the opposite after 9/11 and the murder of van Gogh by a radical Moroccan-Dutch Muslim. It is stated that the secular freedoms of Dutch society are threatened by radical Islam. In this chapter I will explore the dominant model of managing religion in the Netherlands and problematize an unquestioned opposition between the secular and the religious by critically investigating the secularist assumptions of the Dutch state policy of domesticating Islam. A basic tenet of the Dutch model is treating Islam and Muslims as outsiders who do not belong to the Dutch moral community. Combined with recent changes in the public debates about Islam such as going from a consensual style to a confrontational style and the culturalization of citizenship the dominant political praxis of secularism leads to stimulating and integrating a so-called ‘liberal’ Islam while excluding a more assertive version of Islam that is labelled as ‘radical. As such, Dutch secularism does not advocate the complete removal of religion in the public sphere, particular strands of visible Islam are categorized as ‘radical’ and therefore to be excluded from the public domain. One of the main functions of the distinction between ‘liberal’ and ‘radical’ Islam is to create unity among the political elites who are divided over the management of religion but agree that ‘radical’ Islam does not belong to Dutch society.
During my stay in Toronto (and during the flights to Toronto and back) I enjoyed in particular the conversations with Frank Buijs, author of one of the first extensive books on radicalism among Muslim youth in the Netherlands. It seems that sometimes you have to travel to other side of the world in order to have a good conversation with a person who only lives 100km from you. Many thoughts in this chapter emerged during the discussions with him during our flight to Toronto and back. Unfortunately, Frank Buijs died suddenly in 2007. It is to him I dedicate my chapter.
In view of the growing influence of religion in public life on the national and international scenes, the volume Muslim Diaspora in the West constitutes a timely contribution to scholarly debates and a response to concerns raised in the West about Islam and Muslims within diaspora. It begins with the premise that diasporic communities of Islamic cultures, while originating in countries dominated by Islamic laws and religious practices, far from being uniform, are in fact shaped in their existence and experiences by a complex web of class, ethnic, gender, religious and regional factors, as well as the cultural and social influences of their adopted homes.
Within this context, this volume brings together work from experts within Europe and North America to explore the processes that shape the experiences and challenges faced by migrants and refugees who originate in countries of Islamic cultures. Presenting the latest research from a variety of locations on both sides of The Atlantic, Muslim Diaspora in the West addresses the realities of diasporic life for self-identified Muslims, addressing questions of integration, rights and equality before the law, and challenging stereotypical views of Muslims. As such, it will appeal to scholars with interests in race and ethnicity, cultural, media and gender studies, and migration.
Contents:
Part I Women’s Agency Within Intersection of Discourses:
Part II Shifting Notions of Sexuality and Family in Diaspora:
Part III Reflections on Islamic Positionings of Youth in Diaspora:
Part IV Diasporic Space and Locating Space: Making homes in turbulent times:
Index.
About the Editor:
Haideh Moghissi is Professor of Sociology and Women’s Studies at York University, Toronto
Halleh Ghorashi is PaVEM-chair in Management of Diversity and Integration in the Department of Culture, Organization, and Management at VU University Amsterdam
Posted on January 11th, 2011 by martijn.
Categories: Notes from the Field, Twitwa.
De twitwa van de week:
@religieuspeil: Aantal Britse bekeerlingen tot islam bijna verdubbeld http://tinyurl.com/2f6an7w
Afgelopen zaterdag vond de vierde nationale Bekeerlingendag plaats georganiseerd door het Landelijk Platform Nieuwe Moslims (LPNM) en Ontdekislam.nl.
Er stonden verschillende lezingen op het programma van voormalige rappers Mutah Napoleon, Muslim Belal, de Nederlandse prediker Al Khattab, de Amsterdamse jongerenimam Yassin Elforkani en de Britse bekeerling Abdurraheem Green
Voor mijn onderzoek is zo’n dag altijd interessant. Nieuwe contact leggen, oude contacten verfrissen, kijken wie er zijn, wat er gebeurt, hoe de zaal is ingericht, jezelf ‘onderdompelen’ om de sfeer te proeven enzovoorts. Dat was ook nu weer zo en dat maakte het tot een lange, gezellige en productieve dag. De bijeenkomst vond plaats in een Haags zalencentrum. Er was een plenaire ruimte met een scherm dat de mannen en vrouwen deels van elkaar scheidde. Voor bij het podium was het open en het podium zelf natuurlijk ook. Daarnaast was er een andere zaal voor boekenverkoop en waar je kon eten en drinken; ook deze was gescheiden voor mannen en vrouwen. Ik weet niet precies wat het standpunt is van de organisatoren hierover, maar wel dat het altijd ingewikkeld is. Breng je deze scheiding niet aan dan komen velen niet en krijg je zeker klachten. Breng je de scheiding wel aan krijg je ook klachten (van moslims en niet-moslims). Nu had de organisatie een compromis gevonden waardoor degenen die de scheiding wilden achterin konden zitten en voor wie dat minder een issue was of het afwezen ook konden gaan zitten waar ze wilden.
De sfeer was vriendelijk, gemoedelijk en opgetogen, zeker met de bekeringen die plaatsvonden. Als ik het goed geteld heb 11 bekeringen. Die zult u niet op films van islaam.tv of zo zien denk ik, omdat diverse van hen een bekering eigenlijk als privé-zaak zien. Het moge vreemd lijken dat men dat dan op zo’n dag doet met zoveel publiek, maar ik vermoed dat men toch een onderscheid maakt tussen een publieke bekering in ‘eigen kring’ en een publieke bekering die voor jan en alleman te zien is.
Ik heb met diverse mensen gesproken en bij deze een excuus aan diegenen die met mij wilden spreken maar er niet tussendoor konden komen. Je weet me te vinden. Eén van de personen die ik gesproken heb was Abdurraheem Green over wie van tevoren enige ophef was ontstaan. Ik ken hem al wat langer omdat ik enige tijd geleden veelvuldig contact met hem heb gehad in verband met onderzoek in Engeland (ik ga dit jaar nog een paar keer naar Engeland om daar te spreken met Nederlandse moslims); ik had hem echter nog nooit persoonlijk ontmoet. Het blijft toch altijd weer grappig om iemand die je alleen virtueel kent ook eens ‘in real life’ te ontmoeten.
Opvallend vond ik de lezing van Elkhattab die op zijn kenmerkende manier inging op de uitdagingen van bekeerlingen. Enige jaren geleden tijdens het Nationaal Islam Congres hield ik een lezing en zat ik in een panel van het zogenaamde ‘salafistencongres’. Ik wees er toen op dat veel organisaties bekeringen van autotochtone en andere Nederlanders hartelijk verwelkomen en dat ook breed uitdragen (de daadwerkelijke activiteiten gericht op bekering van niet-moslims zijn overigens in Nederland erg beperkt is mijn indruk), maar vervolgens (na het afleggen van de getuigenis) de desbetreffende persoon toch aan zijn/haar lot overlaten. Dit terwijl met name vrouwelijke bekeerlingen voor nogal wat problemen kunnen komen te staan bijvoorbeeld met hun familie en vrienden. Er zijn voorbeelden bekend van vrouwen die niet meer thuis kunnen wonen om maar eens wat te noemen. Dit terwijl juist het gemeenschapsgevoel onder moslims zo vaak benadrukt wordt:Nationale bekeerlingendag « Suzanne Yakubu
De organisatie hecht grote waarde aan het gemeenschapsgevoel onder de bekeerlingen. Een gemeenschap, een groep, is in het Arabisch Ummah. Nourdeen Wildeman: “Het herinnert eraan dat alle Moslims op aarde één gemeenschap vormen, dat Islam ons bindt, zoals de familieband je verbindt aan je broers en zusters.”
Elkhattab wees daar in zijn lezing ook op en riep moslims op om bekeerlingen te begeleiden en te ondersteunen. Een andere zaak waar steeds meer over gesproken word, is het gebrek aan kadervorming onder (bekeerde) moslims. Enkelen, onder wie de voorzitter van het LPNM Waleed Duisters, hebben een workshop hiervoor bijgewoond bij de Islam Presentation Committee of Kuwait (IPC). Kuwait Times bericht daarover en ook over de Bekeerlingendag. Waleed Duisters stelt in dat artikel:
Dutch Muslims laud IPC for Dawa guidance for European Muslims » Kuwait Times Website
We want to present the real picture that the converts to Islam are not extremists but Muslims just like other Muslims from other countries and that we are just as Dutch as before we converted to Islam,” he said. “Our message to the new converts in the Netherlands is to show that you can be a Muslim as a Dutch person because some right-wing Dutch politicians like Geert Wilders claim that you cannot be a Muslim and a Dutch person,” he stated.
