You are reading Netkwesties – magazine over internet en samenleving. You can leave a comment or trackback this post.
M | T | W | T | F | S | S |
---|---|---|---|---|---|---|
« Jan | Mar » | |||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | |
7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 |
14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 |
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 |
28 |
Posted on February 8th, 2005 by .
Categories: My Research, Young Muslims, Youth culture (as a practice).
Netkwesties – magazine over internet en samenleving
Internet van een aangekondigde dood
Internet verlaagde zowat alle drempels voor communicatie en publicaties. Het gevolg: Islam-sites met verschrikkelijke foto’s van Amerikaanse wreedheden in Irak, scheldpartijen over en weer met rechts-extremisten, maar ook verleiding van jonge tienermeisjes op MSN en samenscholing voor groepsverkrachting. Waar ligt de grens tussen woord en daad?
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand…
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
Willem Elsschot – Het Huwelijk
In 1933 schreef Willem Elsschot deze strofen van Het Huwelijk. Deze diep gefrustreerde echtgenoot kon slechts in het haardvuur blikken, en niet in een beeldscherm met internet, laat staan MSN’en met zijn maatjes of in een forum anoniem zijn gram spuien. Dat had zijn daad wellicht dichterbij gebracht, of hij had de ma�tresse van zijn dromen kunnen ontmoeten.
Internet bevat, ook in negatieve zin, alles. Om kort te gaan: onthoofdingen, kindermoord van Amerikaanse bommen, martelingen, de lelijkste scheldwoorden en verwensingen, opleidingen tot terrorist, recepten voor bommen, wegen naar wapens. Dat is allemaal dichtbij, op 50 centimeter van de ogen, direct onder handbereik. Brengt internet ook meer moord, verkrachting en kindermisbruik te weeg? Drie personen geven hun visie
Kindermisbruik
De politie legt jaarlijks ruim tweehonderd zaken waarbij kinderporno en internet betrokken zijn voor aan de rechter. Het gaat meestal bezit van kinderporno op de pc, zegt Tom Erents, leider van het team kinderporno bij de Groep Moord & Zeden van de dienst Nationale Recherche Informatie (NRI) in Zoetermeer. Is er meer kinderporno door internet en consumptie of juist een welkom middel voor opsporing?
Erents: “Ik denk dat je beide kunt zeggen. Ik geloof dat het er altijd al is geweest, maar het komt nu veel en veel meer aan de oppervlakte. Daardoor kunnen wij beter de stromen achterhalen. Aan de ander kant gelden ook de mechanismen van vraag en aanbod. Er is meer vraag van mensen naar kinderporno omdat het makkelijker te krijgen is en dus ontstaat er ook meer aanbod. Aan de ander kant laat dat op internet sporen achter die ons helpen.”
Worden er meer kinderen misbruikt om aan die vraag te voldoen? “Dat is niet bewezen. Onderzoek wijst uit dat er geen stijging is van het seksueel misbruik van kinderen. De consumptie en verspreiding nemen wel toe, met name de commerci�le verspreiding, en er gaat ook heel veel geld in om en vooral in Oost-Europa, voormalige Sovjet-staten ontstaat er meer productie. Die wil je uiteindelijk bestrijden.”
Grenzenloos rekruteren voor de Jihad
De recherche hier botst tegen gebrekkige aandacht voor kinderporno bij collegakorpsen in landen waar de films en foto’s veelal zijn gemaakt. Terroristen hebben bij rekrutering geen last van grenzen. Integendeel, Moslim-jongeren in Nieuwegein biedt diensten aan voor Jihad-sites die niet verboden zijn. Jongeren op zoek naar motivatie voor hun strijd kunnen over een overvloed aan publicaties uit het Midden-Oosten beschikken. Ook kunnen ze voortdurend rechtstreeks communiceren met gelijkgezinden, van Madrid tot Casablanca.
De Franse islamoloog Gilles Kepel (ook in NRC), maar ook de Nederlandse antropoloog Martijn de Koning van de Universiteit van Amsterdam (NRC-artikel tonen nauwgezet aan hoe jongeren op zoek naar de waarheid – of beter gezegd, een voor hen passende waarheid – publicaties en discussie op internet als belangrijkste bron hebben. Daar is precies theoretisch te leren waarom onthoofding van een doelwit noodzakelijk is, en praktisch hoe dat in zijn werk gaat.
