Twitwa 16 – het sneue ventje spreekt

Posted on April 18th, 2011 by martijn.
Categories: Twitwa.

Via MohamX

RT @AmandaKluveld @martijn5155 noemt mij een leugenaar.
RT @AmandaKluveld Wat denkt dat zielige ventje eigenlijk?
RT @AmandaKluveld @martijn5155 gaat volgende week op zijn blog uitleggen waarom ik lieg. Hoe sneu.

Dat schreef ik op twitter naar aanleiding van deze column Wordt de islam echt verkeerd begrepen? Heel sneu, maar dat gaat dit ventje nu even aan mevrouw Kluveld uitleggen dus. Maar eerst even wat anders.

Een schokkende ontdekking afgelopen week. De moordenaar van Alphen die in een niets en niemand ontziende ‘killer spree’ zes mensen doodde, diverse ernstig verwondde en zich vervolgens laf door het hoofd schoot, komt uit een christelijk nest. En niet zomaar één, nee een reformatorisch nest. Een christelijk fundamentalistisch nest. Net als de leden van het Verzetsleger van de Heer in Uganda, net als de Huttaree militie in de VS en net als Fronte Cristiano Combattente van Roberto Sandalo in Italië. Sommigen van ons willen anderen doen geloven dat dit uitwassen zijn van extremistische opvattingen in de Bijbel, maar niets is minder waar. Ook gematigden zoals Bush voelen zich in hun geweld door God geinspireerd. De Bijbel, zowel het oude als het nieuwe testament staat vol met oproepen tot geweld. Bekijkt u het volgende filmpje maar eens.

You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video

Tristan verdiepte zich ook nog eens in spiritualiteit en stemde daarnaast ook nog eens op de militante extremistische PVV. Inderdaad waarschijnlijk was Tristan ook nog eens psychiatrisch; zeer waarschijnlijk leed hij aan een variant van het Jeruzalem-syndroom: het Kruisvaarderssyndroom. In zijn afkeer van heidenen die zich hadden afgekeerd van God en zich bekeerd hadden tot Mammon van de consumenten, de vertegenwoordiger van het grootkapitaal, de elite waartegen de PVV zich zo verzet omdat ze Nederland in de uitverkoop gooien, werd hij bevangen door spirituele woedde die zich uitte in een bloedbad van Alphen.

Zelfs Obama kan niet ontkennen dat er talloze onschuldige mensen uit naam van het christendom worden vermoord. Nou ja eigenlijk is dat de enige zin uit bovenstaand stuk die hout snijdt; het is een open deur die we ook in het genoemde artikel van Kluveld kunnen aantreffen. Eentje die u iedere nacht ook bij Astro-TV kunt zien; daar worden dergelijke algemeenheden uitgestort over individuen die vaak wel kloppen, omdat ze voor velen kloppen. Zo kunt u tegen de meeste autochtonen wel zeggen, doe de groeten aan ome Jan. Iedere familie heeft er wel één, minimaal.

Dergelijke redeneringen zeggen niets. Het zijn algemene stellingen waar wel enige kern van waarheid in zit, maar ook in zijn algemeenheid zijn ze onhoudbaar. Dat u dus niet denkt dat ik bovenstaande redeneringen serieus meen hè. Toch is een vergelijkbare stelling de crux van een recente column door Amanda Kluveld:

Degene die de Koran verbrand heeft, kon geen groter gelijk krijgen voor zijn stelling dat de Koran uitnodigt tot wreedheden en geweld.

Dat het grootste deel van de moslimwereld geen gewelddadigen pleegde kan met die redenering amper verklaard worden. Tuurlijk, mensen hebben een eigen keuze dus ze kunnen de uitnodiging tot geweld naast zich neerleggen. Maar die eigen keuze betekent dus dat het gebruik van geweld op z’n minst van meerdere factoren afhankelijk is, onder meer het optreden van religieuze en/of politieke leiders die belang hebben bij het gebruik van geweld (of bij het niet gebruiken ervan). Mevrouw Kluveld geeft tal van voorbeelden die haar stelling moeten onderbouwen, maar het enige wat ze gemeen lijken te hebben is dat het allemaal om moslims als dader gaat en allemaal uit gebieden waar moslims dominant zijn.

Om haar betoog kracht bij te zetten, waarschuwt ze Obama voor de laatste keer:

Nu is het zo dat degene die de Koran verbrand heeft, geen groter gelijk kon krijgen voor zijn stelling dat de Koran uitnodigt tot wreedheden en geweld en dat er gedood wordt in naam van dat boek. Of toch niet?

Obama zal dat nooit erkennen. De islam wordt verkeerd begrepen door de mensen die in zijn naam moorden, meent de Amerikaanse president. Ook nu, in zijn veroordeling van de reacties op de Koranverbranding, zegt hij dat er geen religie bestaat, die toestaat dat er onschuldige mensen worden onthoofd. Maar heeft hij daar wel gelijk in?

Obama kan niet ontkennen dat er talloze onschuldige mensen in naam van de islam worden vermoord. Om dit op te lossen heeft hij bedacht dat er iets bestaat dat iets anders is dan de islam. Dat noemt hij extremisme en dat heeft volgens hem weer niets met de islam te maken, ook al zijn de door hem bedoelde extremisten allen moslim.

U ziet hier de redenering die ik hierboven gemaakt heb voltooid worden. Mevrouw Kluveld vindt klaarblijkelijk dat het geweld wel iets met islam te maken en dat dat een probleem is.

Mevrouw Kluveld reduceert de complexe realiteit tot een rijtje zinloze argumenten voor haar stelling op een manier die nog het meest lijkt op de column over de zinloze informatie over de Belgische moordenaar Kim de Gelder door Luuk Koelman. Zet ze allemaal op een rij en je krijgt een nagenoeg gesloten model dat moeilijk onderuit te halen is doordat het zo ‘common sense’ aan doet, maar in feite is het dus regelrechte onzin. Dit is niet voor het eerst en waarschijnlijk ook niet voor het laatst dat mevrouw Kluveld zoiets doet. Twee jaar geleden schreef ze een column over het eerste Nationaal Islam Congres waarin ze een schokkend tafereel aanschouwde dat haar deed beseffen dat het Westen toch echt superieur was aan islam:

Ik ben benieuwd of in de bijdragen van Ramadan de door Yasin bedoelde superioriteit van de islam tot uitdrukking zal komen. Tijdens de workshop die de sjeik gaf ter empowerment van moslimvrouwen heb ik er in ieder geval geen spoor van terug kunnen vinden. De aanwezige vrouwen werden door Yasin afgescheept met flauwe grapjes over homoseksualiteit, vrouwelijke premiers en mensen die een ander geloof aanhangen dan de islam. Aan het uitleggen van het ‘niet-moslims historisch paradigma’, dat hij op zijn PowerPoint had gezet en waar onder andere het feminisme, het vrouwenkiesrecht en de Verlichting toe werden gerekend, waagde hij zich niet.

Yasin heeft op geen enkele manier duidelijk weten te maken waarom de islam goed zou zijn voor vrouwen. Maar de stelling dat de islam een superieur geloof is heeft hij met zijn flauwe praatje bijzonder effectief ontkracht.