If you look at the people here, they live as Muslims in a democratic country and they don’t have any problems with that,” added the Dutch Muslim activist.
Dit punt is ook gerelateerd aan de missie-activiteiten van moslims. Zoals gesteld zijn die activiteiten naar niet-moslims toe in Nederland niet zo overduidelijk aanwezig. Dat heeft ook te maken met de wijze van missie:
Dutch Muslims laud IPC for Dawa guidance for European Muslims » Kuwait Times Website
“We learnt another form of Dawa not the traditional way but the focus was on akhlaq (character), because the first thing people see in Europe is the behavior of the Muslims,” he said.
We learnt how to improve our akhlaq abut also organizational skills to do so something for the community back home,” said Leonardo who does social work with Muslim youth in Holland.
Het goede voorbeeld geven, goede omgangsvormen hanteren is een veel minder nadrukkelijke manier van de islam propageren en die wellicht ook veel beter past in een seculiere samenleving als de Nederlandse die immers steeds meer moeite lijkt te hebben met een nadrukkelijke aanwezigheid van religie in het openbaar.
Eén van de eeuwige discussiepunten is ook hoeveel moslimbekeerlingen er nu eigenlijk zijn. In Nederland is er ook enig onderzoek verricht naar de, naar schatting 12.000, bekeerlingen en de weg die zij hebben afgelegd om bij de islam uit te komen.In de aanloop naar deze dag was er op Twitter en andere digitale media de nodige discussie te zien over recente Britse onderzoeken die zouden laten zien dat het aantal bekeerlingen in Groot-Brittannië flink stijgt. Het eerste onderzoek is dat Pew Forum, een gerenomeerd instituut. In dat onderzoek verwijst men naar een op handen zijnde publicatie over bekeerlingen. Daar wachten we nog op dus waar de cijfers precies op gebaseerd zijn is onduidelijk. Het tweede rapport, van Faith Matters, is helderder maar dient met de nodige voorzichtigheid (die ik nergens in de Nederlandse berichtgeving heb gezien) betracht te worden. Hier zijn enkele redenen voor:
Het Faith Matters rapport ontkent deze problemen overigens niet. Integendeel men benoemt ze heel helder en stelt dan ook dat deze cijfers (die overigens geen verdubbeling betreffen maar een stijging ergens tussen de 50% en 66%) slechts een schatting betreffen en geen hoge betrouwbaarheid hebben. Stephen Tomkins zet deze bezwaren helder uiteen in een artikel in The Guardian. Hij stelt daarbij, en ik ben wel geneigd om daarin mee te gaan, dat als deze cijfers wel kloppen ze eigenlijk niet zo spectaculair zijn voor een religie die nu eenmaal een missionerende strategie heeft; een groei-ratio van 2,5% per jaar is redelijk gematigd. Niettemin worden bekeringen en bekeerlingen toch vaak met de nodige argwaan bekeken. Zeker als men actief is of lijkt te zijn voor organisaties die als bedreigend worden ervaren zoals de Moslim Broederschap en/of wanneer men naar het Midden-Oosten gaat om cursussen te volgen zoals hierboven beschreven. Ik kan niet beoordelen in hoeverre die argwaan terecht is of onterecht is, wel dat ze erg vaak berusten op een ‘guilt by association’ principe; als men deel uitmaakt van hetzelfde netwerk van personen lijkt dat al genoeg te zijn om iemands goede bedoelingen in twijfel te trekken. Daarnaast lijkt het problematiseren van de Moslimbroederschap (deels) ook te berusten op een onbegrip over wat de MB in Europa nu precies is.
Een dag als de Bekeerlingendag, maar denk ook aan het Nationaal Islamcongres, zijn publieke manifestaties van islam in Nederland in een situatie waarin de islam niet heel erg positief wordt belicht en waar argwaan een belangrijke rol speelt, zeker bij publieke evenementen. Als evenementen brengen ze de islam zichtbaar en concreet naar het moslim en niet-moslim publiek toe en zijn ze manieren om de boodschap van islam te verspreiden. Een dergelijke manifestatie is een manier om onderlinge saamhorigheid en zelfbewustzijn te kweken en te voeden en tevens lijken ze me een teken van een groter zelfbewustzijn en een poging om saamhorigheid uit te stralen. Hoewel in de lezingen zelf nauwelijks iets van kritiek op het Nederlandse politieke klimaat te horen was, is de manifestatie ook een vorm van ‘critique through spectacle’. Het opzetten van een dergelijke manifestatie is op zichzelf al een kritiek op de gevestigde orde aangezien men het idee heeft dat de buitenwereld toch vaak negatief kijkt naar islam en moslims terwijl de organisatie juist met een positief beeld naar buiten wil komen. In de publiciteit wordt dit nog eens verder uitgedragen:
Waar dus de pogingen van moslims om niet-moslims te bekeren tot de islam niet zo publiekelijk aanwezig zijn, lijken de PVV retoriek en de nadruk op moslims en islam die zich moeten aanpassen aan ‘Nederlandse’ normen en waarden, manifestaties als deze een extra betekenis te geven; namelijk als politiek statement ook al is dat misschien niet eens zo bedoeld. Ik hoop in de komende tijd dergelijke manifestaties in Nederland en andere Europese landen (met name Groot-Brittannië) verder te kunnen onderzoeken.
Noot: De burgerschap-serie is afgelopen en afgesloten. Dit jaar wekelijks een al dan niet gezaghebbende uitspraak op Twitter (twitwa) die onder de loep genoemen wordt.
Posted on January 10th, 2011 by martijn.
Categories: International Terrorism, ISIM/RU Research, Murder on theo Van Gogh and related issues, Religious and Political Radicalization, Young Muslims.
Het lijkt al weer een eeuwigheid geleden dat de kranten volstonden met de Hofstadgroep. Nederlands enige echte ‘terreurorganisatie’ van de laatste 10 jaar. De groep jongeren rondom Mohammed Bouyeri werd in de debatten exemplarisch voor alles wat er mis is met islam en moslims: agressief, onmogelijk (cultureel) te integreren, onbetrouwbaar en een stel idioten. De gretigheid waarmee men deze groep als terreurgroep wilde aanmerken kwam vooral tot uiting toen het gerechtshof tot het oordeel kwam dat ze geen terroristische organisatie waren. Nadat het OM in cassatie ging tegen die beslissing verwees de Hoge Raad de zaak terug naar het Gerechtshof. Dat gerechtshof heeft nu het oordeel geveld dat de groep wel een terroristische organisatie was:
Rechtspraak.nl – Veroordelingen in zaken Hofstadgroep
Het gerechtshof Amsterdam is van oordeel dat de verdachten wel degelijk hebben deelgenomen aan een samenwerkingsverband van voldoende structuur en duurzaamheid om te kunnen spreken van een organisatie. Voorts stelt het hof vast dat die organisatie gericht was op opruiing, aanzetten tot haat en geweld, en bedreiging, onder meer met een terroristisch misdrijf.
De Raad en nu ook het gerechtshof vond dat in de voorgaande behandelingen het begrip ‘organisatie’ niet goed was beoordeeld:
Rechtspraak.nl – Zoeken in uitspraken
Volgens bestendige jurisprudentie moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 (en dus ook 140a) Sr worden
verstaan:Een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Niet is vereist dat daarbij komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan die organisatie te kunnen worden aangemerkt moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is.
Aanwijzingen voor het bestaan van een dergelijk samenwerkingsverband kunnen bijvoorbeeld zijn gemeenschappelijke regels, het voeren van overleg, gezamenlijke besluitvorming, een taakverdeling, een bepaalde hiërarchie en/of geledingen. Dit zijn echter geen constitutieve vereisten om van een samenwerkingsverband te kunnen spreken. Evenmin is vereist dat het samenwerkingsverband steeds uit dezelfde personen bestaat of dat alle deelnemers elkaar kennen.
