Open brief van Marokkaans-Nederlandse organisaties aan de Tweede Kamer

Posted on February 26th, 2013 by martijn.
Categories: Activism, Multiculti Issues.

Naar aanleiding van het debat over het zogenaamde ‘Marokkanenprobleem’ dat is aangevraagd door de PVV roepen zo’n 90 Marokkaans-Nederlandse organisaties de overige partijen op om niet mee te werken. In een open brief stellen ze dat er sprake is van een ‘PVV-verkiezingsbijeenkomst’ en vragen ze andere partijen op het debat te boycotten of op een andere manier manier stelling te nemen en te laten zien dat voor hen Marokkaanse Nederlanders onlosmakelijk met de samenleving verbonden zijn. Tevens wijzen de organisaties op het gegeven dat de meerderheid van de Marokkaanse Nederlanders goed geïntegreerd is en willen ze dat de andere partijen wel constructieve oplossingen aandragen voor het deel van de Marokkaans-Nederlandse jongeren dat werkloos is, de opleiding zonder diploma heeft verlaten of in de criminaliteit is beland. De organisaties betreuren de teloorgang van het doelgroepenbeleid en op lokaal niveau voor een coalitie tussen de (plaatselijke) overheid, de zelforganisaties, de ouders en de scholen om de problemen te kunnen aanpakken.

Hieronder de volledige  tekst van de brief.

Geachte parlementariërs,

Wilders is als handelaar in angst altijd op zoek naar een sprekend onderwerp. Na de Islam, de Polen en Europa wordt het nu het Marokkanenprobleem. Dankzij de steun van enkele partijen in de Tweede Kamer mag hij straks scheldend van leer trekken tegen de “Marokkaanse criminelen”. Alle taboes doorbrekend zal hij heldhaftig de “verschrikkelijke” problemen die door dit “agressieve en racistische straattuig” veroorzaakt worden, durven benoemen. Voor degenen die wegkijken zal hij ook cijfers debiteren; desnoods opblazen om zo de wegkijkers klem te zetten. Hij zal niet verzuimen om te herhalen dat het criminele gedrag komt door de Islam. Kortom: hij zal tevreden terugkijken op dit “debat” want het is hem weer gelukt om in de zendtijd van de Tweede Kamer het Marokkaanse DNA te framen: crimineel tot en met. De tv- kijkende werkgever, discoportier, winkelier, politieagent en anderen weten nu wat voor vlees ze in de kuip hebben met de Marokkaanse sollicitant, discoganger, consument en verkeersgebruiker. Uiteraard zal Wilders tenslotte – om de critici de mond te snoeren- ook oplossingen aandragen: keihard straffen en het land uitzetten. Meer smaken heeft hij niet.

En zo zal de zitting van de Tweede Kamer verworden tot een vulgaire PVV- verkiezingsbijeenkomst. Dankzij de steun van de VVD, de SGP en 50+ draait de Tweede Kamer volledig in dienst van de agenda van Wilders. Het parlement is dan niet het centrum van democratie waarin alle delen van de samenleving zich kunnen herkennen maar een podium om vandaar uit één bevolkingsgroep buiten de samenleving te plaatsen.

Gaat de Tweede Kamer straks ook debatteren over het “blankenprobleem” als blijkt dat -zoals in het geval van de tragische dood bij de rellen in Hoek van Holland, de waanzinnige vernielingen in Haren en het schoppen van die man in Eindhoven – de daders autochtone blanken zijn?

Gaat de Kamer vanaf nu onze samenleving opsplitsen in verschillende etnische groepen die – al naar gelang van de agenda van Wilders- tegen elkaar uitgespeeld worden? Hebben we onze les uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog nog niet getrokken? Staan de Tweede Kamerleden die deze vertoning mogelijk hebben gemaakt straks allemaal keurig op de Dam tijdens de 4 mei-herdenking? Denkt u dat deze racistische bejegening geen spoor zal achterlaten bij de Marokkaanse Nederlanders? Is het u nog niet bekend dat veel burgers zich afwenden van de politiek omdat hun parlement zich laat degraderen tot een vindplaats voor onbeschaafd gedrag?

Wat nu? U kunt kiezen uit twee opties om Wilders in zijn hemd te zetten. Door weg te blijven bij deze verkiezingsbijeenkomst van de PVV! Daarmee maakt u duidelijk dat Kamer geen instrument is van het populisme. Mocht u toch uw moverende redenen hebben om mee te doen, dan heeft dat alleen zin wanneer u erin slaagt om het beoogde effect van Wilders volledig uit te schakelen.

Ten eerste door duidelijk uit te spreken dat Marokkaanse Nederlanders een onlosmakelijk onderdeel vormen van onze samenleving.

Ten tweede door nadrukkelijk- en met rapporten en cijfers bij de hand- te onderstrepen dat de meerderheid van deze bevolkingsgroep in alle sectoren van de maatschappij goed geïntegreerd is: zie de universiteiten, hogescholen, geneeskunde, farmacie, architectuur, advocatuur, sport, toneel, film, cabaret, horeca, leger, ambtenarij, media, enzovoorts.

Ten derde door de constatering dat een deel van de Marokkaanse jongeren disproportioneel in de schooluitval, de werkloosheid en de criminaliteit zit om te zetten in maatregelen die de oorzaken van deze problemen wegwerken, deze jeugd te beschermen tegen ontsporing het deel dat ontspoord is terug te krijgen in de samenleving. Denk daarbij aan het succesvolle initiatief van hoofdcommissaris Nordholt in Amsterdam ongeveer twintig jaar geleden met ontspoorde Antilliaanse jongeren. Na een strenge militaire aanpak in een kazerne liet hij een aantal Antilliaanse jongeren een rijbewijs halen, waardoor ze op het juiste maatschappelijke spoor werden teruggezet.

Doe niet weer een onderzoek. De problemen zijn sinds de jaren ‘80 over-onderzocht. Wat ontbreekt zijn niet de analyses van de problemen maar de juiste maatregelen. Een gericht minderhedenbeleid heeft er in Nederland in de laatste twee decennia van de vorige eeuw voor gezorgd dat veel bevolkingsgroepen goed zijn geïntegreerd in de samenleving. Dankzij onder andere maatregelen gericht op deelname aan het onderwijs en de arbeidsmarkt.

Maar sinds dit specifieke doelgroepenbeleid uit de gratie is, en discriminatie van Marokkanen en moslims politiek correct is geworden, stokt de progressie van een deel van de jeugd in het onderwijs en al helemaal in de arbeidsmarkt.

Niet alle problemen kunnen alleen door de overheid opgelost worden. Met name de tekortkomingen binnen de eigen omgeving die de ontwikkeling van het kind negatief beïnvloeden vallen buiten de overheidsfeer. Om daarbinnen met succes te kunnen interveniëren is de steun van de ouders en de zelforganisaties onontbeerlijk. Een coalitie tussen de (plaatselijke) overheid, de zelforganisaties, de ouders en de scholen is dan noodzakelijk.

Of het debat een vloek dan wel een zegen wordt, is volledig aan u!