Dat geldt trouwens voor het hele naargeestige en intellectueel arme Nationaal Islam Congres dat in de media voornamelijk is afgeschilderd als een gezellige pasar malam of een islamitische huishoudbeurs.

Zwaktebod
Dat was het niet. Op het Nationaal Islam Congres confereerden orthodoxe islamieten die willen dat het Westen zich onderwerpt,  vinden dat integreren een zwaktebod is, die de democratie als een inferieur systeem beschouwen en de sharia in Nederland willen invoeren. Het is onbegrijpelijk en een teken van capitulatie dat de gemeente Amsterdam de Apollohal aan de organisatie van dit evenement heeft verhuurd.

Op basis van één observatie, dat Yasin niet kan aantonen waarom de islam zo goed zou zijn voor vrouwen (althans op een manier waar Kluveld het zelf mee eens zou kunnen zijn), heeft Yasin volgens haar zijn stelling dat Islam superieur is, ontkracht. En als de islam niet superieur is, dan moet de christelijke cultuur dat wel zijn. Zoiets is de redenering. Beroerde argumentatie als je het mij vraagt.

Nu vind ik het persoonlijk aardig wonen hier in het Westen. Maar een deel van de wereld waarin zich één van de meest bloedige periodes uit de geschiedenis heeft voorgedaan (de 20ste eeuw was één van de gewelddadigste uit de geschiedenis) met genocide en massamoorden uit naam van Westerse ideologieen als nazisme, fascisme, communisme en nationalisme, moet zich misschien iets terughoudender opstellen in de discussie tussen superieur en inferieur. Tenzij we vinden dat de holocaust inderdaad een teken van superioriteit is en dat dat ook iets prijzenswaardig is geweest. Ik schat in dat mevrouw Kluveld dat niet bedoelt.

Op basis van mevrouw Kluvelds argumentatie zou het feit dat de meerderheid van de moslims niet overgaat tot geweld, eigenlijk moeten leiden tot de conclusie dat de islam dus een in essentie vreedzame godsdienst is. Zij redeneert echter anders. In haar logica zijn het allemaal moslims in de voorbeelden die ze geeft. Niks extremistische islam dus, nee gewoon de islam.  Mevrouw Kluveld kan tot haar sterke conclusies komen zonder degelijke argumentatie omdat zij uitgaat van zoiets als een ‘reëel bestaande islam’:

Geweld is geweld – Opinie – de Volkskrant.

Pels wijst erop dat er vanaf het vroegste begin verschil van mening is geweest over de inhoud van de islam. Maar wat voor punt wil hij daarmee nu precies maken? Wat voor rol spelen deze ongetwijfeld interessante discussies precies in de islam die wij nu kennen, in de reëel bestaande islam zo te zeggen?

Reël bestaande islam
De reëel bestaande islam maakt dat mensen als Geert Wilders moeten vrezen voor hun leven en dat mensen zoals Mohammed B., die volgens Pels toch dezelfde
waarheid aanhangt als Wilders, dat niet hoeven. De reëel bestaande islam maakt dat imam Hassen Chalghoumi wordt bedreigd, belaagd en voor zijn leven moet vrezen omdat hij zich voor een verbod op de boerka uitspreekt en omdat hij met Joden spreekt.

Door de reëel bestaande islam worden christenen in Somalië gemarteld en vermoord. Door de reëel bestaande islam sterven er dagelijks moslims. De lijst van dit soort waarheden is eindeloos. Dit is de waarheid waar Wilders op wijst. En welke waarheid kunnen zij die geloven in een gematigde islam daar nu precies tegenover zetten?

En daarom maken moslims dus ook geen deel uit van Obama’s ‘common humanity’ zo stelt Kluveld althans.

Waar komt de term ‘reëel bestaande islam’ nu weer vandaan? De enige vergelijkbare term die ik ken is het ‘reëel bestaande socialisme’. Ik geloof dat Cliteur de term ‘reëel bestaande islam’ eens heeft gebruikt, en dat komt neer op de islam zoals die door mensen gepraktiseerd wordt. Maar dat is zowel een islam van de dialoog als een islam van de (gewelddadige) verdediging en een islam van de (gewelddadige) aanval en alle mogelijke tussenvormen. De’reëel bestaande islam’ bestaat niet; ik weet het een dooddoener van jewelste maar daarmee nog niet onjuist. De zaak van imam Hassen Chalghoumi is niet zo duidelijk als Kluveld beweert in laatst genoemde stuk en dat geldt ook voor Somalië waar andere identiteiten er klaarblijkelijk niet toe doen (zie ook over het Ogaden-conflict en de rol van religie HIER). Het klopt gewoon niet, nog afgezien van het feit dat het werkelijk je reinste kolder is om de islam in Somalië, de Franse banlieus en Nederland op één hoop te gooien. Het deert allemaal niet voor deze hooggeleerde columniste en als de feiten niet kloppen dan redeneren we deze toch zo om dat ze wel passen zoals ze dit deed in column over Traïdia.

De relatie tussen religie en geweld is eindeloos complexer dan mevrouw Kluveld hier voorstelt. Er bestaat geen intrinsiek gewelddadige religie en ook geen intrinsiek vreedzame religie. Daar ben ik al eerder op ingegaan, vandaar een korte quote van mezelf:
C L O S E R » Blog Archive » 11 september en islam – 10 punten over religie en geweld