In concreto heeft de Hoge Raad in de onderhavige zaak geoordeeld dat het gerechtshof Den Haag een te beperkte reikwijdte heeft gegeven aan de maatstaf van gestructureerdheid en duurzaamheid van het samenwerkingsverband door te eisen dat “binnen die groep gemeenschappelijke regels en een gemeenschappelijke doelstelling hebben bestaan, waaraan de individuele leden gebonden waren en door welke gemeenschappelijkheid op die leden een zekere druk kon worden
uitgeoefend zich aan die regels te houden en aan die doelstelling gebonden te achten”.In zijn conclusie in de onderhavige zaak merkt de advocaat-generaal (AG) bij de Hoge Raad (onder 27 en 28) het volgende op:
Naarmate samenwerking inniger en duurzamer is, zal eerder aan het vereiste van een samenwerkingsverband met een zekere structuur zijn voldaan. Het duidelijkst springt dat in het oog wanneer wordt bedacht dat ook twee personen duurzaam en gestructureerd, dat wil zeggen, gericht op een bepaald doel, kunnen samenwerken zonder dat hun samenwerking verder is gestructureerd in afspraken. Een dergelijk samenwerkingsverband kan toevallig en in de loop der tijd ontstaan omdat men “werkendeweg”ontdekt dat men een gezamenlijk doel heeft waarvan de realisering met duurzame samenwerking gediend is. Zo’n samenwerkingsverband is niet afhankelijk van regels, uitdrukkelijke afspraken of hiërarchische verhoudingen, maar kan heel wel duurzaam zijn en aan het werken aan een gemeenschappelijk doel een bepaalde structuur ontlenen.
Is van een lossere vorm van samenwerking sprake – geen vaste deelnemers aan het samenwerkingsverband, de deelnemers kennen elkaar maar ten dele – dan zal met name het vereiste van het samenwerkingsverband kunnen meebrengen dat ook de onderlinge verhouding tussen de deelnemers of – zoals in het hierna te noemen geval – enkele daarvan aan het samenwerkingsverband enige structuur geeft.
Met verwijzing naar HR 22 januari 2008, LJN BB7134, merkt de AG op dat de Hoge Raad het feit dat twee personen van een groep gedurende ongeveer dezelfde tijd in gestructureerd verband hebben samengewerkt, kennelijk voldoende acht om ook de overige personen van die groep te beschouwen als behorend tot de organisatie, zonder dat van hen een dergelijke structuur in de samenwerking wordt vastgesteld.
De aangehaalde opmerkingen van de AG acht het hof juist en neemt het hof als uitgangspunt.
Het Hof heeft dus een wijder begrip van het concept organisatie. Er hoeft geen nauw gestructureerd samenwerkingsverband te zijn en wanneer het helder is dat persoon A en B van dezelfde groep losjes hebben samengewerkt is dat voldoende om ook personen C t/m Z tot die organisatie te rekenen. Dat lijkt mij gezien de losse definitie een cirkelredenering. Je pikt een groep personen uit de massa, stelt dat er twee gedurende een periode hebben samengewerkt en stelt vervolgens dat dat betekent dat ook de overige tot dat verband horen; maar je had ze er toch al uitgepikt als groep? Wanneer gaat het dan precies van ‘groep’ naar ‘organisatie’? En is gezien de losse definitie van organisatie een groep niet al meteen een organisatie? In een artikel over de Hofstad groep schrijft Lorenzo Vidino dat het netwerk gezien de structuur en het functioneren van de verschillende individuen meer doet denken aan een jeugdbende (pp. 586-587):
In itself, the lack of a recruiter made the Hofstad group typologically distinct from most Western terrorist organizations. But this absence also made the group atypical in another respect: without a clearly dominant, charismatic individual, Hofstad developed an egalitarian spirit. Even though the group had some central figures, such as Bouyeri and Azzouz, its key members did not display true leadership qualities. Those members who were most knowledgeable, most faithful in attending meetings, and most charismatic obviously stood out, but they never took on the role of a leader. In the absence of a formal structure, every member was free to act on his own, without awaiting the direction of some superior. For example, Dutch authorities believe that Bouyeri and Azzouz conceived their attacks by themselves. While their intentions were clear to other members of the group, who might have been aware of some details of their planning, their actions did not emerge from a group effort.
This unusual characteristic of Hofstad might lead some to questionwhether it is actually a proper terrorist group. In its loose structure it parallels another social phenomenon that worries Dutch authorities: Moroccan youth gangs. […]Jeugdbendes are mostly composed of groups of friends from the same neighborhood—boys between 16 and 20—who regularly congregate in certain squares or public gardens. Unlike many American gangs, jeugdbendes do not engage in large-scale criminal activities; their members limit their unlawful behavior to petty crime and unarmed confrontations with other gang members or even innocent passersby, often pursued for no other reason than to show bravado and impress their peers. Exactly like the Hofstad group, jeugdbendes lack structure and leaders. According to studies conducted by social scientists, those in jeugdbendes with strong personalities do assume a steering role, but no member of the gang is a properly defined leader who can order the other boys what to do. The Hofstad group also resembles a jeugdbende more than a terrorist group in its lack of a specific goal. Terrorist groups generally have a more or less realistic set of goals and a corresponding plan of action to accomplish them. Jeugdbendes, in contrast, are simply groups of disenfranchised youths that spend their time wandering the streets of Dutch cities looking for excitement and a sense of belonging. Unlike American gangs, they do not seek to control territory or to enrich themselves through activities such as selling drugs. The Hofstad group is similarly devoid of goals, with its members seemingly driven more by a nihilistic attraction to violence than by a concrete political goal.
Met die laatste zin ben ik het niet helemaal eens en volgens mij trekt Vidino die conclusie door een gebrek aan begrip over wat dat nihilisme inhoudt. De leden van het Hofstad netwerk hadden wel degelijk politieke doelen en denkbeelden; Vidino doet die af als dromen maar juist in het utopische zit de kracht (en voor de buitenwereld de dreiging) van die doeleinden zoals Roel Meijer en ik proberen te laten zien in ons recente stuk over het Hofstad netwerk. Zijn vergelijking met jeugdbendes is wel interessant en de discussie over de wat voor type groep het netwerk was, is ook meer dan een theoretische discussie zoals Vidino terecht stelt. Of het netwerk wel of geen terreurorganisatie is en wat de rol van ideologie is, is de crux in de afgelopen rechtszaken tegen dat netwerk. In het geval van de Hofstadgroep trekt het Hof op basis van bovenstaande uitgangspunten en het gepresenteerde feitenmateriaal de volgende conclusie:
3.1.4 Conclusie
De conclusie moet dan ook zijn dat de leden van de groep zich met elkaar verbonden voelden door een gemeenschappelijke geloofsovertuiging, dat zij daarin systematisch werden geschoold en dat binnen de groep gestructureerde activiteiten plaatsvonden, die erop gericht waren elkaar in die overtuiging te versterken en de geesten rijp te maken voor deelneming aan de jihad. Dat er tussen de leden van de groep verschil was in de intensiteit van de onderlinge contacten en in de mate van betrokkenheid bij en aanvaarding van het radicaal fundamentalistische gedachtegoed, doet daaraan niet af, nu in ieder geval kan worden vastgesteld dat er sprake was van een gedeelde bijzondere belangstelling voor dat gedachtegoed.
Op grond van het voorgaande, in onderling verband en onderlinge samenhang bezien, komt het hof tot het oordeel dat de verweren van de verdediging met betrekking tot het bestaan van een organisatie of organisaties moeten worden verworpen en dat hier aanwezig is een samenwerkingsverband of samenwerkingsverbanden van voldoende structuur en duurzaamheid om te kunnen spreken van een organisatie of organisaties in de betekenis die daaraan in de rechtspraak over artikel 140 Sr is gegeven, welke betekenis ook voor de toepassing van artikel 140a Sr moet worden aangenomen.
Deze organisatie of organisaties zullen hierna ook wel de groep worden genoemd, of, in het enkelvoud, de organisatie, ook als het om meer dan één organisatie gaat. De groep bestond vanaf in ieder geval mei 2003. Alle verdachten alsmede de overige in de tenlastelegging genoemde personen – met uitzondering van [O.A.L.] en [B.L.] (hierna: [B.L.]), van wier betrokkenheid bij de groep onvoldoende is gebleken – zijn vanaf mei 2003 (en vóór 9 augustus 2004) tot de groep gaan behoren en daarvan in de in de tenlastelegging, onder 2, genoemde periode lid gebleven.