Zie hier de eerste ondertekenaars:

Mohamed Rabbae, Landelijk Beraad Marokkanen
Abdou Menebhi, EMCEMO
Abdellah Tallal, Aknarij
Fatima el Maimouni, Meldpunt tegen discriminatie en islamofobie
Mohamed Echarrouti, UMMON
St. Tawasol voor media en cultuur
St. Kultureel Jongeren Centrum
Chebwadie Oemazigh
SSCCM
Stichting Wachm
Aknarij
Ibno Khaldoun
Al Maarif
Federatie van Marokkaanse Moskeeën in Noord-Holland
Moskee al Badr
Moskee Umma
Moskee Salaam
Al Hiwar Haarlem
IOMA (Inspraak Orgaan Marokkanen Amsterdam)
Stichting Mouwada
St. Attanmia
Vrouwen aan het woord
Hart voor samenleving
Stichting shoeff
Stichting Al Hizjra
Stichting Moskee Nasser
Stichting Insaf
Stichting Zohor
Stichting Tazanaght
Marokkaanse Stichting Tilburg
Stichting SSOP
Issalam Verenigingen
Stichting De Brug
Marokkaanse Raad Amsterdam Oost
Stichting Marokkaanse Ouderen Tilburg
Marokkaans comité Tilburg
Amsterdams Marokkaans Forum
Sociaal Cultureel Centrum voor Marokkanen
Stichting Afaaq Lahcen ben Marit
Stichting Euromarocned
Moskee el Mouahadine
Stichting Kantara Mustapha al Filali
Stichting Nisa For Nisa, Fatima Sabbah
Vereniging Jongeren 123
Ouderenbond Amsterdam Ahmed el Yousfi
Vereniging Assilah Mohamed Bouka
Nederlandse Organisatie voor remigratie
Radio Unity FM
Stichting Meknes
Vereniging MOBIN
Stichting Buurtvaders
Stichting Slotervaart
KJC (Centrum Cultureel Jongeren)
Marokkaanse Raad Westerpark
Moskee El Mouhssinine
Moskee Moetaqien
Nederlands Marokkaans Netwerk
St. Nasser
St. Buurt Betrokken Bewoners(BBB)”
St. de Levante”
St. Eloudaya”
St. Kantara”
St. Marokkaanse Werkgroep Rivierenbuurt”
St. N.O.R”
St. Targuist en Rabita”
St. Buurtvaders Staalman”
Vereniging Chefchaouen Ontwikkeling Nederland
Hart voor samenleving
St. Alexander Plus
Stichting Imghrane
Stichting MOS (Marokkaans Ouderen Salon)
Marokkaanse Organisatieleden
Marokkaanse Ver. Issalam Den Haag
Netwerk Marokkaanse Ondernemers in Nederland
Stichting Platform of Moroccans in Europe (PME)
Stichting Afaaq
Noemidia
RMMN, Y. Bouyafa
Mobin, B. Saadane
PPM, A. Meziani
MVVN, Ikram
KMAN, H. Ayie
SOMD, H. Mouttahid
MML, M. Temsamani
PVR, M. Abuleil
ML, M. Chbab
SSOP, M. Mallouch
MOL, C. Ramdani

2 comments.

Muslims in Alsace – A 'French' Model?

Posted on February 26th, 2013 by martijn.
Categories: Public Islam.

Via France24:

The French region of Alsace-Moselle, near the German border, has its own specific legislation concerning religions. For historical reasons, local authorities are allowed to finance religious groups, unlike in the rest of the country. Do Muslims in Alsace have a better life than those who live elsewhere in France? Our reporter went to investigate.

0 comments.

Muslims in Alsace – A ‘French’ Model?

Posted on February 26th, 2013 by martijn.
Categories: Public Islam.

Via France24:

The French region of Alsace-Moselle, near the German border, has its own specific legislation concerning religions. For historical reasons, local authorities are allowed to finance religious groups, unlike in the rest of the country. Do Muslims in Alsace have a better life than those who live elsewhere in France? Our reporter went to investigate.

0 comments.

European and non-European Philosophers as public intellectuals

Posted on February 21st, 2013 by martijn.
Categories: Important Publications.

On the site of Al Jazeera an amazing and interesting exchange on the process of re-westernisation, de-westernisation and decoloniality in politics, economy, religions, aesthetics, knowledge and subjectivity and the role of thinkers and how they can respond to events in a productive manner.

Santiago Zabala provided the kick off by celebrating Slavov Zivek:

Slavoj Zizek and the role of the philosopher – Opinion – Al Jazeera English

[F]ew have managed to overcome its boundaries and become public intellectuals intensely engaged in our cultural and political life as did Hannah Arendt (with the Eichmann trial), Jean-Paul Sartre (in the protests of May 1968) and Michel Foucault (with the Iranian revolution).

These philosophers became public intellectuals not simply because of their original philosophical projects or the exceptional political events of their epochs, but rather because their thoughts were drawn by these events. But how can an intellectual respond to the events of his epoch in order to contribute in a productive manner?

In order to respond, as Edward Said once said, the intellectual has to be “an outsider, living in self-imposed exile, and on the margins of society”, that is, free from academic, religious and political establishments; otherwise, he or she will simply submit to the inevitability of events.

He exposes himself to criticism

If Slavoj Zizek perfectly fits Said’s description, it is not because he is unemployed, in exile, and at the margins of society, but rather because he writes as if he were. His theoretical books, political positions and public appearances are a disruption not only of the common academic style, but also of the idea of the philosopher or intellectual as someone to be idealised and deferred to.
[…]
Today, whether we like him or not, Zizek is, as the Observer points out, “what Jacques Derrida was to the 80s”, that is, the thinker of our age. While Derrida’s intellectual operation focused on “deconstructing” our linguistic frames of reference, Zizek instead “disrupts” our ideological structures, the underside of acceptable philosophical, religious and political discourses.

Although it’s impossible to cover all the Slovenian philosophers’ meditations, which span from Schelling’s idealism through Jacques Lacan’s psychoanalysis and John Milbank’s theology, it is worth venturing into the political disruptions he has created (which I will comment upon in a later post) in order to further understand how he has changed the role of the philosopher, a role, as he writes in his two latest books (Less Than Nothing and Mapping Ideology) that must “articulate the space for a revolt” independently because when a revolutionary movement is denounced as ideological, “one can be sure that its inversion is no less ideological”.

Hamid Dabashi responds to Zabala by asking the question ‘What happens with thinkers who operate outside the European philosophical ‘pedigree’?
Can non-Europeans think? – Opinion – Al Jazeera English

What immediately strikes the reader when seeing [Zabala’s] opening paragraph is the unabashedly European character and disposition of the thing the author calls “philosophy today” – thus laying a claim on both the subject and time that is peculiar and in fact an exclusive property of Europe.
[…]
What about other thinkers who operate outside this European philosophical pedigree, whether they practice their thinking in the European languages they have colonially inherited or else in their own mother tongues – in Asia, in Africa, in Latin America, thinkers that have actually earned the dignity of a name, and perhaps even the pedigree of a “public intellectual” not too dissimilar to Hannah Arendt, Jean-Paul Sartre, and Michel Foucault that in this piece on Al Jazeera are offered as predecessors of Zizek?

“Why is European philosophy ‘philosophy’, but African philosophy ‘ethnophilosophy’?”

What about thinkers outside the purview of these European philosophers; how are we to name and designate and honour and learn from them with the epithet of “public intellectual” in the age of globalised media?