  1. De relatie tussen religie en geweld is mede zo gecompliceerd omdat ten eerste alle religieuze groepen al eeuwenlang discussies hebben over geweld en ongeoorloofd geweld waarover ook subgroepen zich weer afgesplitst hebben wanneer zij het niet eens zijn met de (tijdelijke) consensus. Tegelijkertijd is geweld (niet alleen religieus geweld) niet zo’n overduidelijke categorie als we denken. Geweld is een praktijk die tot stand komt in specifieke tijden en plaatsen en soms zijn mensen het niet eens eens over wat nu precies geweld is of wat legitiem of illegitiem geweld is.
  2. Bijdragen over de relatie tussen religie en geweld vertrekken vaak vanuit twee beperkte standpunten: óf men geeft de schuld aan religie voor het geweld óf men stelt dat religie er geen schuld aan kan hebben omdat ‘authentieke’ of ‘zuivere’ religie niet in staat is tot geweld en alleen een gecorrumpeerde versie geweld voortbrengt. Beide invalshoeken snijden geen hout. Geweld is niet het product van een ‘slechte’ of gecorrumpeerde religie en tegelijkertijd is er niets unieks aan religieus geweld dat ook niet voor andere vormen geldt, al is het maar omdat geweld (of dat criminaliteit is of andere vormen) altijd onderdeel is van een samenleving: het verschil is echter wat gelegitimeerd geweld (bijvoorbeeld van het leger) is en wat niet (bijvoorbeeld van een meute of revolutionaire groep). Wel zijn er verschillen in waardering en oordelen over legitimiteit (zie bijvoorbeeld de tweede helft van deze post over zelfmoordaanslagen).
  3. We kunnen op basis van antropologische studies (onder meer van Eller) een vijftal criteria aanwijzen die basisvoorwaarden vormen voor het zich voordoen van geweld: integratie in bepaalde groepen, opkomen van een individuele en collectieve identiteit, er moet sprake zijn van institutionalisering, er moeten belangen zijn en er moet sprake zijn van een ideologie en doelen die niet of nauwelijks ter discussie staan en die absolutistisch en utopisch zijn. De ene vorm van religie komt hier dichterbij dan de de andere, maar wanneer deze voorwaarden vervuld zijn dan kan geweld door leden van een religieuze beweging als legitiem worden gezien zeker wanneer (en dat geldt vooral voor het Jodendom, Christendom en Islam) er een duidelijke scheiding is tussen wij-zij waarbij de laatste aangewezen wordt als veroorzaker van de problemen en crises van de eersten. Religie wijst namelijk aan waar het kwade zit en wie het kwade vertegenwoordigt. Dit kan leiden tot een gebrek aan empathie met het potentiële slachtoffer iets waar legers zich in specialiseren en ook dit is dus niet specifiek voor religies.
  4. Vrijwel alle religies kennen diverse varianten van individuele (of zelfs collectieve) zelf-doding en zelfkastijding: variërend van piercings, tattoos, besnijdenis tot martelaarschap en zelfs ge-institutionaliseerde legers zoals Boeddhistische Sohei en de Ikko-Ikki (toegewijde groep). Vrijwel alle religies kennen ook doctrines die te maken hebben met geweld. Jihad is een mainstream islamitische doctrine met veel verschillende betekenissen waarbij de ‘kleine jihad’ (niet door iedereen zo ge-accepteerd, maar hier even bedoeld als de gewelddadige jihad) door de eeuwen heen zo ingeperkt dat (in mainstream) alleen geweld ter verdediging en onder leiding van een kalief nog mogelijk is. De voorwaarden die gesteld worden doen denken aan de doctrine van de rechtvaardige oorlog zoals het Christendom die kent (en voor u begint…ja er zijn ook genoeg serieuze verschillen).
  5. Islam en cultuur van moslims zijn zo divers (zeker wanneer we sociaal-economische verschillen daar nog eens bij optellen) dat ze eigenlijk nooit een verklarende factor voor wat dan ook zijn (en dat geldt opnieuw voor religie en cultuur in het algemeen). Temeer omdat we zien dat mensen met uiteenlopende religies en etnische afkomst vaker wel dan niet vreedzaam met elkaar omgaan. Als dat niet gebeurt, zoals in het geval van 9/11 en de war on terror, dan kunnen we niet zeggen zie je wel er is een conflict dus is religie of cultuur belangrijk of is religie zelfs de unieke causale factor; dan kun je immers niet verklaren waarom mensen meestal wel vreedzaam samenleven (zie ook het artikel de Verklaringskracht van cultuur van Nan Dirk de Graaf.

De overige punten leest u op de betreffende pagina zelf maar. Wat mevrouw Kluveld dus doet in haar columns is een verzameling drogredenen, insinuaties, guilt by assocation en compleet onzinnige argumenten mixen in een meestal goed lopend geheel dat islam en moslims demoniseert en christendom en christenen verheerlijkt. Nu vertel ik hier niets nieuws en zeker geen, wetenschappelijk gezien, omstreden feiten over de relatie tussen religie en geweld. En ik denk ook dat mevrouw Kluveld niet achterlijk is en zeer goed weet hoe ingewikkeld de zaken in elkaar zitten. Ze kan immers ook een mooie studie schrijven over de culturele en maatschappelijke betekenis van pijn door de tijd heen. Dus of ik zit er naast en ze is toch dom óf ze liegt gewoon want ze verdraait willens en wetens de feiten. Voor wat betreft religie in het algemeen en islam en moslims in het bijzonder kan ze in ieder geval bijgeschreven worden in rijtje pseudo-wetenschappelijke charlatans.

2 comments.

Twitwa 4 – Achterlijke en barbaarse culturen

Posted on February 2nd, 2011 by martijn.
Categories: anthropology, Twitwa.

Via @bertbrussen

wat is dat toch een ACHTERLIJKE en BARBAARSE cultuur daar in Iran. Vrouwen ophangen voor “drugssmokkel”. BAH!

Zomaar een reactie op het verschrikkelijke lot van Iraans-Nederlandse Zahra Bahrami die in Iran is opgehangen. Misschien zou je verwachten dat een schrijver die stukjes bakt voor Geenstijl hier wel weer ergens de humor van zou inzien, zoals zijn companen Ambroos Wiegers en Marck Burema al eerder deden met dode Iraniërs. Zo ziek lijkt hij toch ook weer niet te zijn, maar (hoewel hij het ongetwijfeld niet zo zal bedoelen) wat hij hier in feite zegt is dat Zahra Bahrami barbaars en achterlijk is. Hij relateert het populaire cultuurbegrip aan een een afgegrensde geografische lokatie: Iran. Zonder daarbij natuurlijk onderscheid te maken tussen bijvoorbeeld mannen en vrouwen, jong en oud, Perzen en Arabieren, moslims en zoroastriërs, boeren, burgers, buitenlui en what have we more. Zahra Bahrami maakt deel uit of behoort in zo’n opvatting ook tot die cultuur, net zoals ze, in die opvatting ook deel uit maakt van de Nederlandse cultuur maar dat wordt dan of vergeten of Bahrami wordt gezien als alleen Nederlands. Verder is een dergelijke emotionele uitroep een teken dat cultuur gezien wordt als oorzaak; een soort van blaming the culture in plaats van blaming the system of blaming the victim. Dat het wellicht ook een poging is van het Iraanse regime om de bevolking te waarschuwen kan dan gemakshalve ter zijde geschoven worden.

Dit zijn vrij gebruikelijke opvattingen met betrekking tot de notie cultuur in populair taalgebruik. Het is een vrij prettige opvatting omdat het bijvoorbeeld in de zaak van Bahrami betekent dat we in ieder geval niet hoeven te kijken naar eventuele twijfels bij het optreden van de Nederlandse staat of naar de rol van mevrouw Bahrami zelf (die is immers zelf achterlijk of onmondig slachtoffer). Dergelijke ideeen over cultuur als duidelijke herkenbare, homogene systemen staan ver af van de huidige antropologie, maar zijn ook weer niet onbekend. We zien het bijvoorbeeld terug bij Talcott Parsons (die van de beroemde scheiding tussen normen en waarden). Cultuur is bij hem een domein of systeem dat onafhankelijk bestaat van andere domeinen zoals politiek en economie. In de opvatting van de beroemde antropoloog Boas was cultuur een gesloten en samenhangend geheel of systeem. Bij andere, onder meer Europese antropologen, ging het vaak meer om wat de essentie van een volk zou zijn; een unieke kern die ieder volk anders zou maken. Het populaire gebruik van cultuur lijkt op een mix van antropologische opvattingen over cultuur als samenhangende, gesloten systemen en over cultuur als essentie van een volk die dat volk anders zou maken dan andere volkeren. Bijvoorbeeld dus het idee dat Iran een eigen cultuur heeft die anders is dan die van Nederland.