Je vraagt je af waarom het OM in het verleden toch zo’n probleem heeft gehad verschillende verzamelingen criminelen als organisatie aan te merken. Zoals het OM het hier doet, en het Hof gaat daar in mee, kun je zo ongeveer iedere jeugdbende als organisatie aanmerken. Er is eigenlijk maar één verschil: volgens het Hof diende de ideologie als bindmiddel; ook al was er verschil van mening onder de netwerk deelnemers. Dat klopt wel in zijn algemeenheid en inderdaad dient ideologie onder meer als middel om individuen met elkaar te verbinden. Het OM baseert dat op de inhoud van aangetroffen documenten en denkbeelden van prominente betrokkenen zoals Mohammed Bouyeri en Abu Khaled. Het Hof gaat daarin mee, mede op basis van het gegeven dat er een vaste plek van samenkomst was, er scholing plaatsvond door een ervaren leraar Abu Khaled (zeer voor discussie vatbaar!) aan de hand van scholingsteksten en met laptop als leermiddel. De groep wisselde teksten uit waarin jihad werd verheerlijkt en de democratische rechtsorde werd verworpen, aanwezigheid van lijstjes voor financiële bijdragen voor de vrouw van Abu Khaled waaruit een bijzondere loyaliteit zou blijken. Daarnaast zijn er ook uitspraken waarin deelnemers naar zichzelf en anderen zouden verwijzen en zou Mohammed Bouyeri de broeders opgeroepen hebben een vergadering te beleggen. Allemaal punten die stuk voor stuk (deels) kloppen, maar nogmaals wat is dan de grens tussen een vriendengroep, jeugdbende en organisatie? Het belang van de ideologie daarbij wordt nog duidelijker wanneer we kijken naar de afwegingen van het Hof over het oogmerk van de organisatie.
Hierover stelt het hof:
Rechtspraak.nl – Zoeken in uitspraken
3.2.3 Slotsom aangaande oogmerk van de organisatie
De slotsom ten aanzien van het oogmerk van de organisatie is dat zowel het oogmerk tot het plegen van misdrijven als
– vanaf 10 augustus 2004 – het plegen van terroristische misdrijven aanwezig was, waarbij wordt gezien op de volgende misdrijven:
– het in het openbaar, bij geschrift, opruien tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag, als bedoeld in artikel 131 Sr;
– het verspreiden en om verspreid te worden in voorraad hebben van een geschrift waarin tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag wordt opgeruid, als bedoeld in artikel 132, eerste lid, Sr;
– het in het openbaar, bij geschrift, aanzetten tot haat tegen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun godsdienst of levensovertuiging, als bedoeld in artikel 137d Sr;
– bedreigingen met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht en met enig misdrijf tegen het leven gericht, schriftelijk en al dan niet tevens onder een bepaalde voorwaarde, als bedoeld in artikel 285, eerste en tweede lid, Sr; en
– bedreigingen met een terroristisch misdrijf, als bedoeld in artikel 285, derde lid, Sr, te weten bedreiging met ‘een aanslag ondernemen met het oogmerk om de grondwettige regeringsvorm te vernietigen of op onwettige wijze te veranderen, begaan met een terroristisch oogmerk’, alsmede bedreiging met ‘moord, begaan met een terroristisch oogmerk’ en/of met ‘doodslag, gepleegd met een terroristisch oogmerk’.Niet bewezen kan worden geacht dat het oogmerk van de organisatie ook op het plegen van andere (terroristische)
misdrijven was gericht.3.2.4 Standpunt namens de verdachte dat nog bespreking behoeft
Na het voorgaande kan worden volstaan met de navolgende overweging naar aanleiding van hetgeen door of namens de
verdachte met betrekking tot het oogmerk van de organisatie is betoogd.Door de raadsman is aangevoerd dat per uiting dient te worden bezien of deze uiting beschermd wordt door de
vrijheden van godsdienst, meningsuiting en ‘informatievergaring’. Voor zover daarmee bedoeld is dat een uitvoeriger
motivering vereist is dan hierboven op dit punt gegeven, verwerpt het hof dit betoog.
Het Hof komt mede tot die conclusie omdat twaalf van 25 aangetroffen documenten (er waren er overigens veel meer) kunnen worden aangemerkt als opruiend, aanzettend tot haat of gewelddadig optreden en dat diverse ook zijn verspreid. Daarnaast gaat het (natuurlijk) ook om de bedreigingen en de pogingen tot deelname aan gewapende jihad in het buitenland door enkele individuen. Dat laatste is natuurlijk begrijpelijk, maar ik wil toch nog even bij de ideologie blijven. Jos bij Geencommentaar.nl heeft daar enkele verstandige dingen over te zeggen:
Soekarno, Hatta en de Hofstadgroep – GeenCommentaar
Een tweede kwestie die De Meij bespreekt is de veroordeling van Soekarno op 22 december 1930 in het toenmalige Nederlands-Indië wegens lidmaatschap van een vereniging met een criminele doelstelling en meer in het algemeen stemmingmakerij tegen de koloniale overheid. Soekarno, na de bevrijding de eerste president van het nieuw Indonesië, draaide voor vier jaar de bak in. Waarom was zijn Partai Nasional Indonesio (PNI) crimineel? Critici van het vonnis van de koloniale rechtbank, waaronder De Meij, wijzen er op dat de rechter hier een nogal vreemde argumentatie hanteert. Er is geen sprake van criminele handelingen, er waren geen aanwijzingen voor gebruik van geweld. De rechter meende simpelweg dat uit de revolutionaire taal van de PNI de gewelddadige doelstelling kon worden afgeleid. Je zegt iets dat mogelijk tot criminele handelingen kan leiden en dus ben je bij voorbaat crimineel. Dit is dus precies de omgekeerde redenering van de Nederlandse rechter die een paar jaar eerder Hatta vrijsprak omdat er een verschil is tussen geweld prediken en geweld gebruiken. Hiermee, aldus de critici, construeerde de koloniale rechtbank zijn eigen feiten.
Inderdaad kun je je afvragen zoals Jos stelt of het Hof inzake het Hofstad netwerk niet hetzelfde doet. Er is zeker sprake van opruiende teksten en teksten die haatzaaien (laat daar geen twijfel over zijn), maar is dat voldoende om het netwerk als terroristische organisatie aan te merken? In tegenstelling tot de zaak tegen Soekarno zijn er hier overigens wel degelijk criminele handelingen en hebben enkele leden ook geweld gebruikt (even terzijde, kan iemand mij nou eens vertellen waar Jason in vredesnaam die handgranaten vandaan heeft gehaald?), maar ook hier leidt de rechter het karakter van de groep vooral (of op z’n minst mede) af aan de revolutionair-islamitische taal van de groep. Propaganda voor geweld hoeft echter nog niet gelijk te zijn aan opruiing laat staan onmiddellijk gebruik van geweld.
Al met al is de uitspraak van de rechter opmerkelijk en voor zover ik kan beoordelen een belangrijke doorbraak voor mogelijk toekomstige processen tegen vermeende terreurgroeperingen. Ik heb de nodige twijfels of deze uitspraak niet veel te ver gaat en of de groep eigenlijk niet gewoon is veroordeeld op basis van de ideologie (op degenen die geweld gebruikt hebben na natuurlijk). Op z’n minst was dit proces tegen de Hofstad groep de belangrijkste; je vraagt je wel af waarom er dan zo weinig aandacht in de media is geweest. Is de hype voorbij?
Posted on January 8th, 2011 by martijn.
Categories: Multiculti Issues.
A fascinating article of John Vinocur in the New York times about the ‘failing integration of its increasinly large and alienated Muslim communities’. According to the writer Europe is in denial about its problems with Muslims. Only when something happens people wake up. He refers to the Netherlands as an exemplary case:
With Muslims, Europe Sees No Problem, and That’s the Problem – NYTimes.com
Then something happens. A conflict comes into focus that, beyond its particulars, raises the question of the ultimate compatibility of Islamic communities in Western environments. An issue that, most comfortably, is kept vague, suddenly demands that Europe — in this case, the Netherlands — draw the line. But where is the line?
What has taken place here is that Frits Bolkestein, the former leader of the Liberal Party, which now heads the Dutch government, has advised “recognizable Jews, orthodox Jews” that their children should emigrate from the Netherlands to Israel or the United States. He said, “I see no future for them here because of anti-Semitism, above all among the Moroccan Dutch, whose numbers continue to grow.”
The remark last month twice shocked the Netherlands.
There was the statement itself, resounding in the context of a national history in which almost the entire pre-World War II Jewish community of 150,000 was wiped out by the Nazis.