Do the constellation of thinkers from South Asia, exemplified by leading figures like Ashis Nandy, Partha Chatterjee, Gayatri Spivak, Ranajit Guha, Sudipta Kaviraj, Dipesh Chakrabarty, Homi Bhabha, or Akeel Bilgrami, come together to form a nucleus of thinking that is conscious of itself? Would that constellation perhaps merit the word “thinking” in a manner that would qualify one of them – as a South Asian – to the term “philosopher” or “public intellectuals”?

Are they “South Asian thinkers” or “thinkers”, the way these European thinkers are? Why is it that if Mozart sneezes it is “music” (and I am quite sure the great genius even sneezed melodiously) but the most sophisticated Indian music ragas are the subject of “ethnomusicology”?

In a third contribution Walter D. Mignolo weighs in and argues that although Zizek may the most important contemporary European thinker, the work of people like Lewis R Gordon, Seyyed Hossein Nasr, Wang Hui and Enrique Dussel is much more relevant for many people.
Yes, we can: Non-European thinkers and philosophers – Opinion – Al Jazeera English

Dabashi’s […] response is a sign among many that we, on the planet, are living a change of epoch rather than in an epoch of changes. The change of epoch is announced, in the sphere of knowledge, in the process of delinking from long lasting effects of epistemic colonial and imperial differences.

According to this frame, Native Americans have wisdom and Anglo-Americans science; Africans have experience and Europeans philosophy; the Third World has culture and the First World social sciences, including anthropology who study the cultures of the Third World; Chinese and Indians have traditions, Europeans modernity; Islam dwells in religion, Europeans in secularism.

Those beliefs in such hierarchies are gone among a growing number of non-European scholars, intellectuals, thinkers, activists. This is for me the implicit call made by Dabashi.
[…]
So the fact that Zizek, and other European intellectuals, are seriously rethinking communism means that they are engaging in one option (the reorientation of the Left) among many, today, marching toward the prospect of harmony overcoming the necessity of war; overcoming success and competition which engender corruption and selfishness, and promoting the plenitude of life over development and death.

Building harmonious future

In sum, the exchanges of ideas – in this publication – between Santiago Zabala and Hamid Dabashi, brings to the foreground a fundamental issue in building global and harmonious futures. There is a parallel between the growing convictions of the failure of neo-liberalism in the non-European world that parallels the growing conviction of limits (at the same time the value) of continental philosophy.

Sartre summarised it all in his prologue to Frantz Fanon’s The Wretched of the Earth (1961), when he states, addressing a French and European audience, “listen, pay attention, Fanon is no longer talking to us”.

Of course you should (yes, you should!) read the whole articles. I don’t know if any new episode will appear, but if so I will update this page.

1 comment.

Kanonnenvlees – Verleden, heden en migratie

Posted on February 19th, 2013 by martijn.
Categories: Guest authors, Multiculti Issues.

Guest author: Norah Karrouche

Afgelopen zomer bezochten mijn ouders tijdens één van hun weekenduitjes een begraafplaats nabij Gembloux. De daaropvolgende zondag tijdens de afwas, toen mijn vader de keuken verliet, fluisterde mijn moeder geëmotioneerd dat hij had gehuild bij een monument voor de Marokkaanse soldaten die er begraven lagen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zette Frankrijk boeren en ander tuig uit de koloniën in als zogenaamde tirailleurs. In België ligt dat kanonnenvlees dus begraven bij Gembloux.

Verleden

Waarom huilen mensen om leed uit het verleden dat hen niet persoonlijk werd aangedaan? Ook dat vroeg ik me die zondagmiddag af. Historici lijken geobsedeerd door de inhoud van herinneringen maar kijken zelden naar de vorm die ze aannemen. Voor de auteurs ervan zijn de rollen beperkt: ze zijn of de slachtoffers, of de helden van hun eigen levensverhalen. Je laat je dus vermassacreren door een clubje machtsdronken blanke mannen of je gaat er prat op West-Europa mee bevrijd te hebben van het grote juk van die andere dictator.

Nu is mijn vader een bescheiden, eerder verlegen en stille man die nog liever doodvalt dan toe te geven dat iets of iemand hem beweegt. Hij vroeg me nooit veel: een hoger diploma dan het zijne, een beter maandloon dan het zijne én een rijbewijs. Vrijheid. Met die wens stapte hij in 1969 in Tanger op een bus met eindhalte Brussel.

Mijn pa bezit de gave mij op de slechtst mogelijke momenten te vragen naar dat rijbewijs. Nu hij zestig is geworden en ik me realiseer dat we niet langer alle tijd van de wereld hebben, overval ik hem soms met een kruisverhoor over zijn eigen verleden.

Mijn pa vindt dan dat ik zaag en dat zijn verleden niet thuishoort in het heden. Soms, zoals vanavond bij het schrijven van dit stuk, vraag ik me af of hoe dat komt. Erfgoed van migratie wimpel ik doorgaans af als een centrumlinkse dada. Of je vader nu uit Tanger of Oostende komt, maakt dat een ruk verschil uit? Ondertussen ken ik heel de oorlogsgeschiedenis van moederskant op mijn duimpje. We hadden slachtoffers, we hadden helden. Maar mijn pa, die kruipt als een angstig kind tijdens onweders op mijn moeders schoot omdat hij bang is dat ook in België de daken dan inzakken, ook al zijn die niet van golfplaten gemaakt. Wanneer ik op zondag thuis ga eten moet het bord leeg voor al die dagen dat er bij pa thuis niets, maar dan ook niets op tafel kwam. Oostende of Tanger.

Mijn pa kwam 44 jaar geleden naar België omdat hij dacht dat zijn kind vrij zou zijn van regimes die dachten dat ze haar plaats in het grote verhaal wel voor haar konden bepalen zonder dat ze daar om vroeg.

Vrijheid.

Heden

Dit is voor al mijn vrienden in de politiek die het niet konden laten op tijd en stond te herhalen dat ik het aan mijn geslacht en achternaam te danken had. Dit is voor iedereen die ooit om die reden op me stemde. Dit is voor alle Marokkanen die me mijden als de pest omdat ze partijpolitiek per definitie verdacht vinden. Voor alle Marokkanen die me afdeden als een landverrader, een collaborateur. Dit is voor alle politici die me feliciteerden met mijn accentloos Nederlands. Dit is voor alle leraren die me bekritiseerden om mijn gebrekkig Nederlands. Dit is voor alle mannen die me een dom wijf en een excuustruus noemden. Dit is voor mezelf, voor de twee jaar, vijf maanden en negentien dagen dat ik daardoor niets meer schreef. Dit is voor alle feministen en cultuurnationalisten die denken dat ze met mij een argument voor een hoofddoekenverbod hebben. Dit is voor iedereen die denkt dit stuk politiek te kunnen recupereren. Dit is voor de docent die het toch wel jammer vond dat ik als allochtoon onderzoek ging doen naar allochtonen. Dit is voor die andere docent die precies het tegenovergestelde dacht. Dit is voor alle big shot Belgisch-Marokkaanse mannen die tijdens de veel te korte zomers in dit trieste, trieste land mijn benen complimenteerden, maar nooit vroegen om mijn mening. Dit is voor alle Vlaamse vrouwen die me vragen hoe dat voelt, met een besneden man. (Niet beter, niet slechter.)

Vraag me te schrijven over alle Marokkanen, maar niet over hem. Tot vanavond. Vraag me niet om te schrijven hoe zijn thuisland zijn herinneringen herbergt, maar over hoe onze herinneringen onze thuislanden zijn.