Antropologen hanteren tegenwoordig een heel ander cultuurbegrip dat ervan uitgaat dat cultuur iets is dat betwist wordt (er zijn verschillende opvattingen over wat hoort en niet hoort of wat barbaars en beschaafd is of wat mooi is en lelijk), dat sterk verbonden is met macht (wie heeft de macht om te bepalen wie welke rol moet vervullen en wat de interpretatie moet zijn van bepaalde symbolen en wie controleert de instituties in een samenleving – zoals scholen – die die interpretatie beschermen en uitdragen). Culturele repertoires van symbolen, praktijken, conventies, houdingen, gezond verstand enzovoorts zijn niet strikt van elkaar gescheiden of gescheiden van mensen die uit andere ‘culturele groepen’ zouden komen, maar zijn vloeiend, lopen in elkaar over, zijn hybride en naast samenhang zit het ook barstensvol met tegenstrijdigheden. Een dergelijk cultuurbegrip legt de nadruk op het maken van cultuur, samenleving en instituties en de wijze waarop dit plaatsvindt binnen bepaalde situaties (plaats) en op bepaalde momenten (tijd). Een aardige illustratie van dit nogal complexe cultuurbegrip is het volgende.

Het Fotomuseum Rotterdam heeft een tentoonstelling: Angry over radicalisme in Nederland. Ik heb een keer met de makers van Angry gesproken en hun ideeën over radicalisme en hoe dit te verbeelden bevielen me wel en nog steeds. Het is een interessante voorstelling en zeker de moeite waard om een keer te gaan kijken.
(11 – tekst) Radicaal voelt zich…- di 18 januari 2011 | NRC Handelsblad | NRC Digitale editie

„We willen laten zien dat radicaal gedrag in alle lagen van de samenleving voorkomt. Bovendien geven mensen een verschillende invulling aan hun radicalisme: voor de een gaat het erom te leven volgens je idealen, terwijl een ander overgaat tot actievoeren of terreurdaden.”

De vraag wat is de radicaal is vergelijkbaar met de vraag wat is de Iraanse of Nederlandse cultuur. Het gaat op zoek naar de essentie van een bepaald verschijnsel. Weliswaar wordt dit positief ingevuld, maar dat gebeurt soms ook met het populaire cultuurbegrip bijvoorbeeld in wat al te idealistische multiculturele verhalen. Bij dat laatste gaat het er ook om te benadrukken dat we allemaal best vreedzaam kunnen samenleven want die Ander lijkt toch zoveel op ‘Ons’. Die gedachte lijkt er ook te zijn bij Angry. Kunstenaar Jonas Staal heeft afgehaakt bij deze voorstelling omdat:
(11 – tekst) Radicaal voelt zich…- di 18 januari 2011 | NRC Handelsblad | NRC Digitale editie

Staal had verwacht dat de expositie de mogelijkheid bood tot het tonen van „een radicaal ander wereldbeeld: de radicaal is een schepper”. Maar uiteindelijk, aldus Staal, gaat het de organisatoren er alleen om te laten zien dat de radicaal „niemand minder is dan wijzelf”.

Het gaat Staat zelf om de radicaal als betekenis gever, als cultuurmaker terwijl Angry, volgens Staal, toch nog teveel zou uitgaan van de radicaal als gevaarlijk, kwaadaardig, enzovoorts. Waar het eerste inderdaad meer te doen heeft met de uitbeelding van de radicaal die niet noodzakelijkerwijze iets zegt over de radicaal zelf, wil Staal zich juist richten op de inbeelding in de radicaal in zijn streven naar een andere rechtvaardigere wereld. Bij het populaire cultuurbegrip gaat het eveneens vooral om de uitbeelding van andere culturen en verbeelding ervan, maar niet om inbeelding in mensen die, zoals Staal benadrukt, scheppers zijn. Dat laatste is in het populaire cultuurbegrip vaak compleet afwezig en via dat begrip worden mensen dan ook gereduceerd tot willoze, machteloze en onmondige slachtoffers (vrouwen vooral) of willoze en onmondige agressievelingen (mannen, radicalen).

Een ander voorbeeld is de eeuwige discussie over de hoofddoek. Kijk wat CDA-er Schraal stelt:
Hoofddoekverbod splijt CDA – Binnenland | Het laatste nieuws uit Nederland leest u op Telegraaf.nl [binnenland]

Vorige week stak de Amsterdammer Schraal de Volendamse Don Bosco-school, die hoofddoekjes verbiedt, al een hart onder de riem. „Ik vind het heel consequent dat leerlingen die met een hoofddoekje naar school komen, worden geweigerd”, zegt hij. „Zelf ben ik geboren in Isfahan, toenmalige Perzië. Vanwege de val van de Sjah en de komst van de islamitische Republiek Iran, is in mijn geboorteland de islamitische wetgeving uitgangspunt van het staatkundige leven en zijn hoofddoeken zelfs verplicht. Waarmee de vrouw, door de verplichting een hoofddoek te dragen, als het ware verantwoordelijk wordt geacht voor de mate waarin de man in de publieke ruimte , zijn zelfbeheersing ten opzichte van vrouwen onder controle moet houden. Dat is een verwerpelijke gedachte, die achter deze symboliek schuilgaat.”

Schraal stelt hier inderdaad een belangrijk punt aan de orde. Volgens bepaalde interpretaties van de islamitische tradities is de hoofddoek verplicht om zo de lusten van de mannen te bedwingen. Dat de vrouw daarom een hoofddoek moet dragen, maakt haar inderdaad verantwoordelijk voor iets wat eigenlijk de verantwoording van man zelf zou moeten zijn is de gedachte van Schraal en vele anderen. Het idee dat het daarom gaat om een scheve verhouding tussen man en vrouw heeft dus  inderdaad enige grond, maar Schraal gaat voorbij aan de veranderingen die de betekenis van de hoofddoek krijgt door veranderingen in tijd en plaats. Er is een bepaalde druk op vrouwen om die hoofddoek te dragen, maar er is ook druk om hem niet te dragen. Zeker tegen dat laatste in benadrukken vrouwen juist dat hoofddoek (en voor niqab geldt hetzelfde) een eigen keuze is en ook moet zijn. En ook dat heeft grond in islamitische interpretaties aangezien een opvatting is dat als de hoofddoek met de verkeerde intentie gedragen wordt (omdat anderen het zeggen) de waarde ervan nul is. Jonge vrouwen hebben dit dan ook nog eens vermengd met de culturele opvatting dat men authentiek moet zijn, dat je jezelf moet zijn en uit moet gaan van jezelf. Voor de één betekent dit juist het niet dragen van een hoofddoek voor de ander juist wel (wanneer men er aan toe is, hoor je dan vaak). Wanneer men uit protest een hoofddoek dragen komt er weer een betekenis bij. Het gaat er niet om of Schraals stelling waar is en die van anderen niet (of andersom). Ook al lijken ze wellicht tegenstrijdig en zouden ze dan dus moeilijk kunnen samen gaan, de verschillende opvattingen hebben zo hun eigen plausibiliteit die niet zomaar terzijde geschoven kan worden.