More, there was Mr. Bolkestein’s view that the Dutch state was unlikely to deal successfully with the problem and his uncertainty that the Dutch people would demand its resolution. These were matters, he told me later, that reflect his profound and overarching concern about the long-term influence of Muslim populations on all of European society.
This dark vision has particular impact here because of Mr. Bolkestein’s reputation among many of the Dutch as kind of seer concerning Muslim immigration. When he suggested in a speech in 1991 that integration had to mean compromises from newcomers concerning their old identities, he was denounced as a bigot. In the intervening 20 years, large parts of the Dutch political spectrum, and much of Europe’s, have evolved toward a position (closer to his) that regards respect of national law and tradition as more necessary than any further European accommodation to a growing Muslim community.
Concerning the harassment of orthodox Jews in public places, Mr. Bolkestein, who is not Jewish, says that it is an “outrage” and “a tragedy” and that he sees similar circumstances existing in France and Sweden.
Prime Minister Mark Rutte, a Liberal, has responded to Mr. Bolkestein by acknowledging that the problem is one of “great symbolic impact.”
He said of the Netherlands’ anti-Semites, “We stand shoulder to shoulder and stand against these asses.” And, “We want to win society back from the bastards.”
That sounds very much like an admission at the top that Dutch society has been moved or has retreated to someplace it doesn’t want to be.
But Mr. Bolkestein’s pessimism runs deeper. Over the years, he has instead pointed to trends in the country’s population that he believes drive the Dutch/Muslim interface.
Currently, based on official 2006 census figures, the Netherlands Interdisciplinary Demographic Institute estimates Muslims, essentially Moroccans and Turks, represent about 6 percent of the population (with criminality rates among Moroccan youth running about five times that of their Dutch peers). The institute projects the Muslim share of the population will represent 7.6 percent in 2050 — or, with an increased birthrate, 11 percent.
Population growth that is faster than the native population’s, extremists’ murderous plots, sharp-edged disaffection for their adopted countries among third-generation Muslim males, and societies where large segments of the ethnic majority insist they feel increasingly less at home — what should the Netherlands, and by extrapolation Europe, do?
Referring to Germany and France then he states that the ‘School of Acquiescence and Denial’ has some important intellectual followers such as Jurgen Habermas and André Glucksmann. In the Netherlands, according to the author, the leader of the Labor Party is such a proponent he dares to point to the direct of Muslim suffering and exclusion.Because of this denial by these intellectuals and politicians the way has been paved for the far right to take up the ‘Muslim issue’. The article does not offer a solution is to be read more or less as a complaint against multiculturalism but in fact does not really explain what that is. He makes some reference to the fact that the deniers think that there are ‘imaginary conflicts’ and that they think migrants are not supposed to adapt to the majority culture and adopt its customs. An idea former Dutch conservative liberal leader Bolkestein labelled as ‘cultural masochism’.
There is lot to be said about this crappy article. From minor things (Dear author, ‘imaginary conflicts’ does not mean that there are no conflicts, but refers to conflicts with, in this case Muslims, whether we know them or not and/or whether we experienced it ourselves or not) to major things. The author does not take the transformation of the Dutch liberal approach to its non-Dutch citizens and migrants post-9/11, and particularly in the aftermath of the murder of filmmaker Theo van Gogh. There was a shift already in the 1990s in public attitude along with the focus in the media and in politics on the notion of ‘integration,’ and, after 9/11, the emergence of a rude and harsh discourse on multiculturalism, Islam and migrants.
Some researchers and policy-makers viewed the Dutch approach to migrants as a revised form of pillarization: the multicultural model. In particular, the principle of retention of cultural identity is seen as an important feature of minority policy in the 1980s based upon the idea of religious freedom and autonomy. In theory this means that the state should not interfere with the identity expressions of these groups. This idea of Dutch multiculturalism based upon pillarization is not that strange. The pillarized model enabled the state to closely monitor and regulate what religious groups were doing. This model sets the parameters for the continuing participation of religious groups in public life. Nevertheless, perceiving the Dutch integration model as a form of pillarization can be questioned. Others, like Vink make a strong case however argueing that there is no such thing as a pillarized Dutch integration policy, or a multicultural model. Dutch integration policy recognized the importance of cultural identity, but the emphasis always was on integration. Dutch policy reports on integration explicitly denied an unequivocal right for migrants to express their identity and outright rejected a relativist notion of identity. Stimulating activities contributing to the retention of cultural identity were seen as a matter for the organizations themselves and not part of government policy. Another factor is the degree of institutionalization of Islam in the Netherlands which might not be comparable to that of the pillarized system.
The collapse of the pillarization system on the one hand meant an important disadvantage for Muslims in building up an Islamic infrastructure; they could not receive the same funding as churches had in the past. On the other hand, it meant that the Dutch state had to reorganize and redefine its relationship with the churches concerning religious pastoral services to the army, Christian schools, ringing of church bells in public, and so on. Muslims as well as Humanists, Hindus and Jews were recognized as participants and stakeholders in the debates about these matters. Because of their position as outsiders to the Dutch moral community, the presence of Muslims merged Dutch secularism with minority policies to promote the integration of migrants. It has been in particular Dutch minority policies (set up after the violent actions of young Moluccans in the 1970s) and, later on, integration policies that have served to recognize Islam and provide for its institutionalization in Dutch society. The aim was to ‘alter’ the development of a Muslim community towards a ‘more liberal ‘Dutch’ direction, that is, against orthodoxism. As Rath et al. (1999: 61) stated, ‘Officials and politicians wanted Muslims organized in the fashion that was viewed as acceptable and efficient in the Netherlands, i.e., with representative organizations or in coordinating bodies with approachable spokesmen, as if the Muslims in the Netherlands constitute a coherent community’ (my italics). The key issue is, of course, the notion of ‘acceptable and efficient’according to the standards of the Dutch state. The state funded several ‘minority organizations’ and established consultative bodies through which the government would discuss policy issues with representatives of minority groups. Although the formation of a single representative body of Muslims proved problematic over the years, the state managed to co-opt ethnic elites in policy-making structure. Religious freedom and autonomy for religious groups were turned into the principles of integration, with ‘retention of cultural identity’ according to the logic of the integration. Minority groups had the same rights as other ‘identity groups’ as far as public subsidies for broadcasting, education and welfare activities were concerned.
Muslims perfectly adjusted to this system. Statham et al. (2005) show that most claims and demands made by Muslims were acculturative rather than dissociative and controversial. Muslims established Islamic schools, two Islamic broadcasting companies, legal arrangements for halal slaughtering of animals, and special Islamic cemeteries, usually based upon the same principle that guided the pillar system. If Jews and Christians had the right to set up schools, make arrangements for slaughtering, and so on, Muslims had the same rights, too. Denying such rights, it was believed, could possibly lead to politicization and was seen as reprehensible. Foreign influence (through funding)was hindered, although, for example, the Turkish Diyanet met sympathy because, as Rath et al. make clear, it was assumed that their Islam was a ‘liberal’ one compared to others. Much of the institutionalization of Islam in the Netherlands took place in the 1990s. For example, constructing and building new mosques was often supported in a variety of ways. However, these perhaps somewhat idealistic ideas, taken for granted in the 1990s, became discarded after 2001. From 9/11 onwards the newly built mosques were increasingly seen as symbols of Muslim nostalgia and as examples of Dutch culture giving way to Islamization.
In sum, whether the Dutch model of integration policies was multiculturalist or not (I agree with Vink mentioned above for the national policies, but have some doubt with regard to local policies) the situation is certainly more complicated than the author of the New York Times article suggests. In a chapter in a recent book of Haideh Moghissi and Halleh Ghorashi (on which this post is partly based) I explain this in more detail, also referring to the establishment of counter-radicalization policies). The Dutch have tried to incorporate migrants and given Dutch history it was easy for migrants to organize themselves on the bases of religion (instead of on the bases of race or ethnicity such as in the UK). The Dutch government supported that so that they could establish national representatives in a way that fits Dutch model of compromises and negotiations. The Dutch have always tried within that model to monitor and regulate migrant religion into a ‘liberal’ fashion; an approach that has become more compelling with the rise of populist and anti-Islam politicians and an increasing emphasis on cultural integration as a pre-condition for migrants to acquire formal and informal citizenship.
Posted on January 2nd, 2011 by martijn.
Categories: Blogosphere.