Mijn thuis is mijn pa die in de woonkamer met zijn zesjarige dochter danst op Babylon By Bus, Graceland en Hada Raykoum. Mijn thuis is mijn grootmoeder die anders naar haar kleindochter keek omdat ze op de wereld werd gezet door een Vlaamse. Mijn thuis is mijn grootvader die in 1973 zijn toekomstige schoonzoon liet natrekken bij de lokale politie omdat hij een Marokkaan was. Mijn thuis is mijn ma die vertelt dat haar vader als krijgsgevangene in Frankrijk op een biechtstoel sliep omdat de kerk vol zat met Senegalezen.

Mijn thuis is mijn pa die soms moeite heeft met vasten en mijn ma die daar in ieder geval nooit rekening mee houdt. Mijn thuis is mijn ma die enkel spek bakt wanneer haar man van huis is. Mijn thuis is mijn pa die zes jaar geleden, op de dag dat zijn moeder in Marokko overleed, samen met zijn dochter ’s nachts op het terras in een dorp nabij Leuven van pure miserie een fles rum soldaat maakte.

Migratie

Zoals genetische ziekten slaan herinneringen soms een generatie over. Je kunt herinneringen kneden, je kunt over ze heen wrijven, je kunt op herinneringen slaan. Geschiedenis herhaalt zich nooit maar soms bakt ze ons nu eenmaal een poets.

Afgelopen zondag kwam ik na een korte nacht ‘s middags bij mijn ouders thuis en riep ik triomfantelijk: ‘ma, pa, ik wil migreren!’

‘Alleen de benen hebt ge van uw moeder’, antwoordde hij sec, ‘ik heb dat altijd al geweten’, en we gingen aan tafel.

Geef mij iets nieuws om voor te vechten. Schrijf mij een nieuw verhaal, pa.

Norah Karrouche is als historica verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, deed onderzoek naar en gaf les over narratieve identiteiten, migratie en culturele globalisering. Ze was tot 2012 actief in de lokale politiek in Leuven.

Dit blog was eerder te lezen op haar website en afgelopen vrijdag ook op de site van De Morgen waar het verscheen onder de titel ‘Ma, pa, zal ik migreren?

0 comments.

Calimero: Antropologie, Media en Publiek

Posted on February 17th, 2013 by martijn.
Categories: anthropology.

Beste aanwezigen,

Laat mij eerst Lenie bedanken voor de uitnodiging om te mogen spreken op het afscheidssymposium van Edien. Ik ben bij Edien begonnen als student en later heeft zij zich als een soort ‘wetenschappelijke moeder’ over mij ontfermd. Zij was co-promotor van mijn PhD studie die liep van 1999 tot 2005. Dat proefschrift ging over de religieuze identiteit en religieuze beleving van Marokkaans-Nederlandse moslimjongeren uit Gouda. Een onderwerp waarover in 1999 een ambtenaar tegen mij zei: ‘Marokkaanse jongeren en islam, dat kun je echt alleen op een universiteit doen, dat interesseert verder niemand.’ Voor mij een extra reden om juist wel dit onderwerp te nemen, maar om allerlei redenen heeft deze ambtenaar ongelijk gekregen en ik trouwens ook toen ik dacht dat dit een ‘lekker rustig onderwerp’ was. Het is een onderwerp geworden dat voortdurend de kranten, televisie en allerlei websites haalt en waarover iedereen wel een mening heeft. Eén van de dingen die ik van Edien meegekregen heb is aandacht voor het publieke debat en de rol die een antropoloog daarin kan spelen.

Tegelijkertijd horen we antropologen nogal eens verzuchten dat er geen antropologen meedoen aan het publieke debat en dan wordt bijvoorbeeld gewezen op de afwezigheid in kranten en op tv. Dat anderen begrippen als cultuur, identiteit, religie en etniciteit, zo ongeveer alles wat deel uit maakt van de antropologische gereedschapskist hebben gekaapt. En dat, tot overmaat van ramp, allerlei commerciële bureaus wel succesvol zijn op dit gebied en dan ook nog eens claimen aan participerende observatie gedaan te hebben; wat vaak neerkomt op een reductie van antropologisch veldwerk tot formele interviews en een beetje rondkijken. Dat moge allemaal zo zijn, toch getuigt dit ook van een calimero gedrag onder antropologen. Het is, kort door de bocht gezegd, geklaag en gezeur. Nee, het bredere publiek zit vaak niet te wachten op antropologen die zogezegd het vreemde gewoon maken en het gewone vreemd en graag mogen benadrukken hoe ingewikkeld de dingen zijn. Maar wat zou dat? Blijf je daarom maar in de ivoren toren zitten? Klagen over het beleid en die domme discussies? Wat doe je dan, als antropoloog? Frons je een keer je wenkbrauwen en ga je door met papers nakijken en artikelen schrijven voor peer-reviewed A journals? Daar worden we immers toch op afgerekend. Of sta je op en schep je je eigen publiek?

Ik geef toe, het is een beetje afhankelijk van het onderwerp, maar een antropoloog kan heel makkelijk toegang verwerven tot een breder publiek. En wel via het internet. Ga bloggen bijvoorbeeld bij het VU antropologie blog Standplaats Wereld. Dat gezegd hebbende, en dat geldt eigenlijk niet alleen voor antropologen op internet maar bij alle publieke optredens, ‘be careful out there’. Antropologisch onderzoek of welk onderzoek dan ook, naar een breder publiek brengen betekent altijd dat je wetenschappelijke kennis landt in een publiek debat dat al lang aan de gang is, waarin al lang posities zijn ingenomen en, zeker op internet, waar het niet al te zacht aan toe gaat. In mijn bijdrage zal ik, op basis van mijn eigen ervaringen met social media, ingaan op enkele aspecten van publieke antropologie, onderzoek naar islam en moslims en internet.

Media: Twitter, Facebook en blogs
Ik probeer in mijn onderzoek zoveel mogelijk alles wat met internet te maken heeft integraal mee te nemen. Vanuit de gedachte dat voor veel mensen, maar zeker voor jongeren, twitter, facebook, en andere online media deel uit maken van hun alledaagse leven en hun alledaagse leven zich deels online afspeelt, gebruik ik internet op diverse manieren standaard in mijn onderzoek. Ik gebruik Twitter om op een snelle en makkelijke manier kort te communiceren met mensen uit mijn onderzoeksgroep en met collega’s. Facebook is voor mij het belangrijkst als het gaat om het opbouwen, onderhouden van een netwerk onder mijn huidige en wellicht toekomstige respondenten. Mijn blog dient vooral als verslag van publieke veldwerkactiviteiten, politieke commentaar en sociaal-wetenschappelijke wist-u-datjes en leuke vondsten op internet en het delen ervan met anderen.

Blog
Van belang is wel om de gaten te houden dat we het hier hebben over drie verschillende typen media. Twitter is snel, vluchtig en wordt geregeerd door de waan van de dag. Facebook, maar in mindere mate ook Twitter, draait ook om laten zien wie je bent (of beter, wie je vindt dat je zou moeten zijn). Een blog is meer geschikt voor beschouwende stukken, verslagen van veldwerk, enzovoorts. Zeker geen vervanging voor artikelen in journals, maar simpelweg een alternatief publicatie medium. En de vraag is ook hier wat voor publiek bereik je eigenlijk? Wie is je publiek? Kijken we even naar Savage Minds, één van de betere, zo niet beste, antropologie blogs dan had deze vier jaar terug (ik geen recentere cijfers) 5.000 unieke bezoekers per week; mijn blog 2.000 unieke bezoekers. Antropologie blogs trekken over het algemeen vooral mede-antropologen en andere academische, studenten en alumni.