Een laatste voorbeeld is de recente controverse over de docent van de Hogeschool van Amsterdam die, na terugkomst van de bedevaart naar Mekka, besloot om geen handen meer te schudden met vrouwen. Dat leverde aanvankelijk problemen op, aangezien de consensus lijkt te zijn dat handen schudden moet. In Nederland doen we dat nu eenmaal zou. Blijkbaar niet altijd dus want anders ontstaat een dergelijke discussie niet. Het weigeren van handenschudden zou een gebrek aan respect zijn. Volgens de desbetreffende docent is dat niet zo, maar hij lijkt wel te beseffen dat hij wat uit te leggen heeft; hetgeen hij heeft gedaan in een mail aan zijn collega’s.Havanaweb.nl | Nieuws / ‘Het heeft niets te maken met disrespect’

‘Nu ik terug ben gekomen van deze spirituele reis voel ik me herboren en voldaan,’ schrijft de docent aan zijn collega’s. ‘Ik denk dat dit de uitoefening van mijn functie als leraar erg ten goede komt.’

Verderop in de brief schrijft de docent: ‘Naar aanleiding van mijn ervaringen de afgelopen maand besef ik dat de profeet Mohammed in naam van de Islam verschillende zaken heeft voorgeschreven die ik nu wil gaan praktiseren. De profeet heeft nooit de hand geschud van vrouwen die huwbaar voor hem waren en hier regels over opgesteld. In dit opzicht wil ik dit ook navolgen richting mijn collega’s.’

Hij voegt eraan toe dat het niets te maken heeft met ‘disrespect of het niet waarderen’ van zijn vrouwelijke collega’s: ‘Er zal niets veranderen aan het goede contact tussen mij en mijn vrouwelijke collega’s. Het enige dat ik wil praktiseren, is dat ik mij onthoud van het schudden van handen met de vrouwelijke collega’s.’

Het gaat er voor een antropoloog niet zozeer om of de profeet daadwerkelijk nooit de handen van vrouwen heeft geschud en of het nu daadwerkelijk islamitisch gezien beter is om dat voorbeeld te volgen. Het gaat erom hoe de man tot dit idee komt of hoe anderen tot het idee komen dat zijn gedrag een teken van disrespect is. Tevens gaat het erom om te kijken hoe mensen met verschillende en soms tegenstrijdige opinies toch tot een werkbare relatie komen of juist niet. De docent in kwestie probeert de relatie overeind te houden door het respect te benadrukken. Hij wil laten zien dat hij wel degelijk respect heeft door in plaats van handen schudden een hoofdknik te geven en/of zijn hand op zijn hart te leggen bij wijze van begroeting. Geen nieuwe vondst aangezien meer mensen dat doen (ik doe dat soms zelf ook tijdens mijn onderzoekswerkzaamheden), maar wel een mooi voorbeeld van cultuur maken. De man had ook kunnen aangeven dat het weigeren van de hand juist zélf een teken van respect is, althans volgens zijn opvatting. Een teken van respect voor vrouwen tot wie hij de in zijn ogen gepaste afstand bewaart en een teken van respect voor God aangezien hij zich in zijn ogen houdt aan God’s wil. Voor anderen zal dit ongetwijfeld onzin zijn, zie bijvoorbeeld Ellian.

Juist dit soort betwistingen, conflicten en tegenstrijdigheden is waar de antropoloog oog voor heeft wanneer hij of zij naar cultuur kijkt. En dat geldt voor alle onderwerpen of het nu gaat om feesten, besnijdenis, straffen of wat dan ook.

0 comments.

Twitwa 3 – Zooomoslim

Posted on January 27th, 2011 by martijn.
Categories: Twitwa.

Via @MocroNL:

#zooomoslim Programma had beter gekund met mensen die wel over Islam weten, en niet een zogenaamde ex-moslim of een acteur.

Vorige week was er bij de AVRO een in potentie interessant programma: Zóóó moslim. Het was de derde in een reeks na Zóóó Dertig en Zóóó Rechts. Die twee eerdere afleveringen hebben volgens mij minder reacties opgeroepen dan deze: van goed-nieuws-show tot islamisering, juist goed wat dan leren Nederlanders wat over islam en komen er meer bekeerlingen, en zoals de bovenstaande tweet van @mocro al aangeeft, er zouden andere mensen moeten gaan zitten.

Zóóó moslim is een infotainment programma dat draait om het idee van representatie van islam in het openbaar. Dat brengt een aantal zaken met zich mee. Televisie brengt bepaalde verhalen die geschikt zijn voor televisie, andere verhalen zien we er niet. Een open deur van jewelste maar wel van belang maar dat betekent dat er bepaalde keuzes gemaakt moeten worden. Terwijl de islam talloze interpretaties, geschiedenissen, praktijken en dimensies kent, moeten die op televisie teruggebracht worden tot visueel aantrekkelijke brokjes; de islam wordt van een geloofstraditie gereduceerd tot een ‘ding’ dat in beeld gebracht kan worden. U zult niet vaak anderhalf uur lang een koran in beeld zien (toch niet zo’n gek idee als representatie van islam) want dat is niet aantrekkelijk. Evenmin gaan we luisteren naar de preek van een Egyptische sheikh en het slachten van een lam voor het offerfeest levert vooral schokkende televisie op waardoor de kijkers afhaken. De heerlijke geur van een gebraden lam is natuurlijk helemaal onmogelijk. Dus gaan we de islam op een andere manier verbeelden om een zo groot mogelijk publiek te scheppen en te bereiken. Een publiek dat geschapen wordt en gelokt wordt met de belofte dat men nu echt gaat leren hoe datgene in elkaar zit waar half Nederland zich toch druk over maakt: van moslimhobbyisme tot voyeurisme (vandaag kom je te weten wat je eigenlijk nooit durfde te vragen).

In Zóóó moslim deed men dat met een kwis, muziek en een panel met publiek. De kwis bestond uit typische wist u dat vragen en vragen naar de mening van een bepaalde persoon. Daarbij leek de bedoeling te zijn mensen meer over de islam te leren waardoor mensen de islam ook beter zouden begrijpen en er meer affiniteit mee zouden krijgen. Dat klinkt een beetje als de klassieke contacthypothese uit de sociologie waarbij verondersteld werd dat als mensen met elkaar in contact zouden komen, ze elkaar ook meer zouden mogen. Dat gebeurt inderdaad vaak, maar het kan natuurlijk ook heel goed zijn dat als je iets of iemand beter kent je tot de ontdekking komt dat je elkaar eigenlijk niet zo ligt. Dat leek ook gebeurd te zijn in de uitzending want aan het einde van de uitzending was het aantal mensen dat affiniteit met de islam zou hebben lager dan in het begin. Het had de uitzending de nodige diepgang opgeleverd als daar juist op ingegaan kon worden; maar het format is heilig en de uitzenduren nog meer dus het programma was afgelopen.