Most Popular on Closer this week:
Featuring The Tunisia Uprising
This week in the Middle East | Brian Whitaker | Comment is free | guardian.co.uk
The biggest story from the Middle East this week … No, the biggest, most important and most inspiring story from the Middle East this year is one that most readers may only vaguely have heard of, if at all. It’s the Tunisian uprising.
The riots and demonstrations that have swept through Tunisia during the past 10 days also began with a small incident. Twenty-six-year-old Mohamed Bouazizi, living in the provincial town of Sidi Bouzid, had a university degree but no work. To earn some money he took to selling fruit and vegetables in the street without a licence. When the authorities stopped him and confiscated his produce, he was so angry that he set himself on fire.
Witnesses report rioting in Tunisian town | Top News | Reuters
“People are angry at the case of Mohamed and the deterioration of unemployment in the region,” said Mahdi Said Horchani. “Regional authorities have promised to intervene.”
Tunisian president vows to punish rioters after worst unrest in a decade | World news | The Guardian
The president delivered a televised address promising more jobs while vowing to punish rioters after two protesters were killed and one graduate set himself on fire in desperation at not being able to find a job.
Tunisian minister is fired after unrest
The president, who runs this tiny Muslim country in North Africa with an iron fist, said the night before that the recent protest violence was manipulated by foreign media and hurt the country’s image. Tunisia is a popular destination for European tourists and one that rarely sees unrest or public dissent. Ben Ali’s government was clearly caught off guard by days of spreading discontent.
RE: Protests in Tunisia « The Moor Next Door
Do follow the links to the Tunisian sites following and reporting on the riots and protests. These are important, even if Tunisia is small and politically unimportant in the big picture, because they represent a push against some of the dominant narratives about Tunisia and its political culture and regime. It is important to understand the people involved and what their aspirations and objectives are; especially as the country looks set for succession in the next five or so years.
Re: Protests in Tunisia, Pt. II « The Moor Next Door
As stated previously, these riots are important because they challenge the dominant discourse on Tunisia’s politics (or lack there of) in western writing and reporting. Tunisia is by far among the most politically stable countries in North Africa and arguably the one with the healthiest economies. But this is all relative to its neighbors and must be considered in the regional context. If things are going the way they are in Tunisia, what does this mean for other geriatric regimes on the verge of power transitions? What impact will these have, if any at all, on how emerging Arab leaders in Egypt, Algeria, Libya and elsewhere look at their people?
No words could express my anger and bitterness about what’s going on in my country!
Les raisins de la colère tunisienne » Nawaat de Tunisie – Tunisia
La tentative d’immolation par le feu de Mohammed Bouaziz, jeune diplômé sans emploi, le 17 décembre à Sidi Bouzid a provoqué une vague de contestation. Depuis lors, ce mouvement s’est étendu au reste de la Tunisie, constate El Watan.
Union member Ali Zarei said that Felhi shouted “no for misery, no for unemployment” before ending his life by touching the pole energized with 30,000 megawatts. The death triggered protests met with tear gas after scores of jobless youths hurled stones at police and set fire to an administrative building in a nearby town.
In Egypt, activism escalates, spurred by Tunisian riots and local violence – Ahram Online
The cumulative and unprecedented peak of discontent – of the elections, the persecution, and the long-standing economic troubles that plague the majority of the nation’s 80 million population – may very well serve to unite disparate groups of activists and politicians, bringing them together in a larger, more forceful movement for change. And the example of Tunisia, and the courage its youth have displayed in risking their lives, may very well be the impetus Egypt’s own youth and activists need to take their activities to a new level of vitality. The question, this time, is how fast the government will react and what measures it will take to crush any imminent threats to its stability and rule. The planned demonstration may very well serve as an indicator and forewarning of what is to come.
The demonstrations have now crossed the Tunisian borders. Thanks to social media sites such as Twitter and Facebook and thanks to lessons learned during the aftermath of Iran’s Presidential election, Tunisians and other Arabs are mobilizing to throw their support behind a movement without a clear idea about who will carry on with this “revolt” as many have started calling it by now.
This is no Iran Election situation though and it would require more work to get the attention of the western world and its mainstream media to cover.
What happened to the state? Where did civil society go? Why is there only silence from Development Minister Mohamed Nouri Jouini?
Before even attempting to answer each one of those questions, these seemingly dysfunctional institutions need to be inspected more closely in order to see the extent to which they share responsibility for the suicidal protests of despair by Tunisia’s youth.
This is a not time for scoring political points. What Wikileaks says or does not say about Tunisia’s ruling familiy serves no purpose here. This is a time for reflection on Tunisia’s own ‘wretched of the earth’ – the ‘khobz-istes’ of Sidi Bouzid and the country’s disenfranchised youth.
The Khobz-istes (the jobless) strike back
Egyptian Chronicles: It is Biased Biased World
I do not understand how the mainstream media and social media dedicated itself to support and help the Iranian opposition after the last presidential elections in false hope to down the regime while it is ignoring the uprising of the Tunisian people that really have suffered for a long time in a way you can’t imagine it.
Egyptian Chronicles: Day No.14 : Tunisia Uprising
For the 14th day in a row the Tunisians continued their protest , for the two weeks now the Tunisians are moving more and more towards an uprising and the world does not want its Christmas and new year vacation to be disturbed. Tunisian people are still angry and the regime wants to control that anger with the security backlash
Tunisia’s inspiring rebellion | Nesrine Malik | Comment is free | guardian.co.uk
There are few moments in the political atmosphere of the Middle East that fill me with genuine pride. While eyes have long been fixed on opposition movements in Iran and Egypt, suddenly Tunisia has provided one of the most inspiring episodes of indigenous revolt against a repressive regime.
Tunisia struggles to end protests – Africa – Al Jazeera English
Tunisia is generally viewed in the West as one of the most stable and politically “moderate” countries in the region.
But the protests, the most boisterous the country has seen since the 1980s, have indicated a popular frustration with the government, a discontent hinted at earlier this month by a leaked US embassy cable.
The cable, titled “Corruption in Tunisia: What’s Yours is Mine”,dated June 2008 and released by the WikiLeaks whistleblowing website, observes a rising degree of corruption among the Tunisian establishment.
Protesters and Police Clash in Tunisia Following Self-Immolation | The Atlantic Wire
Though Tunisia’s relative prosperity has made it one of North Africa’s more peaceful states, the autocratic government is notorious for restricting political freedoms. The ongoing protests have come to incorporate long-held complaints in Tunisia over free speech restrictions, especially in the media and online, and over the 2009 election, which was marred with international observer allegations of government abuse. Here’s what’s happening in Tunisia and what Tunisia-watchers say it means.
Tunisie : Revue de presse des événements de Sidi Bouzid » Nawaat de Tunisie – Tunisia
Vendredi 17 décembre, Mohamed Bouazizi, un jeune diplômé de 26 ans, a tenté de s’immoler en plein jour devant le siège du gouvernorat de Sidi Bouzid, dans le centre-ouest de la Tunisie. Ce geste désespéré a provoqué un mouvement de révolte dans la ville qui est devenue le théâtre de confrontations violentes entre habitants et forces de l’ordre.
Popular Culture
Racists Totally Freak Out Over Muslim ‘Batman of Paris’ – ComicsAlliance | Comics culture, news, humor, commentary, and reviews
Another day, another racist freakout over non-white superheroes. But unlike the hilariously dishonest racism we saw when the Council of Conservative Citizens called for a boycott of Marvel’s Thor movie on account of a mythical Norse god’s depiction as a black man, a recent round of conservative attacks on Nightrunner — DC’s Muslim Batman of Paris — are prejudicial in a more insidious way. While the CCC put forth a laughably tenuous justification for their outrage, it was with respect to one specific character in one specific context. The argument against Nightrunner, led by conservative blogger Warner Todd Huston, is based on the bigoted belief that a Muslim superhero is by definition an exercise in deceitful political correctness, and that Muslims are natively evil.
DC Writer Responds to Anti-Islam Batman Attacks, Puts Protests In New Perspective | Death and Taxes
Batman writer David Hine has come out to explain his decision to have the Dark Knight team up with an Algerian Muslim, Nightrunner. In light of Hine’s remarks, a few more thoughts on why the right’s oh-so-wrong to protest.