Daarnaast enkele journalisten en beleidsmakers en enkele mensen uit de onderzoeksgroep zoals in mijn geval vooral omdat de blogs ook verschijnen op twitter en Facebook. Maar een heel grote impact heeft dat niet op het publieke debat. Iets wat ook duidelijk wordt als je bezoekerscijfers bekijkt van antropologische blogs, die overigens maar in zeer beperkte mate voor handen zijn, is dat de meeste bezoekers over het algemeen uit Europa en de VS komen. Hoewel blogs uitstekend geschikt zijn voor een mondiaal breed publiek, blijkt dat bij antropologische blogs nauwelijks te lukken: de blogs zijn Westers en het publiek is dat ook. Niet dat er sprake is van provincialisering van antropologie, maar de globalisering van antropologie is hier duidelijk niet zo geslaagd. Dit alles geldt zelfs voor één van de leukste en meest populaire sociaal-wetenschappelijke blogs: Sociological Images, dat zo’n 500.000 bezoekers per maand trekt.

De vraag is echter of dat allemaal wel zo erg is. Waarom zou het publiek van antropologen moeten bestaan uit honderdduizenden? En wat is er mis mee als alumni en enkele beleidsmakers wel geïnteresseerd zijn en je bevindingen proberen mee te nemen in het ingewikkelde spel van media, beleid en politiek? En wat te denken van studenten, toch ons primaire publiek, die antropologische inzichten verder dragen dan alleen de ivoren toren? Daar komt nog eens bij dat je blog ook een uitstekende manier is om je eigen wetenschappelijke publicaties onder een breder, vooruit iets breder, publiek te brengen. Soms zit je dan met copyright issues maar veel journals en zeker uitgevers van bundels staan wel toe dat je het jaar na publicatie het volledige artikel beschikbaar stelt via je blog (of een ander kanaal).

Onderzoeksinstrument
Eén van de dingen waar ik sinds ongeveer een jaar mee experimenteer is het plaatsen van veldwerkverslagen (‘notes from the field’) op mijn blog. Een interessant experiment dat nog een stapje verder gaat is het gebruiken van je mobiele telefoon, een smartphone dan wel, voor zogenaamde ‘Live Fieldnotes’. Het maakt het veldwerk transparanter en met name uit mijn onderzoeksgroep komen er veel reacties op die het materiaal eigenlijk vooral verder aanvullen. Daar zitten echter ook wel dilemma’s. Want hoe ga je om met de anonimiteit van mensen? Er is natuurlijk ook het risico dat anderen er vandoor gaan met je materiaal? En kan dat eigenlijk wel je aantekeningen publiceren zonder een diepgaande analyse? In mijn geval gaat het dan alleen op publieke gebeurtenissen en alleen quotes van officiële woordvoerders worden gepubliceerd. Dit doe ik meestal een paar dagen tot een week later zodat ik ook een overzicht kan toevoegen van de reacties die er al zijn en meestal in de luwte blijf van de discussie die op internet aan de gang is. Mijn ‘notes from the field’ vormen dus altijd een beperkte impressie van de gang van zaken, maar nemen wel een belangrijke plaats in. Deze verslagen leveren, met name op Facebook de meeste reacties op zowel van mensen die aanwezig waren als van journalisten en soms collega’s.

Het publiek
Bloggen draagt op deze manier bij aan het transparant maken van je eigen onderzoek en kan zeer informatieve reacties opleveren waar later in het schrijven van artikelen voor journals e.d. weer gebruik van gemaakt kan worden. Dat is geen kwestie overigens van een simpele kopieer en plak beweging van je blog naar een artikel; de volledige analyse moet daarna eigenlijk nog gedaan worden en het blog dient dan vooral als een soort database van events, een reminder van bepaalde aspecten die van belang kunnen zijn en een eerste idee van de variaties aan reacties op bepaalde gebeurtenissen. Maar ook hier zitten wel enkele dilemma’s. Je blogbijdrage landt niet op neutraal terrein; maar, in mijn geval, midden in een langlopend islam- en integratiedebat waarin velen al lang stelling hebben genomen en die stellingen ook niet zomaar verlaten.

Om een klein voorbeeld te geven. In 2010 plaatste het AD op internet één van de beruchte Mohammed cartoons op haar internet pagina. Dat leverde protest op van de As Soennah moskee in Den Haag, die vaak gerekend wordt onder de zogenaamde ‘salafistische’ of ‘radicale’ moslims. Het AD verwijderde vervolgens die cartoon wat bij andere media een reactie teweegbracht en andere media zoals Elsevier en NRC maakten er vervolgens een punt van om uit overwegingen van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting die cartoon wel te plaatsen; hetgeen ze ook deden. Ik reageerde daar op Facebook op door te stellen dat het wel een bijzondere vrijheid van meningsuiting als dit betekent dat cartoons die voor sommige mensen aanstootgevend zijn, geplaatst MOETEN worden omdat het gezegd MOET KUNNEN worden. Op deze manier wordt de vrijheid van meningsuiting een instrument om moslims een lesje te leren; namelijk wie het voor het zeggen heeft in dit land. Dat zei ik op een kanaal van salafistische moslims: islaam.tv dat exact de quote die ik wilde hebben gebruikte in hun video; precies zoals ik met hen had afgesproken.

You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video

Zowel mijn standpunt als het feit dat ik op dit kanaal verscheen, naar aanleiding van commentaar op Facebook, was genoeg voor een itempje op Geenstijl.nl nadat gepensioneerd journalist Carel Brendel er een punt van had gemaakt op zijn blog. De vraag is onder andere of het nu wel verstandig was dat ik verscheen op dit kanaal? Het was immers onderdeel van hun campagne tegen het plaatsen van dergelijke cartoons. (Zie mijn verslag destijds, Cartoonesque 15) Aan de andere kant, als Elsevier, NRC of wie dan ook mij om een reactie hadden gevraagd had ik exact hetzelfde gezegd. En waarom zou alleen het publiek van kranten en televisie ons publiek zijn? Tegelijkertijd echter, kan ik wel vinden dat ik geen standpunt pro of contra de vrijheid van meningsuiting of pro of contra de pers innam, maar het gebrek aan een standpunt was juist een extra reden om, zelfs op enkele buitenlandse blogs, mij te bekritiseren. In een situatie van ‘you are either with us or against us’ wordt het oordeel over je neutraliteit bepaalt door het standpunt voor of tegen dat je wel of niet inneemt. Op internet kan dit grote consequenties met zich meebrengen, tot enorme scheldpartijen en bedreigingen aan toe.

‘Hello World’
Als je je eigen blog begint, in mijn geval via de software van WordPress, dan wordt er vaak automatisch een eerste post gegenereerd die, in het geval van WordPress, standaard ‘Hello World’ heet. Alsof de wereld zit te wachten op je boeiende bevindingen en wetenswaardigheden en alsof je pas bestaat als je blogt. Dat is natuurlijk wat overdreven. Bloggen is niet het wondermiddel om iets te doen aan de magere publieke invloed van antropologie en gezien alle do’s and don’ts moeten mensen misschien ook wel twee keer nadenken voordat ze ermee beginnen (en dan heb ik nog niet de tijd genoemd die gaat zitten in het runnen van je eigen blog).

