LUCIS & Cohen: Onderzoek, islam en moslims

Posted on October 16th, 2009 by martijn.
Categories: Some personal considerations.

Afgelopen week is in Leiden het LUCIS geopend: het Leids Universitair Centrum voor de studie van Islam en Samenleving. Ik was er niet bij omdat ik andere bezigheden had.

Eén van de zaken die mij opviel was de toespraak van Job Cohen:
Vragen over wetenschap en islam – Opinie – de Volkskrant

ik zou vandaag gebruik willen maken van deze conferentie, van de aanwezigheid van vele wetenschappers èn van de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de media, voor een oproep om de opvattingen die in Nederland de openbare meningsvorming over islam, moslims en moslimgemeenschappen bepalen, te toetsen aan wetenschappelijke inzichten.

Wat kan de wetenschap bijvoorbeeld zeggen over de juistheid van de volgende beelden die hier van islam en moslimgemeenschappen bestaan?
– De islam is een gewelddadige religie,
– Nederland islamiseert, wat betekent dat precies? Is het waar? Zo ja, wat zijn de consequenties daarvan? Levert het gevaren op? Of kan het bijdragen aan de ontwikkeling van onze samenleving?
– Is het waar dat (ook internationaal) de extremistische varianten van de islam oprukken?
– Is de islam onveranderlijk en dus een “achterlijke” godsdienst, een godsdienst die niet past in de ontwikkelingen die de afgelopen eeuwen in het westen hebben plaats gevonden? En zou daarom ook ‘de’ moslimwereld – of grote delen daarvan – als onveranderlijk, of achterlijk zijn te beschouwen?
– Verdraagt de islam zich met een westerse democratische rechtstaat, of ruimer: kan een moslimland democratisch zijn?

Daarnaast zijn er twee andere vragen die ik graag voorleg.

De eerste sluit aan op het boek van Esposito en Mogahed: wat willen moslims in Nederland als het gaat om hun participatie en integratie in de Nederlandse samenleving? Want wat weten wij daarvan? De stem van ‘gewone’ moslims (de gewone hardwerkende moslim, om in het jargon te blijven) komt in het maatschappelijke debat weinig voor het voetlicht. Wij horen nogal eens radicale uitspraken, en er wordt veel gesproken over moslims, maar biedt dat nu een goed inzicht in wat er in doorsnee onder moslims in onze samenleving leeft?

De tweede vraag neemt als uitgangspunt dat Nederland een flink aantal migranten heeft uit landen met grote moslimgemeenschappen zoals Marokko, Turkije en Suriname; dat geldt in ieder geval voor de grote steden. Zijn er in die landen van herkomst belangrijke trends op het gebied van de islam waarmee wij in Nederland rekening moeten houden?

In bovenstaand gedeelte richt hij zich dus expliciet op wetenschappers die hij oproept zich met bepaalde vragen bezig te houden. Kern van het pleidooi is dat de wetenschap de gewone moslim zou moeten laten zien. Een pleidooi dat bijvoorbeeld ook door Anja Meulenbelt onderschreven wordt. Nou zijn de meeste moslims vrij gewone mensen, dus wat een gewone moslim is…geen idee

Nou is het verstandig voor wetenschappers om goed naar dit soort verhalen te luisteren en ze in acht te nemen, maar verder toch vooral hun eigen plan te trekken. Wetenschappers moeten zich niet laten leiden door wat politici graag onderzocht zouden willen hebben. Daarbij is de oproep nogal merkwaardig. Ten eerste zijn er in Nederland en daarbuiten bibliotheken vol geschreven over het leven moslims en de meesten zijn niet radicaal. Een voor Nederland aanbevelenswaardige recente publicatie is bijvoorbeeld die van Marjo Buitelaar over levensverhalen van hoogopgeleide migrantendochters en een eerdere publicatie over vasten en feesten in Marokko. Ander werk is dat van Karin van Nieuwkerk over bekeerlingen, Edien Bartels over jeugdliteratuur en de hoofddoek, Lenie Brouwer over internet en internationaal burgerschap, Miriam Gazzah over Marokkaanse/moslim music scenes, Annelies Moors over culturele praktijken en jeugdculturen, en zo kunnen we nog wel even doorgaan.

Natuurlijk is het zo dat veel onderzoekers zich met radicalisering en andere problematisch geachte verschijnselen bezighouden. En dat is maar goed ook. Maar wie is de grote opdrachtgever op dat gebied? Juist de overheid. Gaan de rijksoverheid en de gemeente Amsterdam nu dan ook eens ander onderzoek subsidiëren dat niks te maken heeft met (de-)radicalisering, sharia-arbritrage en onzin zoals integratie?