Mecca Development Veers to Kitsch – Critic’s Notebook – NYTimes.com
It is an architectural absurdity. Just south of the Grand Mosque in Mecca, the Muslim world’s holiest site, a kitsch rendition of London’s Big Ben is nearing completion. Called the Royal Mecca Clock Tower, it will be one of the tallest buildings in the world, the centerpiece of a complex that is housing a gargantuan shopping mall, an 800-room hotel and a prayer hall for several thousand people. Its muscular form, an unabashed knockoff of the original, blown up to a grotesque scale, will be decorated with Arabic inscriptions and topped by a crescent-shape spire in what feels like a cynical nod to Islam’s architectural past. To make room for it, the Saudi government bulldozed an 18th-century Ottoman fortress and the hill it stood on.
‘Halal champagne’ falls a little flat – The National
PARIS // After the halal burger and halal foie gras became a hit with Muslims living in western countries, it is now the turn of champagne – or something vaguely like it – to try.
Missing character in kids’ literature: Muslims | StarTribune.com
“The books are more about what it’s like to live in another country and be a Muslim, or what it’s like to be from a war-torn nation, not what it’s like to be a teenager in America and be a Muslim,” Braun said. “Those books are few and far between.”
Misc.
The Media Line
Muslim and Jewish organizations in Europe are putting aside differences over the Middle East conflict to team up against a proposal by European Union (EU) lawmakers that would require ritually slaughtered meat to carry a label warning consumers about inhumane treatment to animals.
The Decline Effect and the Scientific Method : The New Yorker
Although many scientific ideas generate conflicting results and suffer from falling effect sizes, they continue to get cited in the textbooks and drive standard medical practice. Why? Because these ideas seem true. Because they make sense. Because we can’t bear to let them go. And this is why the decline effect is so troubling. Not because it reveals the human fallibility of science, in which data are tweaked and beliefs shape perceptions. (Such shortcomings aren’t surprising, at least for scientists.) And not because it reveals that many of our most exciting theories are fleeting fads and will soon be rejected. (That idea has been around since Thomas Kuhn.) The decline effect is troubling because it reminds us how difficult it is to prove anything. We like to pretend that our experiments define the truth for us. But that’s often not the case. Just because an idea is true doesn’t mean it can be proved. And just because an idea can be proved doesn’t mean it’s true. When the experiments are done, we still have to choose what to believe. ?
sp!ked review of books | The truth about tolerance
Frank Furedi, author of the forthcoming On Tolerance: A Defence of Moral Independence, takes to task Tariq Ramadan, who wants to bury the Enlightenment virtue of toleration and replace it with recognition.
Book Review – Holy Ignorance – By Olivier Roy – NYTimes.com
Over the past few years, a number of theories have been offered about the rise of fundamentalism. Roy proposes the most original — and the most persuasive. Fundamentalism, in his view, is a symptom of, rather than a reaction against, the increasing secularization of society. Whether it takes the form of the Christian right in the United States or Salafist purity in the Muslim world, fundamentalism is not about restoring a more authentic and deeply spiritual religious experience. It is instead a manifestation of holy ignorance, Roy’s biting term meant to characterize the worldview of those who, having lost both their theology and their roots, subscribe to ideas as incoherent as they are ultimately futile. The most important thing to know about those urging the restoration of a lost religious authenticity is that they are sustained by the very forces they denounce.
Suicide bombing: the martyr machine | Islam, Muslims, and an Anthropologist
Indeed, international indifference to suffering in Pakistan is certainly not something new. In the commonplace carnage, Pakistani lives appear cheap for both the Pakistani terrorists and the international community, including those involved in the business of making the world “safe” from terrorism. Out of this chaos, one recurrent question arises: why do people volunteer (if they volunteer) to become human bombs and kill innocents, even those who are desperately poor and already suffering? In this post I will not address the first part of the question but rather the second.
Dutch
Protesten tegen werkloosheid in Tunesië « Rooieravotr
Of het werkelijk een revolutionaire volksopstand wordt waarmee de massa van de bevolking zich van een onderdrukkend bewind gaat ontdoen dat hen geen fatsoenlijke toekomst biedt? In ieder geval is het meer, véél meer, dan enkel een paar losse rellen en protesten. En dat is al bemoedigend.
Moslims doen wel zeker iets… – Trouw
Ibrahim Wijbenga, Marokkaans-Nederlands jongerenwerker en voorzitter Landelijk Platform aanpak Jeugdcriminaliteit, heeft gelijk (Podium, 23 december). Geweld tegen Joden is toegenomen. En dat geweld komt niet alleen van de kant van de moslims. Maar waar de discriminatie en het geweld van de islamitische kant komt, blijft het vaak stil. Er wordt niet voldoende afstand genomen door de islamitische gemeenschap zelf, aldus Wijbenga. Ook dat is waar. Antisemitisme wordt niet afdoende veroordeeld.
Wilders maakt boek over zijn visie op islam – Trouw
PVV-leider Geert Wilders wil een boek over zijn visie op de islam uitbrengen, zo heeft hij gezegd in een interview dat vrijdag in De Telegraaf staat.
Islam en Darwin : Nieuwemoskee
Mohammed M.I. Ghaly (1976) is hoogleraar Islam aan de Universiteit Leiden. Hij studeerde islamwetenschappen aan zowel de Al-Azhar Universiteit in Egypte als aan de Universiteit Leiden. In Leiden promoveerde hij op het onderwerp ‘Islam en Handicap’. Zijn interesse ligt met name op het terrein van de islamitische ethiek, jurisprudentie en theologie. Onlangs schreef hij ‘Islam en Darwin, de receptie van Darwin en de evolutietheorie in de Islamitische traditie[i]’. Dit artikel was aanleiding om Mohammed Ghaly voor een gesprek met Nieuwemoskee uit te nodigen.
Radio 1 Journaal » Blog Archief » DE OMGEKEERDE WERELD VAN MARTIN BOSMA
‘Ik een socialist? Nee. Een populist geloof ik, als ik de verzamelde media moet geloven. Eigenlijk ben ik gewoon een ouderwetse sociaaldemocraat, maar mijn tak van sport bestaat niet meer tegenwoordig, geloof ik.’
Het was het nuchtere antwoord van Martin Bosma op de licht provocerende opening van onze ontmoeting, ontleend aan het ophefmakende boek dat hij schreef als prominent PVV-kamerlid: De schijn-élite van de valse munters. Het eind van het jaar 2010 was een geschikt moment om samen met Michiel Breedveld van de Haagse redactie Bosma te laten vertellen over zijn drijfveren en kritische kanttekeningen te zetten bij het boek. Juist omdat het boek zoveel inzicht geeft over het denken bij de PVV. Bijvoorbeeld over de observatie dat Hitler een socialist was.
Ewoud Butter: Gezocht: polderimams
Nederlandse moslims hebben het inmiddels al 20 jaar over de wenselijkheid van in Nederland opgeleide imams. Een wens die gedeeld wordt door de Nederlandse politiek. Zo sprak Rita Verdonk in 2005 de hoop uit dat er in 2008 geen imams meer uit het buitenland zouden worden gehaald. Inmiddels is er een imamopleiding en komen er steeds meer Turks-Nederlandse imams. In Marokkaanse moskeeën blijven polderimams voorlopig nog een uitzondering.
» Archief » Maak kennis met de Nederlandse poldermoslim
De meeste moslims in Nederland komen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika. We hebben het dus over een gebied dat zich uitstrekt van Marokko tot en met Iran en van Turkije tot Soedan.
Aan de hand van een aantal profielen, willen we je een idee geven van de veelzijdigheid van migranten uit deze regio.
Angst voor de islam verkoopt « Mzine
Veel mensen zijn bang voor de islamisering. En hoewel de cijfers hun angst weerspreken, wordt deze ook gevoed en geëxploiteerd.
Posted on January 1st, 2011 by martijn.
Categories: Blogosphere.
Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van mijn website (dat was in 2009 of in 2010; dat weet ik eigenlijk niet zeker) had ik vorig jaar voor het eerst een poll opgenomen voor de beste en slechtste nieuwsberichten en blogs over islam en moslims. Dat was een bescheiden succes vandaar dat ik het dit jaar weer gedaan heb en nu met de geuzennaam Dr. Kromzwaard Trofee.
De polls voor de trofee zijn inmiddels gesloten en de winnaars en verliezers van 2010 zijn bekend. Nog even over hoe de lijsten eigenlijk waren samengesteld. In totaal hebben 69 mensen gereageerd op de oproep om suggesties op te sturen voor de Trofee. Op basis van die suggesties en die van mij heeft een jury van drie geprobeerd een shortlist te maken. Aangezien de jury ook nog wel wat andere dingen te doen had, is de definitieve afronding van de shortlists mijn zaak geweest wat betekende dat voor alle polls, op één na, de lijst van 6 naar 5 teruggebracht moest worden. Uitgangspunt daarbij was dat alle inzendingen die meer dan twee keer genoemd zijn in de suggesties altijd naar de shortlist gingen ongeacht het standpunt van de jury of van mij.