Maar bloggen en andere vormen van social media betekent wel dat er stellen dat antropologen zo moeilijk toegang hebben tot een breder publiek toch ook getuigt van een zekere navelstaarderij. Blogs zijn een uitstekend middel samen met andere social media om contacten te onderhouden met je onderzoeksgroep, om als het ware en publique te denken terwijl je schrijft en ook om de dynamiek van social media aan den lijve te ervaren; iets wat voor je onderzoeksgroep waarschijnlijk vanzelfsprekend is als die jongere is. Er is niks mis mee als je onderzoeksgroep terugpraat en niet zomaar accepteert wat je schrijft en ook niet als anderen daar ook aan mee doen. Het betekent wel dat je voortdurend je woorden moet wegen en wat je schrijft moet je kunnen verdedigen ook al heeft het niet het wetenschappelijke niveau van een journal artikel. Inderdaad je maakt je kwetsbaar voor alles en nog wat, maar dat geldt voor iedereen die zich hedentendage als wetenschapper in het publieke debat mengt. Het voordeel is ook dat je je specifiek op bepaalde doelgroepen kunt richten, want wie heeft bepaald dat ons publiek wordt gevormd door Pauw en Witteman, de landelijke kranten en beleidsmakers? Als je als antropoloog kritisch wil opstellen dan dien je juist alternatieve publieken te betrekken in je verhaal in plaats van de bestaande structuren te versterken. En antropologie is nu eenmaal niet voor bange mensen.

 

Tekst van mijn lezing tijdens het afscheidssymposium van Edien Bartels aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

1 comment.

Muslims and the Paradox of Normality

Posted on February 13th, 2013 by martijn.
Categories: islamophobia, Multiculti Issues.

What is normal? Normal is something or someone conforming to the standard or the common type. But who decides what the standard or common type is? As Foucault has argued enforcing socially acceptable forms of behaviour is not only a function of modern states but also of individual citizens watching and regulating each other and thereby coercing each other and themselves into ‘normality’. We can see policies with regard to integration and Islam and their concomitant public debates as ways of policing practices among Muslims and fixating ‘correct’ identities, discourses and conduct often reducing them to neo-liberal subjects. One of the features of the policies and debates is the idea that Islam and Muslim identity should be something private in a ‘real’ secular society. But because we talk so much in public about Islam and Muslim identity, we give greater currency to Islam and Muslim identity rendering them by definition not private matters. This has consequences for the issue of normality. Consider for example the next commercial:
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video

Mujahid Abdul-Rashid, not an actor, features in the commercial about retirement. As Samuel L. Freedman notes about the ad in the New York Times:
Commercial Shows Muslim as Everyday American – NYTimes.com

What I had just seen was something rare and laudable: what seems to be the first mass-market product commercial featuring an identifiably Muslim person not as a security risk, not as a desert primitive, but as an appealing, everyday American.

And indeed, this is clearly something else then Pamela Geller’s anti-Islam ad campaign or Coca Cola’s ‘Arab on camelback’ commercial during the Super Bowl. Freedman visited Mr. Abdul-Rashid: Commercial Shows Muslim as Everyday American – NYTimes.com

Nobody from Prudential or from Droga5, the agency that created the “Day One Stories,” ever asked Mr. Abdul-Rashid about his religion. Nor does the commercial show him in any religious activity. Still, for any sensate viewer, his name alone attests to his Muslim identity.

“I’d never thought about the ad in those terms, because the thrust of the commercial had nothing to do with my religion whatsoever,” Mr. Abdul-Rashid, 61, said. “You saw an African-American family interacting and then my name at the end. But one day I went to a mosque in Oakland with my friend, and the imam said, ‘This is good, it lets people know we are the mainstream.’ ”

Mr. Abdul-Rashid’s first name, given to him by a Saudi Arabian teacher with whom he studied Islam before converting, is the kind of thing the Pamela Gellers of the world could have waved like a flag. Even some of Mr. Abdul-Rashid’s theater colleagues suggested after the attacks of Sept. 11, 2001, that maybe he would be wise to change his name. He refused.

“The name Mujahid means someone who strives to live in the way of God,” he said. “And, yes, it means holy warrior, too. But if you ask me, that means fighting the good fight. If you see a hungry person and feed him, that’s fighting holy war. The greatest holy war is within ourselves.

The commercial shows Mr. Abdul-Rashid as a regular person living the American life as many people like to see it; religion is not to be hidden but also apparently not an issue. It in fact shows a Muslim man as a ‘normal’ man. However:
Commercial Shows Muslim as Everyday American – NYTimes.com

Not being an advertising specialist, I consulted several experts to hear their view of the Prudential commercial. They concurred on its uniqueness and importance.

“It expands our idea of the American Dream and it gives us a new way of looking at it,” said Timothy Malefyt, a professor of marketing at Fordham University who worked in the advertising industry for 15 years. “This guy shares our ideals, our fears. He talks about his work ethic, his love of family. Right away, you can see he’s Muslim. So he’s different from us, but he’s also like us. This lets us reevaluate American Muslim identity.”

The ad struck Nazia Du Bois, the director of global cultural strategy for Ogilvy & Mather, as singular in the American market. “I can’t think of any other ad as bold, as brave, as this,” she said in an interview. Amplifying her point in an e-mail, she wrote, “This commercial demonstrates an enlightened definition of what it means to be American. It does this by broadening the definition of the American ‘everyman.’ ”

Why do we see Mr. Abdul-Rashid here as a normal person while at the same time stressing the uniqueness of this ‘daring’ commercial? Of course, because normality can only be constructed against a background of deviancy, exoticness or more general ‘othering’. Claims about normality operate in the same discursive realm as claims of othering and may therefore actually reproduce it. Publicly declaring something or someone to be normal actually means that a person or event ceases to be ‘normal’ because his/her normality can only be newsworthy when stereotypes are deeply entrenched in our society (or when we think they are). The fact that the company of the commercial felt the need to stress that they had no idea Mr. Abdul-Rashid was Muslim is a telling example here. Apparently, ‘being Muslims’ begs for a public statement; a demand shaped by policies and debates in which many people hold negative opinions of Muslims and Islam. Even when we acknowledge good intentions on the side of the producers of the commercial and of Freedman (and yes of the writer of this blog as well) it proves to be difficult if not impossible to escape the dominant frameworks of representing Muslims.

2 comments.

Welkom in Eurabia II – De Protocollen van de Wijzen van Mekka

Posted on February 10th, 2013 by martijn.
Categories: islamophobia, Multiculti Issues.

In deel twee van Welkom in Eurabia (zie deel 1: HIER) aandacht voor het idee dat moslims erop uit zouden zijn de Europese samenleving te ‘islamiseren’. De uitleg van deze ‘islamisering’ gaat vaak gepaard met begrippen als ‘islamofascisme’, ‘dhimmitude’ ‘eurabia’ en ‘botsing der beschaving’. Op die manier wordt aangegeven dat er sprake is van een intolerante en agressieve uitheemse beschaving die erop uit is ‘ons’ te onderwerpen met ‘naïeve linkse apologeten’ als medeplichtigen. Het vertoog van islamisering heeft zich gemengd met kritiek op het multiculturalisme en op de linkse anti-racisme strijd en we kunnen dergelijke ideeën vinden bij uiteenlopende bewegingen variërend van (oude) racisten zoals het VlaamsBelang tot relatief nieuwe anti-islam bewegingen zoals de Partij voor de Vrijheid als gewelddadige groepen variërend van eenlingen zoals Anders Breivik tot Fronte Combattente Cristiano onder leiding van Roberto Sandalo.