Het verbeelden van de islam zal echt moeten gebeuren aan de hand van personen die ons iets kunnen vertellen over wat de islam nu toch ‘echt zegt’ (het zijn natuurlijk de mensen die spreken). De keuze van de gasten is dan ook interessant: een ex-moslim, een Marokkaans-Nederlandse acteur, een Marokkaans-Nederlandse thaibokster en een atheïstische autochtoon-Nederlandse actrice. Een heel goed verdedigbare keuze, want waarom zouden zij niks kunnen en/of mogen vertellen over de islam? Maar daarmee schep je dus wel een specifiek beeld: die van leken. Religieuze gezagdragers waren afwezig in dat panel: imams, geleerden, predikers onder meer uit radicale hoek (‘salafisten’) maar ook uit de hoek van de gevestigde organisaties. Om enige duiding te geven, en af en toe als een soort scheidsrechter op te treden, was er Maurits Berger. Iemand die inderdaad zeer goed op de hoogte is van de islamitische tradities, maar ook een andere invalshoek heeft dan sociologen, antropologen, pedagogen en andere gogen. Ook niks mis mee, maar ook daarmee wordt dus een bepaald beeld neergezet: namelijk meer die van de geschreven tradities dan die van de geleefde islam. Die kwam overigens wel aan bod. Bijvoorbeeld in het begin toen het over muziek ging en over islamitische artiesten. Daarbij werd gesteld dat muziek in de islam verboden zou zijn; DJ Gerard Ekdom wist wel beter: ‘Volstrekte waanzin’. Dat beide kunnen kloppen (dat er mensen die stellen op basis van ‘bewijzen’ dat muziek verboden zou zijn en dat er talloze moslimartiesten zijn) wordt niet uitgelegd; de complexe werkelijkheid wordt gereduceerd tot slechts twee dimensies: waar of niet waar.

De vragen waren niet onaardig, maar het is onduidelijk waarom nu net deze vragen geselecteerd zijn zoals wat is de grootste zonde in islam, wat betekent het geloof voor jou en moet het suikerfeest een officiële feestdag worden. Grofweg zijn er drie type vragen: theologische vragen, ervaringsvragen, dagelijks-leven-vragen en islam-in-nederland-vragen. Die laatste twee hadden niet persé betrekking op islam of religie in het algemeen hoewel het antwoord op over gokken wel gebaseerd kan zijn op een religieus perspectief. Hoe die zich dan verhouden tot dé islam is mij onduidelijk.

Verder vond de uitzending plaats op prime-time waardoor een en ander natuurlijk ook licht verteerbaar moest zijn. De kritiek dat dit dan ook een islam-lite versie was die veel te rooskleurig was en al heikele punten uit de weg ging, is dan ook niet zo verwonderlijk. Dat geldt ook voor andere kritische geluiden dat het eigenlijk vooral ging over de pre-occupatie met islam en niet over islam als geloofstraditie en geloofsbeleving; spiritualiteit was ver te zoeken.

Deze aspecten zijn allemaal deels onvermijdelijk; men moet zoals gezegd nu eenmaal een bepaald perspectief kiezen. Dit betekent wel dat media niet zomaar een doorgeefluik is van religie en cultuur in de samenleving, maar zelf ook een cultuurmaker is. Het type cultuur dat televisie produceert is mede afhankelijk van het medium en al wordt al in de voorbereidingsfase bepaald.

0 comments.

Twitwa 2 – Geachte journalist…when hell freezes over

Posted on January 18th, 2011 by martijn.
Categories: Twitwa.

Via @Paulschram:

Het valt me op dat heel veel mensen een negatieve media-ervaring hebben. Genaaid door journalisten, benaderd onder valse voorwendselen, enz.

Ik heb vorige week het volgende mailtje geschreven naar een journalist (niet Paul Schram). De man was boos omdat ik (toegegeven vrij bot) weigerde om hem in contact te brengen met mensen uit mijn onderzoeksgroep.

Geachte journalist,

Ik snap uw boosheid dat u voor niets speciaal naar Nijmegen bent afgereisd om met mij te spreken en namen te krijgen van mensen uit mijn onderzoeksgroep. De vorige keer heb ik dat wel voor u gedaan. Weet u nog? Nu moet u weten, iedere keer dat ik gehoor geef aan een dergelijk verzoek doe ik dat met de nodige tegenzin. Ik ben geen doorgeefluik van interessante gevalletjes en mijn onderzoeksgroep is geen quotevee of een aardig plaatje (met niqaab of zo) op landelijke tv. En als u uw werk niet doet en geen mensen kent, dan is dat ook niet mijn probleem. Ik snap ook nog wel dat antropologen interessant vermaak zijn voor de media als ze commentaar willen hebben op een interessant, exotisch fenomeentje en dat antropologen altijd interessante verhalenvertellers zijn en dat ook Salafi moslims (mannen en vrouwen, de laatste gesluierd of niet) voor u voldoen aan het criterium van opvallend vermaak en boosmakertje met een hoog ‘krijg nou wat’ en ‘het moet ook niet gekker worden!’ gehalte. U moet echter niet denken dat ik daar de tijd voor ga nemen. Soms zie ik echter het nut wel van in van de uitzending of het artikel waar het voor nodig is en met de nodige zuchten denk ik dan, vooruit maar weer.

Weet u nog de laatste keer dat u het mij vroeg? Ik had drie dames voor uw opgetrommeld, één dame met niqab, één dame met ‘gewone’ sluiering en één dame zonder. Alledrie vriendinnen, alledrie werkzaam. Nadat ik ze overtuigd had dat u een aardige en goede journalist bent en het programma belangrijk was, hebben ze voor u een dag vrij genomen van hun werkzaamheden wat in twee gevallen erg lastig was. Maar ze deden het toch maar. Het was voor de goede zaak immers en zij hadden ook begrepen dat u mij al weken lastig viel met dit verzoek dus misschien wilden ze ook nog wel aardig zijn voor mij. U zou langskomen om 11 uur ‘s ochtends. En vervolgens belt u hen op, om 13 uur ‘s middags, dat u niet langskomt. Hun verhaal past toch niet zo goed in de uitzending, er is weinig tijd voor en ze hebben liever één persoon met een scherpere mening. Ik moet van hen horen dat u niet komt. Van u heb ik nog steeds niet gehoord dat u er niet bent geweest.

Met andere woorden u behandelt de dames in mijn onderzoeksgroep als vee: u bent op jacht naar wat interessante quotes and plaatjes ter meerdere eer en glorie van uw verhaal en uitzending en u ziet wat loslopend wild en vraagt of ik ze wil vangen. Als u ze niet meer nodig hebt, laat u ze gewoon zitten. Geen excuus, nauwelijks uitleg en nog te laat ook. Ik moet zeggen, u heeft wel lef dat u nu weer aan mij vroeg of ik gesprekken voor u kon regelen. Maar zoals ik al antwoordde toen u doorweekt van de regen aankwam op de universiteit: when hell freezes over! Als u niet het fatsoen heeft om de mensen die met u in gesprek willen netjes te behandelen als mensen in plaats van quote-machines die je naar believen aan en uit kunt zetten, dan heb ik ook niet het fatsoen om u netjes te bejegenen. En als ik ook niet met u wil praten over het onderwerp dan hoeft u ook niet vervelend te worden. En nee, mij meenemen naar de kroeg om me op een pilsje te trakteren werkt ook niet; ik ken de Telegraaf trucjes van journalisten die op zoek zijn naar boosmakertjes. En vervolgens gaan zeuren werkt ook niet; voor zover ik weet bestaat er geen plicht om te antwoorden op vragen van journalisten en al zou die wel bestaan dan zou ik me er nog niet aan houden.