Cohen heeft deels wel gelijk (net als Otto overigens) wanneer hij stelt dat veel wetenschappelijke inzichten niet doordringen tot het beleidsniveau. Deels, want er zijn wel degelijk politici en beleidsmakers die bovengenoemde publicaties waarderen en ook weten hoe ze dat moeten doen. Maar we zien dat dan nauwelijks terug in beleid (wel in antwoorden op kamervragen valt me op). Cohen verwijst naar de publicatie van Mogahed en Esposito Who Speaks for Islam. Dit boek is wereldwijd goed ontvangen, maar ook flink bekritiseerd op Frontpag Magazine en Jihadwatch. Amanda Kluveld doet dat nu nog eens dunnetjes over:Job Cohen moet van de islam afblijven – Opinie – de Volkskrant

Op basis van de antwoorden concluderen de auteurs dat moslims net zo zijn als wij: democratisch en gericht op een goede toekomst voor hun kinderen. Het overgrote deel is gematigd en slechts 7 procent van de 1,3 miljard moslims is radicaal of zoals Mogahed en Esposito het liever uitdrukken, ‘politiek geradicaliseerd’. Dat gaat overigens nog altijd om 91 miljoen moslims.
Nu valt er wel een en ander aan te merken op deze conclusie en het onderzoek waar zij uit voortkomt. Zo is de definitie van ‘radicale moslim’ in de loop van het onderzoek bijgesteld. De auteurs geven dit zelf toe. Het kwam de onderzoekers beter uit om het percentage radicale moslims laag te houden. Of iemand een radicale moslim is, leidde men af uit het antwoord op de vraag of men de aanvallen van 9/11 gerechtvaardigd vond. Het was mogelijk antwoorden te geven door te kiezen uit de cijfers 1 tot en met 5. Wanneer je 5 antwoordt, geef je aan dat je die aanvallen volledig gerechtvaardigd acht.
De islam is een verrijking voor de wereld en de Amerikanen kunnen hun voordeel doen met de visie van moslims

Aanvankelijk wilden Mogahed en Esposito iedereen die deze vraag met 4 (9/11 was grotendeels terecht) of 5 (9/11 was geheel terecht) beantwoordde tot de radicale moslims rekenen.

Schokkend
Zij zijn daar dus uiteindelijk vanaf gestapt. Het percentage van 13,5 procent radicale moslims in de wereld en het absolute aantal moslims dat daarmee correspondeert, vonden zij toch wat te schokkend. Moslims die 9/11 grotendeels terecht vonden, werden daarom verder neergezet als gematigd, ongeacht hun antwoorden op andere vragen.

Terecht merkte een criticus op Jihadwatch.com op dat het toch opmerkelijk is dat volgens Mogahed en Esposito ‘gematigd’ de juiste aanduiding is voor alle moslims die zeggen Amerika te haten, de Sharia te willen invoeren, zelfmoordaanslagen goed te keuren, tegen gelijke rechten voor vrouwen te zijn, maar de aanslagen van 9/11 slechts ‘gedeeltelijk gerechtvaardigd’ te vinden.

Nu kun je inderdaad vraagtekens zetten bij de definitie van radicaal (waarom is het zonder meer steunen van de aanslagen van 9/11 radicaal en waarom is dat een kerncriterium?) en ook andere aspecten die Kluveld noemt kunnen in aanmerking komen voor de definitie van radicaal. Wat Kluveld doet is echter hetzelfde als zij Esposito en Mogahed verwijt; namelijk het naar zich toe redeneren van de feiten. Esposito geeft namelijk een niet geheel onaannemelijke verklaring voor de verandering van inzicht:
Frequently Asked Questions

The decision as to where to break out the “politically radicalized” from the rest was data-driven. It was based on several analyses of where the data clustered for a natural breaking point. The analyses showed that the people who responded with a “5” (completely justifiable) to the question on the justifiability of 9/11 as a group were distinctly different from the groups who responded with a “1”, “2”, “3” or “4.” The graphic below provides an illustrative example: It shows the percentage of people in each of the 5 groups who said “sacrificing one’s life for a cause one believes in” is completely justifiable. The group that responded to the 9/11 question with a “5” look distinctly different from the groups that responded with a “1” to “4.”