De botsing der beschavingen
Het belangrijkste voorbeeld van de wij-zij tegenstelling die gepaard gaat met het denken in termen van islamisering is terug te vinden in Huntington’s essay en boek ‘The Clash of Civilizations‘. De titel ontleende hij aan pseudo-psychologische analyse Bernard Lewis die stelde dat ‘de’ Arabische cultuur en de politieke en econonomische onderontwikkeling leidt tot gevoelens van woede en vijandschap onder moslims tegenover Amerika, Israël en Europa. Huntington stelde dat, na de Koude Oorlog, er een nieuwe fase was aangebroken in de internationale politiek waarin de belangrijkste basis voor politiek niet zozeer economisch of ideologisch was, maar cultureel. Huntington benoemde met name de ‘islamitische beschaving’ en de ‘confucianistische beschaving’ als grote dreigingen voor  de Westerse ‘joods-christelijke beschaving’. Huntington schrijft over deze beschavingen alsof het handelende entiteiten zijn, homogeen en duidelijk herkenbaar. We zitten daarbij niet ver af van klassieke racistische beschrijvingen. Dit wordt vooral duidelijk in Huntington’s latere werk ‘Who are we? The challenges to America’s national identity‘ waarin hij stelde dat de Amerikaanse christelijke identiteit werd bedreigd door Mexicanisering. Volgens hem was het ‘mixen van rassen en dus ook cultuur’ exemplarisch voor ‘national degeneration’. Zowel Lewis’ als Huntington’s werk is opvallend oppervlakkig en generaliserend met het Westen als uitzondering en tegelijkertijd hoogste vorm van beschaving in de geschiedenis van de mensheid.

Eurabia
Waar de ‘clash of civilizations’ nog vrij populair is in meer mainstream kringen en helaas doorgaat voor een sterke politieke analyse, is dat minder het geval met de Eurabia these. Deze these werd ontwikkeld door Giselle Littman (aka Bat Ye’or) in haar boek Eurabia: The Euro-Arab Axis. Daarin stelt ze dat er een geheim project bestond tussen Europese politici en de Arabische wereld om zo Europa te islamiseren met als uiteindelijke doel om Amerika en Israel te vernietigen. Volgens Bat Ye’or leidt dit project tot het culturele uitsterven van Europa dat slechts zou overblijven als een islamitische kolonie: Eurabia. Europeanen zouden daarbij onderworpen worden aan moslims als ‘dhimmi’; de status die in de islam gegeven zou worden aan ‘volkeren van het boek’. In deze scherpe vorm is deze moderne variant van de ‘Protocollen van de Wijzen van Zion’ vooral te vinden in radicale anti-islam kringen, maar in afgezwakte vorm ook bij meer mainstream publicisten zoals Douglas Murray, Hirsi Ali, Alain Finkelkraut, Bernard-Henri Lévi en Hans Janssen en politici als Frits Bolkestein. Zonder uitzondering hameren zij enerzijds op de islam die een gevaar zou zijn voor de Europese identiteit en cultuur en anderzijds wijzen ze linkse intellectuelen en politici aan als medeplichtigen in het ondermijnen van het joods-christelijke Europa. Het is bepaald geen nieuw idee. We vinden het terug bij de Duitse filosoof Oswald Spengler, in de filmindustrie (El Cid) maar ook in veel oudere literatuur de Europese geschiedenis staat bol staat van de angst voor culturele en raciale teloorgang.

Interessant voor deze tijd is dat de Eurabia these ook de Europese eenwording ‘meeneemt’. De basis voor het Eurabia project zou gelegd zijn bij de Euro-Arabische dialoog (EAD) in 1973; op het hoogtepunt van de oliecrisis. Deze dialoog, opgezet door Frankrijk, had als doel om de politieke, culturele en economische banden tussen Europa en de Arabische wereld aan te halen. Eurabia zou, volgens Bat Ye’or, bewerkstelligd worden door het stimuleren van de migratie van moslims naar Europa waarna moslims in staat zouden zijn ‘jihad’ bases te vestigen door heel Europa heen. Tegelijkertijd zou de EAD volgens haar een soort gedachtenpolitie opzetten waardoor universiteiten en media Arabische propagandakanalen werden. Deze ideologische  factor zou nog versterkt zijn door de Euro-Mediterrane Stichting voor Dialogen tussen Culturen en Beschavingen die als in een soort Orwelliaanse staat alles zou controleren wat gezegd en gedacht zou worden in onderwijs. De reden voor de welwillende houding van Europese elites zou gelegen zijn in politiek opportunisme, appeasement en toegang tot de Arabische markten. Net als bij Huntington is er bij Bat Ye’or slechts één echte islam: een eenvoudige fanatieke intolerante en gewelddadige religie die onveranderd is sinds de tijden van de profeet Mohammed.

Wat is nu het bewijs dat Bat Ye’or aanlevert voor deze these? Geen enkele, echt nul. Wat ze wel doet is met terugwerkende kracht allerlei gebeurtenissen en ontwikkelingen terugredeneren naar deze these. De Eurabia-these komt niet voort uit een analyse van allerlei fenomenen, maar allerlei fenomenen krijgen hun vergelijkbare betekenis door het Eurabia sjabloon erop te leggen. De Europese wetenschappelijke en economische hulp aan het Midden-Oosten, de Europese eenwording, de steun van Europa aan de Palestijnen (die volgens haar niet bestaan) alles wordt verklaard door deze samenzweringstheorie, maar een concreet bewijs voor het bestaan van enerzijds een verenigd Arabisch-islamitisch front dat Europa wil onderwerpen en anderzijds Europese superinstituties die omgevormd zijn tot voorhoedes van de jihad, is er niet. Geen wonder dat zij bijvoorbeeld niet kan verklaren waarom Israël deel uitmaakt van een Euro-Mediterrane dialoog die erop uit zou de staat Israël te vernietigen. En als deze Euro-Arabische alliantie er op zou zijn om ook de VS te vernietigen, hoe verklaart ze dan de sterke banden tussen de VS en sommige Arabische dictaturen zoals Saoedi-Arabië? En waarom kwam Europa de moslims in Bosnië niet helpen toen diverse Arabische landen gedurende de oorlog in voormalig Joegoslavië daar om vroegen? In Bat Ye’or’s samenzweringstheorie is dat ook niet nodig. Net zoals bij de anti-semitische samenzweringstheses wordt alles simpelweg weg geredeneerd en is bewijs tegen de these in haar ogen juist ondersteunend bewijs van hoe linkse krachten proberen de waarheid te versluieren.

De demografische tijdbom
Eén van de belangrijkste aspecten van de Eurabia these, naast haar ideologische en politieke punten, is die van de demografische overname. Het idee is dat enerzijds de autochtone Europese bevolking steeds minder kinderen krijgt en anderzijds dat daardoor de autochtone bevolking overspoeld wordt door moslim-migranten die juist heel veel kinderen zouden krijgen. Aantoonbare onzin. Allereerst gaat een dergelijke ontwikkeling niet zo snel, ten tweede zijn de geboortecijfers onder moslimigranten in Europa en onder moslims in het Midden-Oosten aan het dalen.