Eén van de reaguurders op de polls schreef mij dat deze polls wel erg duidelijk maken uit welke hoek ik kom. Dat zou kunnen, maar het meeste is toch echt afkomstig van de inzenders. Hij of zij vreesde dat de ‘islamofobe stem’ en alle kritiek op moslims verloren zou gaan; dat lijkt me onzin gezien bijvoorbeeld het artikel uit NRC dat was opgenomen en het artikel van Hassnae over de moslimomroep. Een andere reaguurder vond de categorie slechtste blogs een heel slecht idee omdat je dan slechte ideeën juist een podium geeft. Dat vind ik op zich wel een punt, maar die ideeën hebben al een podium en mijn kleine trofee doet daar weinig aan af denk ik. De meest scherpe reactie kwam van Bert Brussen die met hetzelfde artikel Bedreigen doe je zo, was opgenomen in zowel de categorie beste blogs als de categorie slechtste blog. Bert Brussen negeert echter gemakshalve even dat het negatieve commentaar in de categorie slechtste blog niet van mij is (zoals duidelijk vermeld was) en negeert ook zijn nominatie voor beste blog en het positieve commentaar dat daar bij staat (en dat evenmin van mij is). Op die manier kan hij zich zelf weer even in het zonnetje zetten als martelaar van de vrijheid van meningsuiting en stellen dat ik het herhalen van een bedreiging erger vind dan de bedreiging zelf. Dat is natuurlijk onzin, maar past wel in zijn wereldbeeld waarin iedereen die niet voldoet aan zijn definitie van moraal, deugdzaamheid en fatsoen gelijk een soort Volkert van der Graaf wordt. Zoals het een goed voorvechter van vrijheid betaamt, hoopt hij dan ook dat universiteiten minder geld ontvangen voor onderzoek dat niet zijn straatje past. Dit alles is natuurlijk onzin en het is jammer dat iemand die goed kan schrijven, mooie stukken schrijft over de multiculti problematiek in Zuilen, mij eerst nog een intelligente gozer noemde en zo vriendelijk was om mij te attenderen op enkele mogelijke ‘probleempjes’ op deze site, zo verzuurd is geraakt.
De afgelopen weken ben ik naar enkele ‘salafistische’ bijeenkomsten geweest waarbij een toehoorder zei dat hij altijd wat zenuwachtig wordt van mijn artikelen en dat hij mijn boek weliswaar eerlijk en realistisch vond, maar ook erg pijnlijk en confronterend soms. Dat gecombineerd met een Bert Brussen die mij ziet als gevaar is misschien nog niet zo slecht voor een antropoloog met een publieke rol. Je wordt immers geen antropoloog om de populariteitspolls te winnen.
En dan nu naar de uitslag. Ik presenteer per categorie de winnaar en in iedere categorie is er ook één eervolle of oneervolle vermelding.
Beste blogbericht – Winnaar Abdelhakim
Abdelhakim’s Het Gouden Hoofd is hier de onbedreigde winnaar. Een mooie winnaar, maar voor mij wel een verrassing. Ik heb zo’n vermoeden dat hij nogal wat fans heeft die ook bijna allemaal hebben gestemd. Reacties van stemmers zijn onder meer: Abdelhakim beschouwt vanuit de dubbel positie zowel als nederlander en als tweede generatie immigrant..een lichtend voorbeeld van integratie…. Daarnaast is het mooi en beeldend beschreven en met een duidelijke moraal maar zonder al te moralistisch te worden (in de zin van iemand anders je eigen moraal op willen leggen). Iemand anders die reageerde wilde niet de hoogste waardering geven omdat hij de column niet helemaal islamitisch verantwoord vond. Dat mag natuurlijk, maar voor de goede orde dat is niet aan mij om te bepalen en is ook niet iets waar ik of de jury naar kijkt bij het samenstellen van de lijst. Interessant puntje: de kracht van zwijgen.
En dan de eervolle vermelding. Om maar gelijk mijn eigen regel te breken; deze categorie kent twee eervolle vermeldingen. Allereerst Hassnae Bouazza die met maar liefst zes stukken in de long list stond. Uiteindelijk kan er per categorie maar één overblijven. Maar iemand die zo sterk schrijft en met zo’n hoge productie verdient eigenlijk meer. Een tweede eervolle vermelding is voor Linda Duits die onder meer schrijft op DeJaap.nl. Nu is de Jaap.nl eigenlijk het enige blog dat ik standaard iedere dag even check. Linda Duits is daarbij voor mij de revelatie van dit jaar. Een wetenschapper die een publieke rol op zich neemt is altijd mooi, maar Linda schrijft goed (veel beter dan yours truly) en is uitstekend in staat om wetenschappelijk onderzoek op een originele manier aan de actualiteit te koppelen met altijd weer een verrassende invalshoek.
Beste Nieuwsbericht – Winnaar: Religie& filosofie redactie Trouw
Dit is eigenlijk een verrassing. Lange tijd stond Kustaw Bessems bovenaan, maar de verschillen waren zo klein dat Trouw op het laatst toch won. Ik weet niet wie het precies heeft geschreven, maar het is prettig dat er toch een krant is die wel aandacht heeft voor dit nieuws en dat ook nog eens op een verhelderende en genuanceerde manier. De eervolle vermelding is voor Joke Mat en Laura Starink. Hun reportage over Zuid-Nederland en waarom katholieken op de PVV stemmen is een schoolvoorbeeld van hoe je PVV-stemmers op een open en genuanceerde manier kunt benaderen en hoe de complexiteit van plattelandsleven op een heldere manier inzichtelijk gemaakt kan worden.
Faalhaas 2010
Slechtste blog – Winnaar: Martien Pennings
Onbedreigde winnaar, de nummer één vanaf de eerste dag, is Martien Pennings met ‘Nazislam, historisch onderbouwd en een politiek wapen’. Hoeveel tijd zou het hebben gekost om zo’n slecht onderbouwd stuk in elkaar te flansen? Een stuk dat bol staat van de historische onjuistheden, niet te lezen is en beroerd is opgebouwd? En beste schrijver, continu naar je eigen stukken verwijzen die al de basis vormen voor je stuk, is geen bewijzen aandragen maar in een cirkel ronddraaien. Net zo lang tot de lezer er dol van wordt. Aangezien dit stuk met zo’n straatlengte voorsprong heeft gewonnen is een oneervolle vermelding hier onzin. Die geef ik dus ook niet.
Slechtste nieuwsbericht – Winnaar: Martijn Koolhoven
In deze categorie was het spannend; het ging tussen Trouw, EO en Telegraaf. Uiteindelijk won het door Martijn Koolhoven voor de Telegraaf geschreven stuk over de BDSM studio in Rotterdam. Rutger van Geenstijl heeft verhaal hartstikke kapot gechecked dus dat ga ik niet nog eens overdoen. Net als vorig jaar heeft de Telegraaf dus gewonnen en opnieuw met een bericht dat zo beroerd was dat men het niet eens op de internetpagina durft te laten staan. Wat eigenlijk toch een vorm van laffe geschiedvervalsing is.
Een oneervolle vermelding is hier voor de EO met een reportage die doet vrezen dat EO’s Uitgesproken snel op de vuilnisbelt van de onderzoeksjournalistiek mag. Zie het stuk van Nourdeen Wildeman bij Wijblijvenhier waarom dat zo is. Voor zowel de Telegraaf als de EO geldt, als we geen probleem zien, dan verzinnen we er een en laten we vooral niet de feiten gaan checken. Broddeljournalistiek van de bovenste plank.
In totaal hebben 350 mensen een stem uitgebreid in de verschillende polls. Hartelijk dank daarvoor. Op deze plaats mijn felicitaties aan Abdelhakim en Trouw. Voor Martien Pennings en Martijn Koolhoven zeg ik: Dat kan beter!
U kunt vanaf nu uw inzendingen voor de Dr. Kromzwaard Trofee 2011 inzenden. In 2011 zijn er drie categorieën: blogs (slechtste en beste), nieuwsberichten (slechtste en beste) en, nieuw, columns (slechtste en beste).