For our widely read November 2006 Foreign Policy article “What Makes a Muslim Radical?”, we analyzed the data we had available from nine countries. At that time, our sample clustered in a different way from how it ultimately would when we expanded the number of countries in our database to more than 35 and ran new analysis in 2007. We defined “radicals” (as opposed to the “politically radicalized”) as those who answered a “4” or a “5” to the 9/11 justification question, and compared this group to those who answered with a “1” or a “2” (who, for the sake of the analysis, we labeled “moderates”). In 2007, we ran new analyses with the larger dataset, which resulted in new data clusters

Met andere woorden door de grotere dataset zijn er andere clusters ontstaan die ook anders getypeerd kunnen worden. De groep die een vijf scoort, is (zo blijkt uit de gegevens) significant anders dan de groep die een 4 of lager scoort. Ze heten dan ook geen ‘radicalen’ zoals Kluveld suggereerd, maar ‘politiek geradicaliseerden’. Zij kunnen die term hanteren omdat blijkt dat de politieke opvattingen van deze groep geen directe relatie vertoont met vroomheid (aangezien die grotendeels gelijk op gaat met die van de andere categorieen). Dat maakt het ook weer begrijpelijk dat andere aspecten van radicalisering (zoals het willen invoeren van sharia) niet bepalend zijn voor deze categorie. Dat Kluveld suggereert (het is nergens op gebaseerd) dat de hogere cijfers (13,4 in plaats van 7) de onderzoekers niet goed uitkwamen, is een valse insinuatie. Zij gaat echter nog een stap verder door Mogahed’s verwijzing naar Gülen en het feit dat Esposito’s instituut gesubsidieerd wordt door een Saoedische financier te benoemen als grond voor een vooringenomen studie. Een dergelijke ‘guilty by association’ insinuatie is beneden de gordel en past niet bij iemand die toch ook wetenschapper is. Wat Kluveld doet, zien we ook terug bij kwaliteitsjournalist Joost Niemoller die het volgende zegt in reactie op Cohen’s toespraak:
Joost Niemöller » Is Cohen helemaal!?

Cohen zegt dus gewoon: We moeten de wetenschap inschakelen om duidelijk te maken dat de islam deugt! Je denkt: Nee, dat kan niet, ik vergis me, laat ik het nog es lezen. Eerst nog maar een koffie, en die akelige droom vergeten. Toch staat dat er. Hij deed dat bij een instelling die notabene juist op poten was gezet, met veel overheidsgeld, om de blijde boodschap van de islam uit te dragen naar de Nederlanders die daar geen trek in hadden. Ik bedoel; Arthur! De onbeschaamdheid van zo’n Cohen! Dat geloof je toch niet man!

Dat zegt Cohen nergens. Wat Niemöller en Kluveld doen is een retorische truc: een strawman fallacy.

Nou vraag ik me dus af of we hier nog een reden hebben waarom bepaalde wetenschappelijke inzichten niet doordringen tot beleid. Wanneer bepaalde pleidooien en onderzoeken op een dusdanig valse en leugenachtige manier onderuit gehaald worden, krijgt een dergelijk onderzoek dan nog wel een eerlijke kans? Lijkt me lastig voor politici en beleidsmakers die zich laten leiden door de waan van de dag. Dat moet de wetenschap zich zeker aantrekken (als antwoord op Cohen), maar zeker niet door de onderzoeksagenda van politici (Cohen, Wilders of wie dan ook), journalisten zoals Niemöller en columnisten zoals Kluveld te volgen. Wanneer onderzoekers dat gaan doen zijn ze namelijk meteen een uitstekende pion in het spelletje dat mensen als Niemöller en Kluveld spelen. Er is niks met ge-engageerde wetenschappers, maar wetenschappers zijn geen zaakwaarnemers. Tegelijkertijd dienen onderzoekers wel de stem van hun onderzoeksgroep te laten horen ongeacht of dat nu in goede aarde valt of niet en ook al betekent dat dat hun onderzoek per definitie neergesabeld gaat worden.

De vraag die eigenlijk gesteld had moeten worden bij LUCIS, aangezien dat instituut zich zo nadrukkelijk richt op de combinatie ‘Islam, wetenschap en beleid’, is hoe wetenschappers zich moeten verhouden tot een onderwerp dat zo door en door gepolitiseerd is?

9 comments.

Yearbook of Muslims in Europe

Posted on October 16th, 2009 by martijn.
Categories: Important Publications.

The Yearbook of Muslims in Europe will provide an up-to-date account of the situation of Muslims in Europe. Covering 37 countries of western, central and south-eastern Europe, the Yearbook will consist of three sections. The first section presents a country-by-country summary of essential data with basic statistics with evaluations of their reliability, surveys of legal status and arrangements, organizations, etc. providing an annually updated reference source. The second section will contain analysis and research articles on issues and themes of current relevance written by experts in the field. The final section will provide reviews of recently published books of significance.

The presence of Muslims in Europe has attracted increasing attention over the last two, three decades. Researchers started devoting attention to the subject during the mid- and late 1980s. In the last two decades it has also attracted growing political attention and public debate. The events of 11 September 2001 in New York and Washington DC, followed by a number of other terrorist attacks, dramatically increased the general interest in Islam and Muslims, now often driven not only by security considerations, but also by social apprehension. It has become clear from these events that there is a serious lack of reliable and up-to-date information about the situation of Muslims in individual European countries.