In uw laatste, bozige, email vroeg u of ik twijfelde aan uw eerlijkheid en oprechtheid. Ik kan u echter verzekeren dat toen ik u vroeg de dames op z’n minst excuses aan te bieden, ik overtuigd was van uw eerlijkheid en oprechtheid toen u antwoordde dat u daar echt geen reden voor zag. Waarschijnlijk denkt u dat u als journalist zo bijzonder bent dat u mensen inderdaad als vee kunt behandelen. Ik wil u echter duidelijk maken dat als u mij benadert of via mij mensen uit mijn onderzoeksgroep (of eigenlijk altijd) dat u dan de gebruikelijke normen met betrekking tot omgang en hoffelijkheid in acht dient te nemen. Kunt u dat niet, verwacht dan ook niet dat ik meewerk. U bent niet heilig en/of boven alle twijfel verheven alleen maar omdat u journalist bent.

Dus beste journalist, dat u nu enigszins gefrustreerd bent omdat u uw nieuwe verhaal niet rond krijgt, is niet mijn probleem, niet mijn verantwoordelijkheid en al helemaal niet mijn schuld. Ik zal deze mail op mijn site plaatsen, niet omdat dit verhaal zo bijzonder is. Integendeel, u bent niet de eerste en enige die dit flikt en ik begin het zo onderhand zat te worden. Daarom zet ik het erop, maar wees gerust ik zal de omstandigheden iets veranderen en uw naam niet noemen. Het gaat mij namelijk niet om u maar om journalisten die gedreven door deadlines, luiheid, gebrek aan professionaliteit en met een teveel aan onbeschoftheid anderen bejegenen. De anderen zijn en blijven welkom, maar u kunt wat mij betreft de pot op.

groet,

Martijn

PS

Voor het geval het dus nog niet duidelijk is, nee ik wil niet met u praten en help u ook niet aan contacten.

4 comments.

Twitwa 1 – Een impressie van de vierde Bekeerlingendag

Posted on January 11th, 2011 by martijn.
Categories: Notes from the Field, Twitwa.

De twitwa van de week:

@religieuspeil: Aantal Britse bekeerlingen tot islam bijna verdubbeld http://tinyurl.com/2f6an7w

Afgelopen zaterdag vond de vierde nationale Bekeerlingendag plaats georganiseerd door het Landelijk Platform Nieuwe Moslims (LPNM) en Ontdekislam.nl.
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video
Er stonden verschillende lezingen op het programma van voormalige rappers Mutah Napoleon, Muslim Belal, de Nederlandse prediker Al Khattab, de Amsterdamse jongerenimam Yassin Elforkani en de Britse bekeerling Abdurraheem Green
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video
Voor mijn onderzoek is zo’n dag altijd interessant. Nieuwe contact leggen, oude contacten verfrissen, kijken wie er zijn, wat er gebeurt, hoe de zaal is ingericht, jezelf ‘onderdompelen’ om de sfeer te proeven enzovoorts. Dat was ook nu weer zo en dat maakte het tot een lange, gezellige en productieve dag. De bijeenkomst vond plaats in een Haags zalencentrum. Er was een plenaire ruimte met een scherm dat de mannen en vrouwen deels van elkaar scheidde. Voor bij het podium was het open en het podium zelf natuurlijk ook. Daarnaast was er een andere zaal voor boekenverkoop en waar je kon eten en drinken; ook deze was gescheiden voor mannen en vrouwen. Ik weet niet precies wat het standpunt is van de organisatoren hierover, maar wel dat het altijd ingewikkeld is. Breng je deze scheiding niet aan dan komen velen niet en krijg je zeker klachten. Breng je de scheiding wel aan krijg je ook klachten (van moslims en niet-moslims). Nu had de organisatie een compromis gevonden waardoor degenen die de scheiding wilden achterin konden zitten en voor wie dat minder een issue was of het afwezen ook konden gaan zitten waar ze wilden.

De sfeer was vriendelijk, gemoedelijk en opgetogen, zeker met de bekeringen die plaatsvonden. Als ik het goed geteld heb 11 bekeringen. Die zult u niet op films van islaam.tv of zo zien denk ik, omdat diverse van hen een bekering eigenlijk als privé-zaak zien. Het moge vreemd lijken dat men dat dan op zo’n dag doet met zoveel publiek, maar ik vermoed dat men toch een onderscheid maakt tussen een publieke bekering in ‘eigen kring’ en een publieke bekering die voor jan en alleman te zien is.

Ik heb met diverse mensen gesproken en bij deze een excuus aan diegenen die met mij wilden spreken maar er niet tussendoor konden komen. Je weet me te vinden. Eén van de personen die ik gesproken heb was Abdurraheem Green over wie van tevoren enige ophef was ontstaan. Ik ken hem al wat langer omdat ik enige tijd geleden veelvuldig contact met hem heb gehad in verband met onderzoek in Engeland (ik ga dit jaar nog een paar keer naar Engeland om daar te spreken met Nederlandse moslims); ik had hem echter nog nooit persoonlijk ontmoet. Het blijft toch altijd weer grappig om iemand die je alleen virtueel kent ook eens ‘in real life’ te ontmoeten.

Opvallend vond ik de lezing van Elkhattab die op zijn kenmerkende manier inging op de uitdagingen van bekeerlingen. Enige jaren geleden tijdens het Nationaal Islam Congres hield ik een lezing en zat ik in een panel van het zogenaamde ‘salafistencongres’. Ik wees er toen op dat veel organisaties bekeringen van autotochtone en andere Nederlanders hartelijk verwelkomen en dat ook breed uitdragen (de daadwerkelijke activiteiten gericht op bekering van niet-moslims zijn overigens in Nederland erg beperkt is mijn indruk), maar vervolgens (na het afleggen van de getuigenis) de desbetreffende persoon toch aan zijn/haar lot overlaten. Dit terwijl met name vrouwelijke bekeerlingen voor nogal wat problemen kunnen komen te staan bijvoorbeeld met hun familie en vrienden. Er zijn voorbeelden bekend van vrouwen die niet meer thuis kunnen wonen om maar eens wat te noemen. Dit terwijl juist het gemeenschapsgevoel onder moslims zo vaak benadrukt wordt:Nationale bekeerlingendag « Suzanne Yakubu

De organisatie hecht grote waarde aan het gemeenschapsgevoel onder de bekeerlingen. Een gemeenschap, een groep, is in het Arabisch Ummah. Nourdeen Wildeman: “Het herinnert eraan dat alle Moslims op aarde één gemeenschap vormen, dat Islam ons bindt, zoals de familieband je verbindt aan je broers en zusters.”

Elkhattab wees daar in zijn lezing ook op en riep moslims op om bekeerlingen te begeleiden en te ondersteunen. Een andere zaak waar steeds meer over gesproken word, is het gebrek aan kadervorming onder (bekeerde) moslims. Enkelen, onder wie de voorzitter van het LPNM Waleed Duisters, hebben een workshop hiervoor bijgewoond bij de Islam Presentation Committee of Kuwait (IPC). Kuwait Times bericht daarover en ook over de Bekeerlingendag. Waleed Duisters stelt in dat artikel:
Dutch Muslims laud IPC for Dawa guidance for European Muslims » Kuwait Times Website

We want to present the real picture that the converts to Islam are not extremists but Muslims just like other Muslims from other countries and that we are just as Dutch as before we converted to Islam,” he said. “Our message to the new converts in the Netherlands is to show that you can be a Muslim as a Dutch person because some right-wing Dutch politicians like Geert Wilders claim that you cannot be a Muslim and a Dutch person,” he stated.