Dr. Albert Benschop van de Universiteit van Amsterdam heeft op de internetsite Sociosite.net een geweldige verzameling opstellen en bevindingen geplaatst, onder meer over de Jihad op internet van de Hofstadgroep en Mohammed B. Benschop ziet wel degelijk verband, wat alleen al blijkt uit de titel ‘De kroniek van de aangekondigde politieke moord”.
Benschop in een interview: “Ik verzet me tegen het idee van internet alleen als snelkookpan, waar je wat lucht uit laat dus waar iedereen zich fijn kan afreageren.”
Behalve de uitlaatklep van internet is er wel degelijk ook een stimulerende werking, stelde Benschop keer op keer vast tijdens een jaar of zeven studie op internet: “Internet kent ook een heel eigen dynamiek met razendsnelle communicatie met vele deelnemers, vooral in forums. Vergroving van taalgebruik is een gevolg en heeft ook in het conflict van extremistische Moslims een eigen dynamiek.”
De ontlading van spanningen kan, als het ware, niet meer op tegen het voortdurend oplopen van spanningen. De haatdragende uitingen worden in een groep gelijkgezinden opgezweept als in een spiraal. Benschop: “De barri�re tot daadwerkelijk slinkt eveneens. Het is goed waarneembaar hoe Mohammed B. tot daden komt. Je ziet ook dat de communicatie op internet in rechts-extremistische kring voor een belangrijk deel bijdraagt aan het scheppen van een klimaat waarin de stap tot daadwerkelijk geweld voor juist de meest labiele elementen daarbinnen steeds kleiner wordt.”
De opzwepende tendensen en massahysterie werken ook aan de andere kant: “Je ziet in rechts-radicale kring veel pubers om aandacht vragen om zichzelf te bevestigen. Als dan ook nog eens minister Zalm de oorlog verklaart dan fungeert dat als lont in een kruitvat waarin individuele agressieve bijdragen zijn samengeklonterd. Dan moet er ook ineens de brand in die moskee, en dan gaat die bom ook daadwerkelijk in die school.”
Normale schizofrenie
Jacob van Kokswijk, communicatiedeskundige aan de faculteit Gedragskunde van de Universiteit Twente/Eindhoven, promoveerde op onderzoek naar de verschillende werelden van chattende pubers. “Internet verlaagt erg veel drempels. Dit lokt ook mensen die in het dagelijks leven moeilijk contact kunnen leggen. Terwijl ze dan sociaal ge�soleerd zijn kunnen op internet ineens in alle vrijheid veel contacten opdoen en ook zo veel als ze willen hun identiteit veranderen. Vroeger noemden we dat in de psychologie een afwijking, schizofrenie of dissociatie, maar op het internet is het een normale eigenschap.”
Van Kokswijk is minder geneigd dan Benschop tot een direct verband tussen uiting van geweld op internet en in het echt: “De relatie is erg ingewikkeld. Veel mensen gebruiken geweld om gevoelens te ontladen. Onderzoek toont aan dat mensen die de hele dag in een klaslokaal of saai kantoor zijn opgesloten hun frustraties met tv of op de pc afreageren. Het liefst slaan ze dan direct hun chef of leraar neer, maar ze hebben van jongsaf aan geleerd dat dat niet hoort. Dus doen ze dat virtueel.”
In computerspellen kun je steeds meer levensecht, verbaal en in actie geweld plegen. Je kunt foto’s van je vijanden inbrengen. Ondertussen kun je in forums anoniem schelden, in chats een heel andere persoonlijkheid aannemen. Toch tast dit de grens naar fysiek geweld niet direct aan, meent Van Kokswijk. “Behalve bij jongeren tot zo’n 25 jaar. Die maken de hele dag door de overstap van de echte naar de virtuele wereld op hun pc. Ze zien die pc constant als speel- en trainingsveld, en de overstap naar de echte wedstrijd is maar klein. Daar maak ik me wel zorgen over.”
Het gaat om die speelvelden, waar houden ze op? “Die grens is dan dun, wat je zag met de verkrachtingen van jonge meiden in Twente. De meisjes zijn nieuwsgierig, ze worden thuis beperkt in hun ontwikkelende seksualiteit en gaan op onderzoek uit. Ze stappen van internet zomaar in de echte wereld door op een uitnodiging in te gaan, maar dan blijkt de harde realiteit tegen te vallen.”