Answers to simple questions, such as “How do (other) countries deal with Muslim burial?”, “Which countries have Islamic schools, and how do these function?”, or “Do other European countries make space for Islamic family law?” are not easily found. Things are changing rapidly and published data is quickly becoming outdated.

The Yearbook of Muslims in Europe will be an important source of reference for government and NGO offi cials, journalists, policy makers as well as researchers.

Editor-in-Chief

Jørgen S. Nielsen, Ph.D. (1978) in Arab history, American University of Beirut, has researched and published extensively on Islam in Europe, including Muslims in western Europe (3rd ed., Edinburgh University Press, 2004). He is currently Professor of Islamic Studies at the University of Copenhagen.

Editors
Samim Akgönül, historian and political scientist, is Associate Professor at Strasbourg University and researcher at the French National Center for Scientific Research (CNRS). He studies the evolution of minority concepts as well as religious minorities in Eastern and Western Europe.

Ahmet Alibaši?, M.A., is a lecturer at the Faculty of Islamic Studies, University of Sarajevo, and director of the Center for Advanced Studies in Sarajevo. He was educated in Kuala Lumpur (Islamic studies, political sciences, and islamic civilization). He also served as the first director of the Interreligious Institute in Sarajevo (2007-2008).

Brigitte Maréchal, Ph.D. (2006) in sociology, graduated in political sciences and islamology, is Professor at the Université
Catholique de Louvain. She is director of Cismoc (Centre Interdisciplinaire d’Etudes de l’Islam dans le Monde Contemporain) and has published extensively on European Islam.

Christian Moe, Ph.D. candidate, history of religion, University of Oslo, is a freelance writer and researcher in Slovenia, focusing on Balkan Muslims, human rights, and religious reform. He is co-editor of New Directions in Islamic Thought (I.B. Tauris, 2009).

Editorial Assistant

Nadia Jeldtoft is a Ph.D. Fellow at the Centre for European Islamic Thought at the University of Copenhagen. She works on
minority issues and religious identity of Muslim minorities in Europe and is currently focusing on everyday forms of Islam with non-organized Muslim minorities in Germany, England and Denmark. She has recently published “Other Muslim Identities – a study of non-organized Muslim minorities” (Andre Muslimske identiteter – et studie af ikke-organiserede muslimer) in Islamforskning 1:2008.

Contents (author)

Introduction

On Defining Muslims (Nadia Jeldtoft)

Countries covered (author)

Albania (Olsi Jazexhi)

Austria (Ednan Aslan and Petra Heinrich)

Belgium (Ural Manco and Meryem Kanmaz)

Bosnia/Herzegovina (Mirnes Kovac)

Bulgaria (Ina Merdjanova)

Croatia (Jasmin Dzaferovic)

Cyprus (Ali Dayioglu and Mete Hatay)

Czech Republic (Stepan Machacek)

Denmark (Brian Arly Jacobsen)

Estonia (Egdunas Racius)

Finland (Tuomas Martikainen)

France (Anne Laure Zwilling)

Germany (Gerhard Robbers)

Greece (Konstantinos Tsitselikis)

Hungary (Gyorgy Lederer)

Ireland (Victoria Montogomery)

Italy (Stella Coglievina)

Kosovo (Xhabir Hamiti)

Latvia (Egdunas Racius)

Lithuania (Egdunas Racius)

Luxembourg (Sylvain Besch)

Macedonia (Muharem Jahja)

Malta (Martin R. Zammit)

Montenegro (Omer Kajoshaj)

Netherlands (Martijn de Koning)

Norway (Christine M. Jacobsen and Oddbjorn Leirvik)

Poland (Agata S. Nalborczyk and Stanislaw Grodz)

Portugal (Nina Clara Tiesler)

Romania (Irina Vainovski-Mihai)

Serbia (Ahmet Alibasic)

Slovakia (Stepan Machacek)

Slovenia (Christian Moe)

Spain (Jordi Moreras)

Sweden (Goran Larsson)

Switzerland (Stephane Lathion)

Turkey (Ahmet Yildiz)

United Kingdom (Tahir Abbas)

Analysis

Turkey – EU Relations: The impact of Islam on Europe (Ayhan Kaya)
European Muslim youth: Towards a cool Islam? (Miriam Gazzah)
Muslim veiling controversies in Europe (Dominic McGoldrick)
Media and Muslims in Europe (Isabelle Rigoni)
Freedom of expression and religious feelings (Niraj Nathwani)

Book Reviews

The book can be ordered HERE.

1 comment.