Waar Bat Ye’or geen enkel bewijs levert voor haar samenzweringsthese, is er overvloedig bewijs tegen haar stelling van een demografische overname. De PEW studie The Future of the Global Muslim Population laat onder andere zien dat de geboortecijfers onder moslims dalen en de bevolking minder snel groeit. In Europa zou het gaan om een bevolkingsgroei van 2% onder moslims in de komende 20 jaar (met andere schattingen die variëren van 3-5% tot 6-10% moslims op de totale Europese bevolking in 2030). En ook andere studies hebben daar al eerder op gewezen (zie HIER, HIER, en HIER). Hoewel alle studies dus ook een lichte stijging laten zien, blijven de getallen lichtjaren verwijderd van de demografische overname zoals Bat Ye’or e.a. die zien. Niettemin blijven dergelijke ideeën rondzingen zoals ik recent ook nog heb gemerkt tijdens een bijeenkomst op een ministerie. Daarbij wordt soms verwezen naar een filmpje Muslim Demographics dat de statistieken nog eens verder op z’n kop zet, verdraait en verzint. Zie mijn kritiek op die film HIER en de korte debunking ervan door de BBC:
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video

Er zit wel een probleem aan al deze kritiek op het idee van de demografische machtsovername en dat is dat ze de racistische nonsens van de these in tact laten. Al zou er een demografische onbalans zijn dan vertaalt zich dat niet noodzakelijkerwijze tot een voordeel voor moslims die Europa willen onderwerpen. Het idee dat Europa zoals we dat kennen ophoudt te bestaan wanneer het aandeel moslims boven een bepaald percentage komt is niets anders dan racistische kul. Het gaat ervan uit dat moslims beheerst worden door (die eenzijdige negatieve definitie van een) echte islam die hen ongeacht hun eigen wil, opleiding, sekse, etnische achtergrond, leeftijd zou drijven tot intolerante daden.

Deze notie past echter wel bij de hedendaagse discussie waarin vrijwel alle politici het idee van massa-migratie hebben overgenomen. Massa-immigratie zou de wortel van de hedendaagse problemen zijn in onderwijs, economie, arbeidsmarkt, sociale zekerheid, volksgezondheid, criminaliteit en de Nederlandse cultuur en identiteit. De onzin over massa-immigratie wordt ook voortdurend verspreid door journalisten als Joost Niemoller. Dat er echter helemaal geen massa-immigratie is, lijkt niet echt door te dringen: zie Hein de Haas en Flip van Dyke.

Eurabia & integratie
Wat voor oplossing hebben de Eurabia gelovigen in petto? Voor Breivik was het duidelijk: geweld tegen links was noodzakelijk. De meesten zijn gelukkig gematigder. Velen stellen dat assimilatie noodzakelijk is: moslims houden pas op een gevaar te zijn als ze de islam afzweren. De islam dan gebaseerd op de definitie zoals die in Bat Ye’or’s Eurabia wordt gehanteerd want dat zou de enige echte islam zijn. Als moslims die aanhangen zouden ze per definitie intolerant, gewelddadig en anti-westers zijn en niet te integreren zijn. Maar de islam afzweren is niet voor iedereen voldoende. Moslims die wel ‘aangepast’ lijken doen dat dan alleen voor de schijn en zijn daarmee, als wolven in schaapskleren, misschien nog wel gevaarlijker dan zogenaamde radicale moslims. Vandaar dat eeuwige wantrouwen naar moslims die actief zijn het publieke domein. De ultieme consequenties hiervan kennen we. In recente geschiedenis hoeven we maar te denken aan Srebrenica, maar in een verder verleden is daar bijvoorbeeld het verdrijven van de moslims uit Spanje onder wie ook vele ‘autochtone’ moslims. Een dergelijke confrontatie maakt van Eurabia vooral een self-fulfilling prophecy.

De Eurabia samenzweringsthese zoals die onder meer door Wilders wordt aangehangen heeft ook veel weg van samenzweringstheses tegen joden in het aloude anti-semitische gedachtegoed waarbij de term ‘ras’ vervangen is door beschaving en cultuur. Opvallend natuurlijk gezien het feit dat veel aanhangers van de Eurabia theorie juist sterke voorstanders zijn van de aggressieve zionistische politiek van de staat Israël en zionistische anti-Arabische groepen in Israël. Het dient echter wel uitstekend hun strijdkreten tegen islam die aan de poorten van Europa zou rammelen. Voor anderen echter gaat dit veel te ver, maar vinden wel dat Europa moet staan voor haar eigen identiteit en niet moet toe geven aan multiculturalisme en cultureel relativisme want dan geven ‘we’ vrij baan aan onderdrukking, schending van mensenrechten en kunnen we ‘onze’ samenleving niet verdedigen. Ook hier zien we in de basis dus het idee van de botsing der beschavingen en het kwetsbare Europa tegenover de barbaarse horden.

Het idee van integratie werkt nog op een andere manier en ook hier nemen joden een belangrijke symbolische plaats in. Voortdurend wordt er op gewezen dat joden in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw juist goed geïntegreerd waren en dat daarom anti-semitisme irrationeel en onjuist was. (Overigens was het idee dat juist goed geïntegreerde joden gevaarlijke wolven in schaapskleren waren, een belangrijk element van anti-semitisme destijds.) Moslims zouden niet goed geïntegreerd zijn, of zelfs niet willen integreren, en daarom zou islamofobie legitiem en juist verstandig zijn. Het virulente en structurele anti-semitisme van de jaren ’20 en en ’30 van Europa wijst er echter juist op dat joden helemaal niet goed geïntegreerd waren: want hoe is dat mogelijk in samenlevingen waarin racisme onderdeel uitmaakt van de maatschappelijke structuur en waarin anti-semitische stereotypen en vooroordelen joden zichtbaar maken als aparte groep en wegzetten als inferieur? Dan is men per definitie niet geïntegreerd simpelweg omdat de staat en samenleving dat onmogelijk maken. Maar goed, stel dat we het erover eens zijn dat de joden wél goed geïntegreerd waren in die tijd…enige tijd later werden er desondanks zo’n zes miljoen joden afgeslacht. Als het al zou kloppen dat moslims niet willen integreren, dan zou dat niet eens zo dom zijn: het is namelijk geen garantie op veiligheid en zekerheid en in het ergste geval de voorbode van vernietiging.

U mag nu ‘Godwin!’ roepen, maar het lijkt me dat we toch al te gemakkelijk vergeten hoe explosieve samenzweringstheses over joden de voorbode vormden van de holocaust; de Eurabia these is racistische onzin, maar allesbehalve een onschuldige irrationele gedachte.

In deel 3: Een bespreking van het idee van Europa als islamo-christelijke beschaving

Mede ontleend aan:
Carr, Matt. 2006. “You Are Now Entering Eurabia”. Race & Class 48 (1) (januari 7): 1–22. doi:10.1177/0306396806066636.
Fekete, Liz. 2012. “The Muslim Conspiracy Theory and the Oslo Massacre”. Race & Class 53 (3) (januari 1): 30–47. doi:10.1177/0306396811425984.

2 comments.