Beperking is moeilijk
Volgende vraag. Kun en moet je het beperken? Minister Donner riep de haatdragende uitingen op forums wettelijk te willen inperken. Van Kokswijk ziet daar niets in. “MSN en forums vormen geen oorzaak van samenscholing voor brandstichting of groepsverkrachting, immers vroeger hadden indianen al de tam-tam en rooksignalen.”
Hij ziet meer in zelfregulering: “Juist het onderling corrigeren moeten we bijzonder waarderen en stimuleren. Het is zinloos te roepen dat iedereen als de wiedeweerga moet integreren, maar juist op internet zie je dat iedereen zijn eigen groep en cultuur opzoekt en vindt. Maar sociale controle binnen de groepen werkt wel degelijk.”
Benschop is het daarmee eens: “Maroc.nl is een mooi voorbeeld van het zuiveren van haatdragende bijdragen, zowel van Marokkanen als van rechts-radicalen die daar de boel kwamen opstoken. Je moet wel felle kritiek toelaten.”
En Benschap ziet nu de overheid de AIVD en collega-diensten hard optreden tegen Jihad-sites. Benschop betwijfelt of het helpt: De moslimextremisten weten dat je op internet flexibel en heel beweeglijk moet zijn. Het is zeg maar als de moderne zwerm prikkende bijen. Ze zijn overal en nergens en vinden elkaar altijd terug. Na de moord zijn de sporen gewist van de Hofstadgroep, maar binnen de kortste keren is die elders weer terug.”
Van Kokswijk gaat hierin mee: “De behendigheid aan de kant van de extremistische moslims is waarschijnlijk tien keer groter dan van degene die de stoorzenders van Westerse overheden bedienen dus ik verwacht er niet veel van. Ik zie wel dat de kennis van politie en justitie op dit terrein toeneemt door jong talent naar binnen te halen. Dat moet veel meer vorm krijgen, maar je wint het niet met het bestrijden van communicatie.”
Van Kokswijk noemt nog een groot probleem, dat voor zowel politici als docenten geldt: “Je ziet een overschot aan 45-plussers die niets op hebben met die nieuwe wereld. Op studiedagen hoor ik onderwijzend personeel alleen maar klagen over MSN en GSM, in plaats van dat ze zich erover buigen hoe ze er mee om moeten gaan en op in kunnen spelen. Want die fenomenen roei je niet meer uit.”
Ik maak je dood
Het Oude Noorden in Rotterdam: Jeremy, een leuk jong van jaar of acht, holt bij moeder Fatima naar binnen. Hij heeft trek in een gevulde koek. Nee Jeremy, nu niet. “Ik maak je dood”, luidt het prompte antwoord. Ik loop met de jongen mee de straat op waar hij de koek binnen een mum is vergeten. Een half uurtje het spelen aankijkend hoor ik zeker acht keer zeggen: “Ik maak je dood”. Bijna een stopwoord, zoiets als het ‘nekschot’ op weblogs.
Geen fraaie kerstboodschap, maar ook de hele kerstidylle is te danken aan het vervloeken. “Maak hem dood”, beval koning Herodus, naar de overlevering de reden voor Jozef en Maria om te vluchten. Zou het Herodus gelukt zijn daad tot uitvoer te brengen indien hij de beschikking zou hebben gehad over internet en mobiele telefoons? En zou Jozef dan niet makkelijker een hotel hebben kunnen boeken?
Ach, we houden de idylle maar een paar dagen in stand.
[Dit artikel verscheen in verkorte vorm in de kerstbijlage van een aantal regionale kranten van Wegener.]
Het kwade daglicht van internet
Internet kun je heel negatief gebruiken, net als trouwens andere media. De radio was een prachtuitvinding, maar ook het instrument van Joseph Goebbels om van Duitsland een haatstaat te maken. Met de telefoon kun je met de Kerst alleenstaanden bellen, maar ook op ieder moment een ander een vreselijke, misschien bij hem onvergetelijke reeks beschuldigingen toesnauwen.