If you look at the people here, they live as Muslims in a democratic country and they don’t have any problems with that,” added the Dutch Muslim activist.

Dit punt is ook gerelateerd aan de missie-activiteiten van moslims. Zoals gesteld zijn die activiteiten naar niet-moslims toe in Nederland niet zo overduidelijk aanwezig. Dat heeft ook te maken met de wijze van missie:
Dutch Muslims laud IPC for Dawa guidance for European Muslims » Kuwait Times Website

“We learnt another form of Dawa not the traditional way but the focus was on akhlaq (character), because the first thing people see in Europe is the behavior of the Muslims,” he said.

We learnt how to improve our akhlaq abut also organizational skills to do so something for the community back home,” said Leonardo who does social work with Muslim youth in Holland.

Het goede voorbeeld geven, goede omgangsvormen hanteren is een veel minder nadrukkelijke manier van de islam propageren en die wellicht ook veel beter past in een seculiere samenleving als de Nederlandse die immers steeds meer moeite lijkt te hebben met een nadrukkelijke aanwezigheid van religie in het openbaar.

Eén van de eeuwige discussiepunten is ook hoeveel moslimbekeerlingen er nu eigenlijk zijn. In Nederland is er ook enig onderzoek verricht naar de, naar schatting 12.000, bekeerlingen en de weg die zij hebben afgelegd om bij de islam uit te komen.In de aanloop naar deze dag was er op Twitter en andere digitale media de nodige discussie te zien over recente Britse onderzoeken die zouden laten zien dat het aantal bekeerlingen in Groot-Brittannië flink stijgt. Het eerste onderzoek is dat Pew Forum, een gerenomeerd instituut. In dat onderzoek verwijst men naar een op handen zijnde publicatie over bekeerlingen. Daar wachten we nog op dus waar de cijfers precies op gebaseerd zijn is onduidelijk. Het tweede rapport, van Faith Matters, is helderder maar dient met de nodige voorzichtigheid (die ik nergens in de Nederlandse berichtgeving heb gezien) betracht te worden. Hier zijn enkele redenen voor:

  • Het rapport is deels gebaseerd op de 2001 Census van Schotland, die men heeft geëxtrapoleerd naar heel Groot-Brittannië. Dat is discutabel aangezien Schotland slechts 2,7% van het aantal moslims in het VK herbergt.
  • Het rapport gaat ook uit van een survey onder moskeeën die rapporteerden gemiddeld 4-5 bekeringen per jaar te hebben. Het probleem hierbij is dat deze survey een non-respons had van 75%; slechts 26 moskeeën antwoordden. Daarbij komt nog dat de cijfers van de moskeeën vaak nogal optimistisch zijn zoals we dat ook zien bij kerken.
  • Nog een probleem voor alle survey’s is de vraag wat nu precies een bekering is. Veel van degenen die zich bekeerden tijdens de bekeerlingendag werden voor hun bekering al met ‘broeder’ of ‘zuster’ aangesproken door andere moslims, maar waren dus volgens de islamitische regels nog geen moslim. Aan de andere kant ook veel geboren moslims (zacht spottend ook wel paplepel-moslims genoemd) ervaren hun ‘verdieping in de islam’ ook als een soort van bekering. Men is van ‘slapende moslim’ tot ‘ontwaakte moslim’ gegaan.

Het Faith Matters rapport ontkent deze problemen overigens niet. Integendeel men benoemt ze heel helder en stelt dan ook dat deze cijfers (die overigens geen verdubbeling betreffen maar een stijging ergens tussen de 50% en 66%) slechts een schatting betreffen en geen hoge betrouwbaarheid hebben. Stephen Tomkins zet deze bezwaren helder uiteen in een artikel in The Guardian. Hij stelt daarbij, en ik ben wel geneigd om daarin mee te gaan, dat als deze cijfers wel kloppen ze eigenlijk niet zo spectaculair zijn voor een religie die nu eenmaal een missionerende strategie heeft; een groei-ratio van 2,5% per jaar is redelijk gematigd. Niettemin worden bekeringen en bekeerlingen toch vaak met de nodige argwaan bekeken. Zeker als men actief is of lijkt te zijn voor organisaties die als bedreigend worden ervaren zoals de Moslim Broederschap en/of wanneer men naar het Midden-Oosten gaat om cursussen te volgen zoals hierboven beschreven. Ik kan niet beoordelen in hoeverre die argwaan terecht is of onterecht is, wel dat ze erg vaak berusten op een ‘guilt by association’ principe; als men deel uitmaakt van hetzelfde netwerk van personen lijkt dat al genoeg te zijn om iemands goede bedoelingen in twijfel te trekken. Daarnaast lijkt het problematiseren van de Moslimbroederschap (deels) ook te berusten op een onbegrip over wat de MB in Europa nu precies is.

Een dag als de Bekeerlingendag, maar denk ook aan het Nationaal Islamcongres, zijn publieke manifestaties van islam in Nederland in een situatie waarin de islam niet heel erg positief wordt belicht en waar argwaan een belangrijke rol speelt, zeker bij publieke evenementen. Als evenementen brengen ze de islam zichtbaar en concreet naar het moslim en niet-moslim publiek toe en zijn ze manieren om de boodschap van islam te verspreiden. Een dergelijke manifestatie is een manier om onderlinge saamhorigheid en zelfbewustzijn te kweken en te voeden en tevens lijken ze me een teken van een groter zelfbewustzijn en een poging om saamhorigheid uit te stralen. Hoewel in de lezingen zelf nauwelijks iets van kritiek op het Nederlandse politieke klimaat te horen was, is de manifestatie ook een vorm van ‘critique through spectacle’. Het opzetten van een dergelijke manifestatie is op zichzelf al een kritiek op de gevestigde orde aangezien men het idee heeft dat de buitenwereld toch vaak negatief kijkt naar islam en moslims terwijl de organisatie juist met een positief beeld naar buiten wil komen. In de publiciteit wordt dit nog eens verder uitgedragen:
You need to a flashplayer enabled browser to view this YouTube video
Waar dus de pogingen van moslims om niet-moslims te bekeren tot de islam niet zo publiekelijk aanwezig zijn, lijken de PVV retoriek en de nadruk op moslims en islam die zich moeten aanpassen aan ‘Nederlandse’ normen en waarden, manifestaties als deze een extra betekenis te geven; namelijk als politiek statement ook al is dat misschien niet eens zo bedoeld. Ik hoop in de komende tijd dergelijke manifestaties in Nederland en andere Europese landen (met name Groot-Brittannië) verder te kunnen onderzoeken.

Noot: De burgerschap-serie is afgelopen en afgesloten. Dit jaar wekelijks een al dan niet gezaghebbende uitspraak op Twitter (twitwa) die onder de loep genoemen wordt.

1 comment.