Meer dan alle andere media heeft dat fenomenale, prachtige internet te kampen met een beroerd imago. Bijgaand artikel gaat over de vraag of internet het kwaad zelf vormt en stimuleert, of vooral een kwaad daglicht werpt. Een opsomming van de kwaden van internet, met de nadruk op 2004:
Kinderporno
Vanaf 1995 neemt van jaar tot jaar het aantal berichten over kinderporno en internet hand over hand toe. Als gevolg daarvan is voor lezers van deze berichten die het internet niet kennen kinderporno niet alleen de eerste kennismaking met internet maar ook de meest directe associatie. In 2004 is er de climax met het gehele jaar door de vanuit de VS geleide Operation Predator, later Operatie Ore. Die is het gevolg van het oprollen van een kinderpornohandel op internet in Wit-Rusland. De vele duizenden creditcardnummers van klanten leiden uiteindelijk tot razzia’s en massale aanhoudingen. Ook de Nederlandse recherche haakt in, maar laat: met invallen op 173 adressen in oktober, een van de grootste acties in misdaadbestrijding ooit in ons land.
Voetbalgeweld
Op 23 maart 1997 laat de politie zich volkomen verrassen door een treffen tussen hooligans van Feijenoord en Ajax in een weiland langs de snelweg in Beverwijk. De eerste dode door geweld van supporters valt. De veldslag kost Ajax-supporter Carlo Picornie het leven. Pas achteraf wordt duidelijk hoezeer de moderne communicatie heeft bijgedragen aan de vorming van het slagveld: de inzet van internet begon met het onderling provoceren tussen supportersgroepen en eindigde met afspraken voor het treffen waarvoor op het laatste moment de mobiele telefoon het aangewezen medium was. Direct daarna werd het supportersgeweld op internet pas in volle omvang duidelijk. Daar wordt de term ‘cyberhooliganisme’ opgeplakt (‘cyber’ staat voor digitaal of internet, hooliganisme voor supportersgeweld). Anno 2004 kun je supportersforums nog het nodige verbale geweld aantreffen, maar het lijkt verminderd. Moord op Maja Bradaric In processen in 2004 voor de rechtbank en het Gerechtshof tegen de moordenaars van de 16-jarige Nijmeegse scholiere Maja Bradaric, vrienden/kennissen Goran M., Goran P. en Ferdi �. bleken de daders intensief contact onderling en met het slachtoffer te hebben gehad via de chat (MSN) op internet en sms op de mobiele telefoon. Deze middelen verlagen de barri�re tussen idee en daad.
Moord op Theo van Gogh
De verdachte van de moord op Theo van Gogh zou volgens het Radio I Journaal nog tot 0.30 uur op de dag van de moord intensief in forums op internet hebben gepubliceerd onder de naam Rifo79. dit bleek onjuist. Wel heeft de verdachte onder de naam Abu Zubair (‘de krachtige’) al geruime tijd op extremistische internetsites en in forums gepubliceerd, onder meer op MSN-groep Muwahhidin/dewaremoslims.
Het slachtoffer schreef op de internetsite De Gezonde Roker beledigende teksten, waaronder over het hoofddoekje: “Uitgevonden door achterlijke middeleeuwse geitenneukers die onze vrijheden beperken.” De directe aanleiding vormde echter een film, Submission, die nog na de moord op internet op iFilm.com voor de hele wereld te zien was.
Brandstichting in scholen en moskee�n
Het antwoord op de moord kwam in woorden met de oorlogsverklaring van vice-premier Zalm, als een bevel opgevolgd door rechts-extremistische pubers en jongeren. Internet is bij uitstek hun medium. Haat knalt er op hun eigen sites van bij derden van af, onderwijl worden ze – net als hun Islamitische ‘vijand’ – hard in de hoek gezet op populaire jongerensites als GeenStijl en Retecool.
Verkrachtingen in Twente
Eind november 2004 meldt de politie Twente twee ‘vrijwel identieke’ aangiftes van verkrachting/misbruik van 14-jarige meisjes door mannen van in de dertig en veertig jaar oud. Ze zijn gelokt via een MSN-chatbox.
Groepsverkrachtingen
Groepen jongens plegen per jaar in Nederland 200 groepsverkrachtingen, zo wordt begin december 2004 bekend. Het slachtoffer is in de meeste gevallen een bekende en nam ook deel in chats (MSN). De chat is het middel om kwetsbare meisjes te leren kennen, ze uit te dagen en met hen af te spreken. Jongens fokken elkaar op via de chatboxen. Vaak staat op tienerkamers de pc naast de tv met uitdagende clips.
[Peter Olsthoorn, 30 december 2004]
0 comments.
Comments can contain some xhtml. Names and emails are required (emails aren't displayed), url's are optional.